Rechtbank Utrecht, 24-03-2004, AO7618, 156664/HAZA 03 236
Rechtbank Utrecht, 24-03-2004, AO7618, 156664/HAZA 03 236
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Utrecht
- Datum uitspraak
- 24 maart 2004
- Datum publicatie
- 22 april 2004
- ECLI
- ECLI:NL:RBUTR:2004:AO7618
- Zaaknummer
- 156664/HAZA 03 236
- Relevante informatie
- Burgerlijk Wetboek Boek 7A [Tekst geldig vanaf 01-01-2019], Burgerlijk Wetboek Boek 7A [Tekst geldig vanaf 01-01-2019] art. 1576h, Besluit toezicht effectenverkeer 1995 [Tekst geldig vanaf 28-10-2007] [Regeling ingetrokken per 2007-10-28], Besluit toezicht effectenverkeer 1995 [Tekst geldig vanaf 28-10-2007] [Regeling ingetrokken per 2007-10-28] art. 24
Inhoudsindicatie
Zorgplicht en cliëntenremisier; informatieplicht.
Uitspraak
VONNIS
van de rechtbank Utrecht, meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
e i s e r in conventie,
g e d a a g d e in reconventie,
procureur: mr. W.J.B. Witte,
- t e g e n -
1. de naamloze vennootschap
BANK LABOUCHERE N.V.,
thans geheten
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e in conventie,
e i s e r e s in reconventie,
procureur: mr. I.M. Jebbink,
2. de besloten vennootschap
SPAAR SELECT UTRECHT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
g e d a a g d e in conventie,
procureur: mr. L.A.M.J. Pütz.
Partijen worden hierna respectievelijk "de Bank", "Spaar Select" en "[eiser]" genoemd.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- vonnis in het incident tot oproeping in vrijwaring d.d. 25 juni 2003, met de daarin genoemde processtukken;
- conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie aan de zijde van de Bank;
- conclusie van antwoord aan de zijde van Spaar Select;
- vonnis d.d. 20 augustus 2003, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van comparitie van partijen na antwoord in conventie en eis in reconventie d.d. 24 september 2003;
- conclusie van antwoord in reconventie.
Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1 [Eiser] en zijn oom [naam oom] hebben op respectievelijk 30 juni 2000 en 29 juni 2000 een effectenlease-overeenkomst Allround Effect Maandbetaling, verder te noemen: "de overeenkomsten" gesloten met de Bank. Op de overeenkomsten zijn "Bijzondere voorwaarden Effecten Lease" van toepassing. Bij de totstandkoming van de overeenkomst is Spaar Select als cliëntenremisier opgetreden.
2.2 De onderliggende waarden van de overeenkomsten betreffen een Labouchere AEX Plus certificaat. Partijen zijn overeengekomen dat de eigendom van deze waarden overgaat op [eiser] respectievelijk [naam oom] door vervulling van de opschortende voorwaarde dat laatstgenoemden aan al hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst hebben voldaan.
2.3 De overeenkomsten hebben een looptijd van 20 jaar. De hoofdsom bedraagt per overeenkomst ƒ 93.773,22 (€ 42.552,43), de totaal te betalen rente tijdens de looptijd bedraagt ƒ 146.226,67 ( € 66.354,77) en de leasesom per overeenkomst voor de gehele looptijd (hoofdsom + totaal te betalen rente) bedraagt ƒ 240.000,--
(€ 108.907,20). Dit komt overeen met 240 maandtermijnen van
ƒ 1.000,-- (€ 453,78).
2.4 De Bank heeft zowel voor [eiser] als voor [naam oom] een beleggingsrekening geopend, welke dienen als depot voor de maandelijkse verplichtingen van de overeenkomsten. Op beide rekeningen is een bedrag van
ƒ 50.000,-- gestort ( in het "Labouchere Global Aandelenfonds") bij het aangaan van de overeenkomsten. Maandelijks worden participaties verkocht voor een bedrag gelijk aan de maandtermijn.
2.5 In artikel 3 van de effectenlease-overeenkomsten is bepaald dat de lease-overeenkomsten na 60 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder annuleringskosten beëindigd kunnen worden, onder betaling of verrekening van het restant hoofdsoom. Bij beëindiging binnen deze 60 maanden zijn naast betaling of verrekening van de restant-hoofdsom tevens de nog niet verstreken maandtermijnen tot en met de 60e maand verschuldigd, waarbij over deze maandtermijnen een korting wordt verleend van 50%.
