Home

Rechtbank Rotterdam, 05-08-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:7234, ROT 24/6818 en ROT 23/7959

Rechtbank Rotterdam, 05-08-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:7234, ROT 24/6818 en ROT 23/7959

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
5 augustus 2024
Datum publicatie
7 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:7234
Formele relaties
Zaaknummer
ROT 24/6818 en ROT 23/7959

Inhoudsindicatie

Wabo – Omgevingsvergunning bouwen woning. – Bezwaar van eiseres is door het college niet-ontvankelijk verklaard. – Het college mocht volstaan met alleen een publicatie in het elektronische Gemeenteblad. – Bezwaar is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard omdat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Geen sprake van een toereikende publicatie. Het college heeft in de publicatie onvoldoende duidelijk gemaakt voor welke locatie de omgevingsvergunning is verleend. – Het college moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. Het bestemmingsplan dat ten grondslag lag aan de nu vernietigde beslissing op bezwaar was door de voorzieningenrechter van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ten tijde van het nemen van de beslissing op bezwaar geschorst en is recentelijk vernietigd. Verweerder kon het geschorste bestemmingsplan niet ten grondslag leggen aan het besluit voor bezwaar. Voor de nieuwe beslissing op bezwaar die na de vernietiging van het bestemmingplan wordt genomen geldt dat het bouwplan (alsnog) moet worden getoetst aan het oude plan. – Beroep gegrond, voorzieningenrechter treft voorlopige voorziening dat het primaire besluit wordt geschorst tot zes weken na de bekendmaking van het nieuwe besluit op bezwaar. – Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zittingsplaats Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummers: ROT 24/6818 en ROT 23/7959


uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 augustus 2024 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres,

(gemachtigde: mr. G.J.I.M. Seelen),

en

het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland, verweerder, (gemachtigde: mr. J. van Vulpen).

Als derde-partij neemt aan de zaken deel: [naam vergunninghouder] uit [plaats 2] (vergunninghouder).

Inleiding

1. Met het besluit van 28 november 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning.

1.1.

Met het besluit van 26 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.

1.2.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Eiseres heeft op 12 april 2024 aanvullende gronden van beroep ingediend.

1.3.

Eiseres heeft op 9 juli 2024 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

1.4.

Verweerder heeft op 10 juli 2024 een aanvullend verweerschrift ingediend.

1.5.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [persoon A] namens eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 3 oktober 2022 heeft vergunninghouder een aanvraag ingediend ter verkrijging van een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning. Bij het primaire besluit heeft verweerder een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

3. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Lansingerland op 24 oktober 2023 een advies uitgebracht. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres met het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend.

4. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep