Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-02-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:1155, 5605164

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-02-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:1155, 5605164

Inhoudsindicatie

* is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste van art 7:670b BW c.q. kon de vaststellingsovereenkomst nog worden ontbonden?

* is er reden om de (onherroepelijke) vaststellingsovereenkomst te vernietigen?

* is sprake van een voorwaardelijk ontbindingsverzoek?

* kan een verklaring voor recht worden gegeven in een verzoekschriftprocedure?

* kan een vernietiging worden gevorderd in het kader van een verzoekschriftprocedure?

Uitspraak

Kanton

Bergen op Zoom

zaak/rolnr.: 5605164 AZ VERZ 16-134

Beschikking d.d. 15 februari 2017

inzake

de besloten vennootschap NUPLEX RESINS B.V., gevestigd en kantoorhoudende te 4612 RB Bergen op Zoom aan deSynthesebaan 1,verzoekende partij in de hoofdzaak, tevens verwerende partij ten aanzien van het (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek,

verder te noemen: Nuplex,

gemachtigde: mr. S.I. Witkamp, advocaat te Rotterdam,

tegen

mevrouw [voorletters verweerster] [verweerster],

wonende te [woonplaats] aan de [adres] ,verwerende partij in de hoofdzaak, tevens verzoekster ten aanzien vanhet (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek,

verder te noemen: [verweerster] ,

gemachtigde: mr. D. Melse, werkzaam bij BTO Advies te Andel.

1 Het procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:

  1. het verzoekschrift met producties, ontvangen ter griffie op 23 december 2016;

  2. het verweerschrift tevens houdende een (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek met producties, ontvangen ter griffie op 2 februari 2017;

  3. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de mondelinge behandeling ter zitting van 7 februari 2017, met daaraan gehecht de pleitnota’s van de gemachtigden van partijen en het bijbehorend audiëntieblad.

Vermelding verdient dat de kantonrechter de mondelinge behandeling na het debat over de hierna te bespreken onderwerpen heeft afgesloten met de mededeling dat hij heden uitspraak zou doen met betrekking de door Nuplex verzochte verklaring voor recht en (afhankelijk van het antwoord op die vraag) het in het kader van het (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek gedane verzoek van [verweerster] tot vernietiging van de vaststellingsovereenkomst. Afhankelijk van het oordeel over die rechtsvragen zou dan eventueel een voortzetting van de mondelinge behandeling worden bepaald, met het oog waarop de gemachtigden van partijen daags na de zitting de verhinderdata van alle betrokkenen hebben opgegeven.

2 De feiten

2.1

Nuplex is een wereldwijd opererende fabrikant van harsen ten behoeve van de productie van verf. Bij haar vestiging in Bergen op Zoom zijn ongeveer 300 medewerkers in dienst.

2.2

[verweerster] , geboren op [geboortedatum] , is op 1 november 1987 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Nuplex. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 38 uur per week. Sinds 2002 is [verweerster] werkzaam in de functie van [functie] [functie] tegen een bruto maandsalaris van € 3.279,40 exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.

2.3

[verweerster] vervult haar werkzaamheden op de afdeling AMI (Analysis, Materials, Instrumentations) bij het onderdeel Research & Development. Deze afdeling houdt zich bezig met het ontwikkelen en modificeren van nieuwe en bestaande producten. Zij werkt in één van de 4 laboratoria van de afdeling Research & Development, te weten het analytisch laboratorium, dat onder leiding staat van A. van der Horst, Group Leader AMI/Principal Chemist Analystics.

2.4

Blijkens de in het verzoekschrift nader genoemde (en bijgevoegde) beoordelingen heeft [verweerster] de laatste jaren kritiek ontvangen op haar prestaties.

2.5

Op 28 september 2016 heeft [verweerster] zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft op 7 oktober 2016 geoordeeld dat geen sprake was van arbeidsongeschiktheid op grond van ziekte of gebrek, maar van een arbeidsconflict.

2.6

[verweerster] heeft op 14 oktober 2016 haar werkzaamheden hervat. Op diezelfde dag heeft de bedrijfsarts zijn eerdere oordeel bevestigd en partijen geadviseerd met elkaar in gesprek te gaan over een oplossing voor de ontstane situatie.