2.6 [Naam oom] heeft de vordering die hij jegens De Bank en Spaar Select stelt te hebben, overgedragen aan [eiser], met een machtiging om terzake een rechtsvordering in te stellen.
3. De vorderingen en het verweer
3.1 In conventie vordert [eiser] dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I Ten aanzien van de Bank
te ontbinden, althans ontbonden te verklaren de overeenkomsten en beleggersrekening-overeenkomsten, gesloten tussen [eiser] en [naam oom] voornoemd en de Bank anderzijds, althans deze overeenkomsten te vernietigen, althans nietig te verklaren (voor wat de beleggersrekening-overeenkomsten: voor zover in rechte het bestaan ervan zal zijn gebleken);
II Ten aanzien van de Bank en Spaar Select
De Bank en Spaar select hoofdelijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen, des dat voor zover de een zal hebben betaald de ander in zoverre zal zijn bevrijd:
- de somma van € 45.378,02;
- de wettelijke rente hierover vanaf 6 juli 2000 (subsidiair: vanaf de dag van uitbrenging der dagvaarding) tot de dag der voldoening;
- buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.542,85;
met veroordeling van de Bank en Spaar Select in de kosten van deze procedure.
3.2 De Bank en Spaar Select hebben gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3 In reconventie vordert de Bank dat [eiser] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeelt tot betaling van:
a. € 4.084,02;
b. alle op de datum van uitspraak vervallen en opeisbare maandtermijnen;
c. de eventuele vordering die de Bank op [eiser] mocht hebben indien de verkoopwaarde van de aandelen onvoldoende mocht blijken om de lening af te lossen;
alles te vermeerderen met de contractuele rente van 0,96% ex art. 6:119 BW en met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
3.4 In voorwaardelijke reconventie vordert de Bank:
voor zover de overeenkomsten geheel of gedeeltelijk worden vernietigd of ontbonden, veroordeling van [eiser] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de aankoopwaarde van de in artikel 1 van de overeenkomsten genoemde effecten minus de waarde van de bedoelde effecten op de datum van vernietiging van de overeenkomsten, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
3.4 [Eiser] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4. De beoordeling
Ten aanzien van de Bank (in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie)
4.1 De rechtbank is van oordeel dat de overeenkomsten die onderwerp zijn van geschil als huurkoopovereenkomsten in de zin van artikel 7a:1576h BW zijn aan te merken, zodat de zaak op grond van artikel 93 onder c. Rv door de kantonrechter dient te worden behandeld en beslist. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.2 Uit artikel 7a:1576 lid 5 BW volgt dat titel 5a van boek 7a BW, welke titel primair handelt over koop op afbetaling en huurkoop van zaken, van overeenkomstige toepassing is op vermogensrechten. Dit brengt mee dat effecten, die als vermogensrechten zijn aan te merken, onderwerp kunnen zijn van koop op afbetaling en huurkoop in de zin van die titel. De overeenkomst voldoet naar het oordeel van de rechtbank op grond van het hierna volgende voorts aan alle vereisten voor een huurkoopovereenkomst zoals die volgen uit de artikelen 7a:1576h lid 1 BW jo 7a:1576 lid 1 BW.
4.3 In de eerste plaats voorziet de overeenkomst in de verkrijging van de eigendom van de effecten door [eiser] en [naam oom] door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat [eiser] c.s. uit hoofde van de overeenkomst verschuldigd zijn. Uit artikel 6 van de overeenkomst en artikel 2 van de bijzondere voorwaarden volgt immers uitdrukkelijk dat de eigendom van de effecten automatisch en van rechtswege overgaat op het moment dat 'lessee' aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan.
4.4 In de tweede plaats kunnen de effecten reeds voorafgaand aan deze mogelijke eigendomsoverdracht als afgeleverd in de zin van artikel 7a:1576 lid 1 BW worden aangemerkt. Hierbij is van belang dat levering van effecten niet in stoffelijke vorm plaatsvindt, maar ingevolge artikel 3:94 BW door een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan. In artikel 6 van de overeenkomst is bepaald dat De Bank "door middel van deze akte de waarden aan lessee" levert, "van welke levering de Bank onverwijld na totstandkoming van deze akte mededeling doet aan de uitgevende instelling". Daarmee is aan de vereisten van artikel 3:94 BW voldaan.
4.5 In de derde plaats hebben [eiser] c.s. vanaf het sluiten van de overeenkomst het voor huurkoop kenmerkende gebruiksrecht van het huurkoopobject verkregen. Uit artikel 3 en artikel 4 van de bijzondere voorwaarden volgt in dit verband dat [eiser] c.s. het economisch risico met betrekking tot wijzigingen in de koerswaarde of voor het niet opbrengen van baten daarvan draagt.
4.6 In de vierde en laatste plaats voorziet de overeenkomst in het betalen van de koopprijs in termijnen, hetgeen volgt uit het in artikel 4 van de overeenkomst opgenomen betalingsschema. Hierbij is de totale leasesom als koopprijs in de zin van artikel 7a:1576 lid 1 BW aan te merken, waarbij niet van belang is dat genoemde som is opgebouwd uit een bedrag gelijk aan de waarde van de effecten en een bedrag aan te betalen rente. Het is immers de totale leasesom die moet worden voldaan ter verkrijging van de effecten.
4.7 Nu de rechtbank op grond van het vorenstaande voorlopig van oordeel is dat de zaak door de kantonrechter dient te worden behandeld en beslist, is zij voornemens de zaak op de voet van artikel 71 lid 2 Rv ter verdere behandeling en beslissing ambtshalve naar de sector kanton van deze rechtbank te verwijzen. Nu De Bank en [eiser] zich in deze procedure nog niet hebben uitgelaten over de vraag of de zaak bij de juiste sector in behandeling is, zal de rechtbank de zaak eerst verwijzen naar de rol teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich hierover uit te laten.
Ten aanzien van Spaar Select
Procesvoering
4.8 Spaar Select stelt terecht dat [eiser] heeft verzuimd om in de dagvaarding de door Spaar Select tegen de eis aangevoerde verweren en gronden te vermelden. Nu echter gesteld noch gebleken is dat Spaar Select daardoor is geschaad in haar belangen, zal de rechtbank daaraan geen gevolgen verbinden.
Verwijt van [eiser] jegens Spaar Select
4.9 [Eiser] legt aan zijn vordering onder meer ten grondslag dat hij door Spaar Select onvoldoende en onjuist is geïnformeerd over de aan de geadviseerde beleggingsvorm verbonden risico's. Hij stelt Spaar Select hem heeft voorgespiegeld dat met een inleg van ƒ 100.000,-- een rendement van 8 à 12% per jaar haalbaar zou zijn, terwijl de risico's verbonden aan de geadviseerde beleggingsvorm vrijwel nul waren. Sinds [eiser] en [naam oom] de lease-overeenkomsten hebben gesloten, is de koers van de geleasde aandelen echter vrijwel uitsluitend gedaald, met het gevolg dat aan de geleasde aandelenportefeuille thans geen enkel waarde meer kan worden toegekend. Ondanks het feit dat de waarde van de aandelenportefeuille thans tot nul is gereduceerd (waarbij, naar de rechtbank uit de overgelegde correspondentie begrijpt, gedoeld wordt op de waarde van het aandelenfonds waaruit de beleggingsrekening wordt gevoed), houdt De Bank [eiser] en [naam oom]. aan hun verplichting tot maandelijkse bijstorting tot aan de vroegst mogelijke opzegdatum, te weten 29 respectievelijk 30 juni 2005. Pas achteraf is [eiser] en [naam oom] naar eigen zeggen gebleken dat de risico's niet verwaarloosbaar waren maar -integendeel- zeer groot.
4.10 Spaar Select stelt daartegenover dat [eiser] door haar wel degelijk op de risico's is gewezen die het beleggen in aandelen met zich brengt. Zij wijst daartoe met name op een destijds door Spaar Select aan [eiser] overhandigd artikel waarin nadrukkelijk een waarschuwingsblok is opgenomen.
