Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-01-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:523, 9505726 AZ VERZ 21-87

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-01-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:523, 9505726 AZ VERZ 21-87

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
25 januari 2022
Datum publicatie
9 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:523
Zaaknummer
9505726 AZ VERZ 21-87

Inhoudsindicatie

Artt. 7:669 lid 3, onder e BW (verwijtbaar handelen); 7:611 BW; 10 EVRM. Verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen. Werknemer, een IC-verpleegkundige, heeft zich laten interviewen omdat hij een bijdrage wilde leveren aan het maatschappelijke debat inzake het coronabeleid. Dit interview is via internet vertoond en verspreid. Werkgever heeft werknemer eerder gewaarschuwd zich te houden aan de interne gedragscode inzake het gebruik van sociale media. Zij stelt dat werknemer heeft gehandeld in strijd met de wet en de gedragscode. Werknemer beroept zich op de vrijheid van meningsuiting. De kantonrechter toetst de uitlatingen van werknemer aan het Herbai-arrest van het EHRM en ontbindt de arbeidsovereenkomst. In het interview heeft werknemer zijn geheimhoudingsplicht geschonden en de belangen van patiënten en hun naasten, van collega’s en van werkgever onvoldoende in acht heeft genomen.

Uitspraak

Cluster I Civiele kantonzaken

Tilburg

zaaknummer 9505726 AZ VERZ 21-87

beschikking d.d. 25 januari 2022

in de zaak van

Stichting Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis

gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg

verzoekster

gemachtigde: mr. A.M. van Geel

tegen

[werknemer]

wonende te Kaatsheuvel

verweerder

gemachtigden: mrs. W.M. Hes en L.F. van der Geest

Partijen zullen hierna ETZ en [werknemer] worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het op 22 oktober 2021 ontvangen verzoekschrift met producties 1 t/m 10,

-

de producties 15 t/m 17 van ETZ,

-

het verweerschrift met producties 1 t/m 6,

-

de mondelinge behandeling.

1.2.

De mondelinge behandeling van het geschil heeft op 21 december 2021 plaatsgevonden. Van de zijde van ETZ zijn verschenen [medewerker 1] , Organisatorisch Hoofd IC, en

[medewerker 2] , Adviseur P&O, en haar hiervoor genoemde gemachtigde. Tevens zijn [werknemer] en zijn hiervoor genoemde gemachtigden verschenen. Van hetgeen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt. De gemachtigden van beide partijen hebben hun spreekaantekeningen overgelegd.

2 De feiten

2.1.

[werknemer] , die is geboren op 6 juli 1961, is op 1 juni 1979 bij ETZ in dienst getreden. Vanaf 1 september 1984 is hij werkzaam in de functie van IC-verpleegkundige, met ingang van 1 augustus 2015 gedurende gemiddeld 35 uren per week. Zijn loon bedraagt € 3.992,16 bruto per maand. Daarenboven ontvangt hij een onregelmatigheidtoeslag en een overwerkvergoeding van respectievelijk gemiddeld € 501,66 en € 11,40 bruto per maand, alsmede 8% vakantietoeslag en 8,33% eindejaarsuitkering.

2.2.

Sinds 2 oktober 2019 is [werknemer] vakbondsconsulent binnen ETZ. Volgens de website van beroepsorganisatie NU’91 is een vakbondsconsulent verantwoordelijk voor de eerstelijnsopvang binnen de organisatie voor individuele zaken die te maken hebben met arbeidsvoorwaarden en beroepsinhoud.

2.3.

ETZ heeft een Gedragscode telefonie, e-mail, internet waaronder social media. Onder meer is daarin het volgende opgenomen:

7 Verboden internetgebruik

(…)

9. Het is niet toegestaan op internet toezeggingen, verzoeken of anderszins

uitlatingen te doen, die het ETZ kunnen schaden of niet-geautoriseerd binden.

10. Het is niet toegestaan interne en/of vertrouwelijke informatie en/of informatie die

schadelijk kan zijn te plaatsen op internet dan wel te verstrekken ten behoeve van

plaatsing op internet, noch in de zakelijke noch in de privésfeer, op welke wijze en in welke vorm dan ook, over het ETZ, haar cliënten, collega’s, partners, leveranciers en/of andere relaties, zonder de voorafgaande toestemming van de Raad van Bestuur en, indien van toepassing, het Bestuur van de VMS.