2.7

Nuplex heeft [verweerster] uitgenodigd voor een gesprek op 17 oktober 2016. Op advies van de bedrijfsarts heeft zij [verweerster] tot dat gesprek vrijgesteld van haar werkzaamheden.

2.8

In het gesprek op 17 oktober 2016 heeft Nuplex [verweerster] voorgesteld, vanwege het ontbreken van vertrouwen in een vruchtbare voortzetting van de samenwerking, de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen.

2.9

Op 26 oktober 2016 heeft Nuplex [verweerster] een concept-vaststellingsovereenkomst toegezonden en haar geadviseerd over dit voorstel juridisch advies in te winnen. De (toenmalige) gemachtigde van [verweerster] heeft – nadat hij op 18 oktober 2016 bezwaar had gemaakt tegen het voorstel tot beëindiging van het dienstverband – bij e-mail van 9 november 2016 gevraagd het voorstel nader toe te lichten en op punten aan te passen. Nuplex heeft dat bij brief van 10 november 2016 gedaan. Na e-mailcorrespondentie tussen de gemachtigden van partijen heeft de gemachtigde van [verweerster] op 28 november 2016 aan de gemachtigde van Nuplex kenbaar gemaakt dat [verweerster] akkoord ging met het laatst toegezonden concept van de vaststellingsovereenkomst.

2.10

Op 2 december 2016 heeft de (toenmalige) gemachtigde van [verweerster] aan de gemachtigde van Nuplex geschreven: “Op 28 november jl. is er overeenstemming bereikt over de vertrekregeling. Die datum dient uiteraard in de vso te worden opgenomen, ook al vindt de ondertekening kennelijk noodgedwongen later plaats”.

2.11

Op 13 december 2016 heeft de huidige gemachtigde van [verweerster] aan de gemachtigde van Nuplex medegedeeld dat [verweerster] niet instemde met de inhoud van de vaststellings-overeenkomst. In reactie daarop heeft de gemachtigde van Nuplex, kort gezegd, laten weten dat de bedenktermijn inmiddels was verstreken en dat zij [verweerster] aan haar instemming wenste te houden.

2.12

Op 14 december 2016 heeft de (huidige) gemachtigde van [verweerster] aan Nuplex bericht dat [verweerster] haar standpunt handhaaft dat geen akkoord is bereikt over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

3 Het verzoek van Nuplex (in de hoofdzaak) en het verzoek van [verweerster] in het(voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek

In de hoofdzaak

3.1.

Nuplex verzoekt de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:I. te verklaren voor recht dat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 april

2017 ten einde zal komen als gevolg van een rechtsgeldige beëindiging van de

arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden;

II de arbeidsovereenkomst tussen partijen (voorwaardelijk) te ontbinden, primair op grond van artikel 7:671b jo. 7:669 lid 1 en 3 sub d BW, subsidiair op grond van artikel 7:671b

jo. 7:669 lid 1 en 3 sub g BW, alsmede uitsluitend indien en voor zover de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbindt:III bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de ontbindingsbeschikking;IV aan [verweerster] ten hoogste een transitievergoeding zoals vermeld onder punt 63 van het verzoekschrift toe te kennen enV [verweerster] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris van de gemachtigde van Nuplex daaronder begrepen.

3.2

[verweerster] voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de door Nuplex ingediende verzoeken en, voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst mocht ontbinden,tot toekenning van een hogere vergoeding dan door Nuplex genoemd, inclusief een billijke vergoeding.

In het kader van het (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek

3.3

[verweerster] verzoekt bij wege van een (voorwaardelijk) zelfstandig tegenverzoek, dat enkel aan de orde komt in het geval de kantonrechter in weerwil van haar verweer het verzoek van Nuplex tot het geven van een verklaring voor recht mocht toewijzen, de (dan) tussen partijen geldende vaststellingsovereenkomst te vernietigen.

3.4

Nuplex voert verweer tegen dat (voorwaardelijk) tegenverzoek van [verweerster] . Zij meent dat er geen enkele grond is om de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst te vernietigen.

4 De beoordeling

5 De beslissing