Zorgplicht van Spaar Select jegens [eiser]
4.11 Spaar Select is in deze zaak opgetreden als tussenpersoon, meer in het bijzonder als cliëntenremisier. Op grond van artikel 12 lid 2 van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 is zij gehouden artikel 24 van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 na te leven. In dit artikel is onder meer bepaald dat zij:
- moet handelen in het belang van haar cliënten;
- haar cliënten de gegevens en bescheiden moet verstrekken die nodig zijn voor de beoordeling van de door haar aangeboden diensten en de effecten waarop die diensten betrekking hebben.
Op grond van artikel 33, lid 1 onder c van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999, opgenomen in §8 (Gedragsregels ter uitvoering van de artikelen 24 tot en met 31, 35 tot en met 39, 40, 41, 43 en 44 van het besluit) is Spaar Select gehouden iedere cliënt schriftelijk dan wel elektronisch tenminste gegevens te verstrekken over de kenmerken van de financiële instrumenten waarop de diensten betrekking hebben, waaronder de aan de financiële instrumenten verbonden specifieke beleggingsrisico's. In de toelichting Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999, gepubliceerd in Staatscourant 1999, nr. 12, wordt dienaangaande het volgende overwogen:
Paragraaf 8 Gedragsregels
(…)
Artikel 33
De informatie die op grond van het eerste lid, onder c, aan de cliënt moet worden verstrekt, betreft een, voor de bescherming van het belang van de cliënt noodzakelijke, aanvulling op de gegevens die (in ieder geval) in de cliëntenovereenkomst dienen te worden opgenomen. (…) In het bijzonder dient de cliënt te worden gewezen op de omvang van mogelijke verliezen.
4.12 Spaar Select stelt dat op verzoek van [eiser] één van haar accountmanagers op 26 juni 2000 met [eiser] heeft gesproken over diens wens om een bedrag van ƒ 100.000,-- te beleggen in effecten. Zij stelt dat de accountmanager aan de hand van presentatiemappen helder en sober heeft geïnformeerd over het financiële product "Allround effect", zijnde een effectenlease overeenkomst in combinatie met een beleggingsrekening, aangeboden door De Bank. Daarbij stelt zij in algemene bewoordingen dat [eiser] hierbij "volledig op de hoogte [is] gebracht van zowel de voordelen als de nadelen van dit financiële product.". Voorts stelt zij dat [eiser] door haar zowel mondeling als schriftelijk is gewezen op de risico's die zijn verbonden aan het beleggen in aandelen. In dat verband voert zij met name aan dat aan alle klanten, dus ook aan [eiser], een artikel is verstrekt over het onderhavige financiële product, waarin nadrukkelijk het volgende waarschuwingsblok is opgenomen:
Rendement en risico
Let op
· Beleggen bij wie en in welke vorm ook brengt financiële risico's met zich mee. dat geldt ook voor het Allround Effect
· Beleggen geeft u kans op een hoger, maar ook op een lager dan gemiddeld rendement. Dit risico is voor u
· De waarde van uw belegging kan fluctueren. Naarmate in meer risicovolle beleggingsvormen wordt belegd, zullen de te behalen rendementen onderhevig zijn aan grotere schommelingen en kan dus ook de eindopbrengst meer afwijken van de in de voorbeelden gehanteerde bedragen
· Wij wijzen u erop dat de gehanteerde rendementen zijn gebaseerd op rendementen uit het verleden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst
· De gepresenteerde bedragen zijn uitsluitend bedoeld als rekenvoorbeeld
4.13 Spaar Select stelt niet op welk moment zij bovengenoemd artikel aan [eiser] te hand heeft gesteld. Voor het geval dat zou komen vast te staan dat dit is gebeurd vóór de totstandkoming van de overeenkomst overweegt de rechtbank als volgt.
