Home

Rechtbank Rotterdam, 02-02-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:981, 10822787 VZ VERZ 23-10046

Rechtbank Rotterdam, 02-02-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:981, 10822787 VZ VERZ 23-10046

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
2 februari 2024
Datum publicatie
21 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2024:981
Zaaknummer
10822787 VZ VERZ 23-10046

Inhoudsindicatie

De gevorderde verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst doorloopt wordt afgewezen. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen partijen is geëindigd en niet voortgezet. Wg heeft niet voldaan aan aanzegverplichting en heeft wn niet ziek uit dienst gemeld, maar dat betekent niet dat aok (stilzwijgend) is voortgezet. Aanzegvergoeding wordt toegewezen, omdat wg niet aan schriftelijke aanzegverplichting heeft voldaan. Transitievergoeding wordt ook toegewezen..

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10822787 VZ VERZ 23-10046

datum uitspraak: 2 februari 2024

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van

[verzoeker01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

verzoeker,

gemachtigde: mr. L.J. Witvliet, advocaat te Brielle,

tegen

Infinitascare B.V. ,

gevestigd en kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel,

verweerster,

gemachtigde: mr. S. Kurz.

Partijen worden hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘Infinitascare’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

-

het verzoekschrift van [verzoeker01] , met bijlagen, ter griffie ontvangen op
30 november 2023;

-

de akte vermeerdering verzoekschrift van [verzoeker01] , met bijlagen.

1.2.

Op 24 januari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [verzoeker01] met zijn gemachtigde en de gemachtigde van Infinitascare.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker01] is op 1 augustus 2022 bij Infinitascare in dienst getreden in de functie van medewerker waakdienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van 7 maanden. Deze arbeidsovereenkomst is verlengd voor de duur van zeven maanden tot 30 september 2023.

2.2.

[verzoeker01] heeft zich medio april 2023 ziekgemeld.

2.3.

[verzoeker01] is een kort geding gestart tegen Infinitascare, omdat hij zijn loon niet meer volledig uitbetaald kreeg.

2.4.

Dit heeft geresulteerd in een vonnis in kort geding van de kantonrechter te Rotterdam van 3 augustus 2023, waarin onder meer het volgende is opgenomen:

onder het kopje “ 2. De feiten ”:

“Partijen hebben ter zitting verklaard het erover eens te zijn dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op 30 september 2023.”

2.5.

Het salaris van [verzoeker01] bij Infinitascare bedroeg € 3.139,17 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.

2.6.

[verzoeker01] heeft na 30 september 2023 geen loon meer ontvangen van Infinitascare en ook geen (Ziektewet)uitkering van het UWV.

3 Het geschil

3.1.

[verzoeker01] verzoekt (samengevat):

primair:

-

te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker01] en Infinitascare niet rechtsgeldig is geëindigd per 30 september 2023, maar doorloopt tot 30 april 2024 of een andere datum;

-

Infinitascare te veroordelen tot het (laten) inplannen van een consult bij de bedrijfsarts voor [verzoeker01] , op straffe van een dwangsom;

subsidiair:

- Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van de aanzegvergoeding van

€ 3.139,17 bruto, exclusief 8% vakantiegeld, met rente;

-

Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van de wettelijke transitievergoeding van € 1.318,45 bruto, met rente;

-

Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van een vergoeding voor de nog niet genoten vakantiedagen, het opgebouwde vakantiegeld en pro rata eindejaarsuitkering;

-

Infinitascare te veroordelen tot het verstrekken en betalen aan hem van een deugdelijke eindafrekening, op straffe van een dwangsom;

primair en subsidiair:

-

Infinitascare te veroordelen tot het opmaken en verstrekken aan [verzoeker01] van juiste maandelijkse salarisspecificaties, urenspecificaties en overzichten vanaf 1 januari 2023 tot en met het rechtsgeldige einde van de arbeidsovereenkomst, op straffe van een dwangsom;

-

te verklaren voor recht dat de achterstand in de maandelijkse loonbetalingen en de proceskosten tot en met 30 september 2023 € 4.337,53 netto bedraagt;

-

Infinitascare te veroordelen in de proceskosten;

-

de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2.

De stellingen die [verzoeker01] aan zijn verzoeken ten grondslag legt komen, voor zover van belang, hierna in de beoordeling aan de orde.

3.3.

Infinitascare stelt dat de verzochte verklaring voor recht over het doorlopen van de arbeidsovereenkomst na 30 september 2024 en het verzoek tot betaling van de aanzegvergoeding moeten worden afgewezen. Volgens Infinitascare was het voor [verzoeker01] duidelijk dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen op 30 september 2023 en niet verlengd zou worden. Infinitascare is het er dus niet mee eens dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen doorloopt na 30 september 2023. Daarnaast stelt Infinitascare dat zij om die reden de aanzegvergoeding niet verschuldigd is aan [verzoeker01] .

Tegen de andere verzoeken van [verzoeker01] heeft Infinitascare geen verweer gevoerd.

4 De beoordeling

5 De beslissing