Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3536, AWB- 18_8238
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3536, AWB- 18_8238
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 28 juni 2022
- Datum publicatie
- 4 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2022:3536
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2024:2224, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB- 18_8238
Inhoudsindicatie
WET
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 18/8238 WET
[naam eiser1] en [naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eisers
(gemachtigde: mr. H.E. de Leeuw-Blokland),
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda (het college)
(gemachtigde: mr. N.E. Snel).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het besluit van het college over hun planschadeverzoek van 19 november 2015. Eisers stellen schade te lijden als gevolg van de realisatie van drie windturbines in de omgeving van hun percelen met opstallen aan de [perceel1] , [perceel2] en [perceel3] in [plaatsnaam] .
Het college heeft [adviesbureau] Advies V.O.F. ( [adviesbureau] ) gevraagd om advies uit te brengen, wat zij op 20 november 2017 heeft gedaan. Bij besluit van 22 november 2017 heeft het college het verzoek om tegemoetkoming in planschade afgewezen onder verwijzing naar dat advies.
Eisers hebben op 2 januari 2018 bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Met het bestreden besluit van 22 oktober 2018 heeft het college het bezwaar gegrond verklaard voor wat betreft de vaststelling van het normaal maatschappelijk risico (NMR). Het NMR is aangepast van 5% naar 3,5%. Hierdoor blijft de planschade bij de onroerende zaak [perceel1] niet volledig voor rekening van eisers. Aan eisers is een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 2.640,-.
Op 30 november 2018 hebben eisers beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft op 18 juli 2019 op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Op 30 januari 2020 heeft er een comparitie in deze zaak plaatsgevonden op de rechtbank. Daarbij waren aanwezig: eiser [naam eiser1] en zijn gemachtigde en namens het college de gemachtigde en mr. M. van der Made.
De rechtbank heeft vervolgens de Stichting Advisering Bestuursrecht voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) als deskundige benoemd voor het instellen van een onderzoek met toepassing van artikel 8:47, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De StAB heeft op 7 april 2021 schriftelijk verslag uitgebracht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hier op te reageren.
De rechtbank heeft het beroep op 17 mei 2022 op zitting behandeld. Hierbij waren eiser [naam eiser1] en de gemachtigde van eisers aanwezig. Zij hebben meegebracht ing. [makelaar2] , register makelaar-taxateur bij [makelaar2] Makelaars. Ook was de gemachtigde van het college aanwezig. Namens de StAB waren aanwezig: bc. [medewerker StAB1] en bc. [medewerker StAB2] . Zij hebben meegebracht [makelaar] (register makelaar/register taxateur).