4.14 In het waarschuwingsblok, en ook in het artikel zelf, wordt slechts in zeer versluierde bewoordingen gewezen op het risico dat de waarde van het aandelenpakket aan het einde van de looptijd lager is dan het ingelegde bedrag. Nergens wordt [eiser] concreet gewezen op de omvang van mogelijke verliezen. Er wordt weliswaar gewezen op het feit dat beleggen financiële risico's met zich brengt en dat de kans bestaat op een lager dan gemiddeld rendement, maar mede gelet op de toonzetting van het artikel zelf kan niet geoordeeld dat daarmee sprake is van een voldoende duidelijke waarschuwing, nu niet concreet wordt aangegeven dat dit ook kan betekenen dat de cliënt zijn inleg (deels) kan verliezen. De rekenvoorbeelden in het artikel hebben alle betrekking op situaties waarin een positief rendement wordt behaald, waarbij de nadruk wordt gelegd op een hoge opbrengst en een laag risico. Het Allround Effect wordt vergeleken met een spaarrekening ("het voordeel van een gewone spaarrekening is dat hier geen verplichte lange looptijd aan is gekoppeld, maar aan de andere kant schiet een spaarrente van 3% natuurlijk niet echt op"), en wordt ook aangeprezen als een spaarvorm ("Kortom, het Allround Effect is de meest geschikte spaarvorm indien u op korte of middellange termijn uw wensen wilt realiseren tegen een zo hoog mogelijk rendement"). Hiermee wordt tenminste de suggestie gewekt dat in ieder geval de inleg altijd behouden blijft, terwijl op geen enkele wijze duidelijk op de mogelijkheid wordt gewezen dat dit wel eens niet het geval zou kunnen zijn.
4.15 De rechtbank overweegt voorts dat in het artikel in het geheel niet wordt ingegaan op de risico's die verbonden zijn aan de depotconstructie. Er wordt slechts opgemerkt dat gebruik gemaakt kan worden van "de depotconstructie", zonder dat daar een nadere toelichting bij wordt gegeven. Niet, althans onvoldoende concreet onderbouwd, is gesteld dat Spaar Select anderszins wel -schriftelijk- heeft gewezen op de aan deze constructies verbonden risico's, waaronder begrepen de omvang van mogelijke verliezen. Dit terwijl de beleggers in aandelen vanuit een depot, waarvan de omvang afhankelijk is van de waarde van de aandelen waarop is ingelegd, de risico's die verband houden met het beleggen van geld, aanmerkelijk vergroten.
4.16 Ook uit het Aanvraagformulier Depot Aandelenlease, de overeenkomsten en/of de Bijzondere voorwaarden Effectenlease blijkt niet dat [eiser] en [naam oom] in voldoende duidelijke mate zijn gewezen op de risico's die aan het onderhavige financiële product verbonden zijn. Spaar Select heeft overigens ook niet concreet aangegeven uit welke passages in deze dit zou blijken. Spaar Select wijst voorts tevergeefs op de informatie zoals vermeld op het "Certificaat AEX Plus Effect", nu dit certificaat pas na totstandkoming van de overeenkomsten aan [eiser] en [naam oom] is toegezonden. Voor zover Spaar Select heeft willen stellen dat zij ook op andere wijze schriftelijk heeft gewezen op de aan het Allround Effect verbonden risico's, heeft zij haar stellingen niet nader concreet onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat.
4.17 Uit de overgelegde bescheiden leidt de rechtbank af dat Spaar Select in voldoende mate gewezen heeft op het risico dat het daadwerkelijk te realiseren rendement aanmerkelijk lager kon zijn dan in de rekenvoorbeelden. Spaar Select heeft echter niet, althans slechts in volstrekt onvoldoende duidelijke bewoordingen, gewezen op het risico dat [eiser] en [naam oom] ook hun inleg van ƒ 50.000,-- (deels) zouden kunnen verliezen. Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met hetgeen van een behoorlijk handelend tussenpersoon mocht worden verwacht. In dat verband is in de relatie tussen Spaar Select en [eiser] niet van belang dat De Bank kennelijk grote invloed had op de wijze waarop Spaar Select zich in verband met beleggingsgerelateerde producten presenteerde. Het ligt op de weg van Spaar Select om er als tussenpersoon zorg voor te dragen de hierboven genoemde regels jegens haar klanten worden nageleefd.
4.18 De overige gronden die [eiser] aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd, kunnen gelet op het bovenstaande onbesproken blijven.
Causaal verband
4.19 Spaar Select stelt tevergeefs dat het causaal verband ontbreekt tussen de haar verweten tekortkoming en de door [eiser] geleden schade, omdat de eventuele schade van [eiser] niet zou voortvloeien uit de destijds bestaande bemiddelingsovereenkomst tussen Spaar Select en [eiser], maar uit de contractuele relatie tussen [eiser] met De Bank. De overeenkomsten in combinatie met de beleggingsrekeningen zijn totstandgekomen na bemiddeling door Spaar Select, waarbij Spaar Select tekort is geschoten in haar zorgplicht als tussenpersoon door [eiser] niet in voldoende mate te informeren ter zake de aan dit product verbonden risico's. [Eiser] lijdt naar verwachting schade omdat de desbetreffende risico's zich in ieder geval op dit moment hebben gerealiseerd. Daarmee staat de schade in zodanig verband met het tekortschieten van Spaar Select, dat deze schade haar, mede gelet op de aard van de aansprakelijkheid en de schade, kan worden toegerekend.
Eigen schuld
4.20 Spaar Select stelt dat [eiser] eigen schuld heeft aan de schade, omdat hij, terwijl hij op de hoogte was van de beleggingsrisico's, toch de effectenlease overeenkomsten met De Bank is aangegaan. Door Spaar Select zijn echter geen, althans onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden geoordeeld dat [eiser] zich bewust was van het risico dat hij (nagenoeg) zijn volledige inleg zou verliezen. De rechtbank passeert dit verweer derhalve.
Omvang van de schade
4.21 [Eiser] stelt zijn schade gelijk aan het ingelegde bedrag van (in totaal)
ƒ 100.000,--. Spaar Select stelt dat pas na afloop van de volledige looptijd van de effectenlease overeenkomsten (20 jaar) zal kunnen blijken of [eiser] schade zal lijden als gevolg van het aangaan van de effectenlease overeenkomsten met De Bank. [Eiser] stelt zich echter op het standpunt, zo begrijpt de rechtbank mede uit de overgelegde correspondentie, dat was afgesproken dat het contract maximaal 5 jaar zou lopen.
4.22 Gelet op de omstandigheden dat:
- voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomsten door Spaar Select uitdrukkelijk is gewezen op de mogelijkheid om na 5 jaar te stoppen;
- Spaar Select bij het bepalen van de hoogte van de storting op de beleggingsrekening een periode van 5 jaar als uitgangspunt neemt;
- op geen enkele wijze is aangegeven dat de mogelijkheid bestaat dat de overeenkomsten na afloop van de periode van 5 jaar mogelijk slechts met verlies kunnen worden beëindigd, noch dat bij eventueel verlies verwacht mag worden dat de overeenkomsten worden voortgezet;
- [eiser] en [naam oom] ten gevolge van het -onweersproken- feit dat de waarde van de beleggingsrekening tot nul is gereduceerd, op dit moment al gehouden zijn tot bijstorting tot aan de vroegst mogelijke opzegdatum;
kan Spaar Select [eiser] thans niet tegenwerpen dat hij de volledige looptijd van de overeenkomsten dient af te wachten om te bezien of er alsdan sprake is van schade. In de gegeven omstandigheden is Spaar Select gehouden de schade te vergoeden die [eiser] en [naam oom] lijden indien zij er voor kiezen de overeenkomst op de kortst mogelijke termijn te beëindigen.
4.23 Uit het bovenstaande volgt dat Spaar Select gehouden is de schade te vergoeden die [eiser] en [naam oom] mogelijk zullen lijden indien na afloop van de periode van 5 jaar de opbrengst van onderhavig beleggingsproduct lager is dan het door [eiser] en [naam oom] ingelegde bedrag. Op dit moment staat nog niet vast dat de schade gelijk zal zijn aan ƒ 100.000,--, zodat de vordering van [eiser] niet kan worden toegewezen. Nu de mogelijkheid van schade echter wel aannemelijk is, zal de rechtbank Spaar Select veroordelen tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat.
5 De beslissing
De rechtbank:
In de zaak van [eiser] tegen De Bank
5.1 verwijst de zaak naar de rolzitting van 21 april 2004 voor het nemen van een akte door De Bank en [eiser] over hetgeen in nummer 4.7 is vermeld;
5.2 houdt iedere verdere beslissing aan;
In de zaak van [eiser] tegen Spaar Select
5.2 veroordeelt Spaar Select tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade, nader op te maken bij staat;
5.3 veroordeelt Spaar Select in de proceskosten aan de zijde van [eiser] gevallen, tot op deze uitspraak begroot op € 971,60 aan verschotten en op € 1.542,-- aan salaris;
5.4 verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5 wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. Verschoof, Straver en De Weerd en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 24 maart 2004.