(…)

(…)

3. Niet toegestane communicatie op social media (niet uitputtend):

● medewerker twittert over vertrouwelijke (patiënt en/of bedrijfsgevoelige) gegevens;

● medewerker twittert waarbij een patiënt of collega kan worden herkend;

● medewerker laat zich negatief uit over werk en/of het ziekenhuis;

(…)

10. Social media in de privésfeer

(…)

2. Een medewerker dient zich te realiseren dat informatie op het internet openbaar is, lang beschikbaar blijft en dat hij met zijn reactie een kijkje geeft achter de schermen van het ETZ en/of de positie van het ETZ (negatief) kan beïnvloeden / zaken negatief kunnen afstralen op het ETZ. Het is daarom dat het ETZ van een medewerker eist dat hij geen berichten plaatst die denigrerend, discriminerend, obsceen of niet respectvol zijn.

2.4.

In een brief van 2 april 2020 schreef ETZ aan [werknemer] het volgende:

Op 30 maart 2020 is door uw leidinggevende (...) met u gesproken over een tekst die u op 28 maart 2020 op Twitter (social media) hebt geplaatst, waarin u zich negatief heeft uitgelaten over artsen.

Het was duidelijk dat u werkzaam bent in ETZ, zodat ook duidelijk is dat uw uitspraak over “artsen waarmee u het gesprek aangaat” terugslaat op artsen werkzaam in ETZ.

U hebt geschreven: “Ik vind het heel bijzonder dat je dit allemaal doet. Ik werk zelf op een intensive care als verpleegkundige en probeer ook regelmatig de discussie omtrent pharmaceut en zijn techniek en dwang van misleiding aan te kaarten. Maar de meeste artsen zijn gewoon gehersenspoeld.

Met deze tekst hebt u de binnen ETZ geldende “gedragscode telefonie, e-mail, internet waaronder social media” overtreden. Ik verwijs u naar artikel 9 lid 3 waar is geschreven: dat onder niet toegestane communicatie op social media onder andere wordt verstaan het negatief uitlaten over werk en/of ziekenhuis door medewerkers.

ETZ verwacht van al haar medewerkers dat zij het geldend beleid van ETZ kent en daarnaar handelt. Van u in uw rol van vakbondsconsulent wordt dat al helemaal verwacht.

Hoewel het gebeurde aanleiding zou zijn voor het opleggen van een sanctie, is besloten om dat nu, vanwege de Corona crisis en uw noodzakelijke inzet daarbij, niet te doen. Ieders inzet in ETZ is thans gericht op het zo goed mogelijk behandelen van de toestroom van patiënten op de IC.

Ik verzoek u kennis te nemen van de “gedragscode telefonie, e-mail, internet waaronder social media” en dat u daar naar in het vervolg zult handelen.

(…)”.

2.5.

In een brief van 11 februari 2021 schreef het Organisatorisch Hoofd IC van ETZ aan [werknemer] :

We hebben op 19 januari jl. een constructief en open gesprek gehad (…) over Social Media gebruik, in het algemeen maar ook in jouw eigen situatie.

Zoals afgesproken refereer ik in deze brief naar ons gesprek. Het ziekenhuis en ik vertrouwen erop dat je bij Social Media gebruik rekening houdt met de belangen van het ziekenhuis en de gevolgen die het zou kunnen hebben op de beeldvorming van het ziekenhuis en de invloed op de relatie met je collega’s. Ook wil ik verwijzen in deze naar de eerder afgegeven officiële waarschuwing. (…)”.

2.6.

Op 11 september 2021 heeft [werknemer] zich gedurende circa een uur laten interviewen door de Stichting Buitenparlementaire Onderzoekscommissie 2020, een burgerinitiatief dat volgens haar website onderzoek doet naar “de proportionaliteit van het beleid en de maatregelen t.a.v. COVID-19” en onderzoekt “of de overheid zich aan de wet houdt”, waar partijen, naar de kantonrechter begrijpt, kennelijk ook van uitgaan. Een opname van dit interview is, conform de door BPOC met [werknemer] daarover gemaakte afspraak, verspreid via verschillende internetfora.

2.7.

Naar aanleiding van de verklaringen die [werknemer] in vermeld interview heeft gedaan is hij op 14 september 2021 door ETZ voor de duur van drie weken op non-actief gesteld.

2.8.

Op 20 september 2021 heeft tussen ETZ en [werknemer] , in aanwezigheid van zijn toenmalige gemachtigde, een gesprek plaatsgevonden dat volgens het daarvan opgemaakte verslag ten doel had [werknemer] “gelegenheid te bieden zijn kant van het verhaal te geven.”.

2.9.

Bij brief van 27 september 2021 heeft ETZ aan [werknemer] meegedeeld dat zijn op non-actiefstelling is verlengd en heeft zij aangekondigd een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te zullen indienen.

3 Het verzoek

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing