Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6072, 02/412296 HR RK 23-151 (E)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6072, 02/412296 HR RK 23-151 (E)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 29 augustus 2023
- Datum publicatie
- 5 september 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2023:6072
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2024:2096
- Zaaknummer
- 02/412296 HR RK 23-151 (E)
Inhoudsindicatie
Opzegging arbeidsovereenkomst en ontslag als statutair directeur. Ragetlie-regel van toepassing, want sprake van opvolgende arbeidsovereenkomsten. Aard van de werkzaamheden is na de inwerkingtreding van de Wwz niet meer relevant. Arbeidsovereenkomst is niet van rechtswege geëindigd, er was voorafgaande opzegging nodig. Opzegtermijn uit arbeidsovereenkomst is niet in acht genomen, waardoor achterstallig loon en vergoeding voor onregelmatige opzegging toewijsbaar zijn. Redelijke grond voor ontslag als statutair directeur ontbreekt, zodat een billijke vergoeding wordt toegewezen.
Uitspraak
Cluster II Handelszaken
Breda
zaak/rolnr.: 02/412296 HR RK 23-151
beschikking d.d. 29 augustus 2023
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. K.J. Hillebrandt
tegen
KHS Benelux B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Breda ,
verwerende partij
verder te noemen: KHS
gemachtigde: mr. I.K.M. Hoffmann
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- -
-
het verzoekschrift van [verzoeker] , ingekomen ter griffie op 28 april 2023;
- -
-
het verweerschrift van KHS , ingekomen ter griffie op 3 juli 2023;
- -
-
de aanvullende producties van [verzoeker] , ontvangen ter griffie op 5 juli 2023;
- -
-
de aanvullende productie van KHS , ontvangen ter griffie op 6 juli 2023.
Op 10 juli 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] en KHS hebben ook pleitaantekeningen overgelegd.
Na de mondelinge behandeling heeft de zaak een ander nummer gekregen, omdat het verzoek bij de rechtbank ten onrechte als kantonzaak in plaats van een handelszaak was geadministreerd. De zaak is nu bekend onder nummer 02/412296 HR RK 23-151. Het eerdere zaaknummer 10475415 AZ VERZ 23-25 is komen te vervallen en zal dan ook niet meer worden gebruikt. Aangezien bij handel een bedrag van € 314,00 aan griffierecht is verschuldigd voor een dergelijke procedure, is het (reeds bij kanton in rekening gebrachte) griffierecht met een bedrag van € 379,00 gecrediteerd.
2 De feiten
KHS is een groothandel in machines die gebruikt worden in de voedings- en genotmiddelenindustrie. KHS levert machines die gebruikt worden voor het vullen en verpakken van glas, PET, vaten, blikken en zakken. Bij KHS zijn 13 personen in dienst. Enig aandeelhouder van KHS is [aandeelhouder] , die deel uitmaakt van de Salzgitter Group.
[verzoeker] , geboren op [geboortedag] 1961, is op 19 september 2016 als [functie 1] in dienst getreden bij KHS op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsduur bedraagt 40 uur per week, tegen een salaris van € 11.329,53 bruto per maand, inclusief 8% vakantietoeslag, en een pensioenvergoeding van € 2.914,22 bruto per maand. De gemiddelde bonus over 2020-2022 bedroeg € 24.062,59 bruto per jaar (€ 2.005,22 per maand).
[verzoeker] was in de functie van [functie 1] aangenomen in afwachting van het vertrek van de [functie 2], de heer [naam 1] , op 30 mei 2017. [verzoeker] zou vanaf die datum de functie van [functie 2] vervullen.
Op 25 april 2017 is tussen [verzoeker] en KHS een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeengekomen voor de periode 1 maart 2017 tot 29 februari 2020, waarbij is overeengekomen dat [verzoeker] de functie van [functie 2] van KHS vervult.
In laatstgenoemde overeenkomst hebben partijen uitdrukkelijk afgeweken van de ketenregeling van artikel 7:66a lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
Ook is in de overeenkomst in artikel 14 opgenomen dat elk van partijen de arbeidsovereenkomst eerder kan beëindigen tegen het einde van de maand met een opzegtermijn van twaalf maanden voor KHS en zes maanden voor [verzoeker] .
Artikel 14 luidt als volgt:
“ 14. Renewal and termination of the contract
Mr. [verzoeker] shall receive a declaration no later than one month prior to the expiration of the contract as to whether and under what conditions a renewal of the contract will be offered.
Any offer for renewal of the contract shall be cancelled if Mr. [verzoeker] fails to declare his acceptance of the offer within four (4) weeks after receipt of this notification.
No time requirements shall apply for other bilateral offers and their acceptance/rejection. If no agreement can be reached regarding a renewal of the contract, then the contract shall end on the agreed date without the need for a notice of termination.
The contract shall end in any case on the day on which Mr. [verzoeker] reaches the state pension age.
KHS Benelux and Mr. [verzoeker] each have the right to terminate this employment contract prematurely as from the end of the month with due observance of the notice period that applies to them. The notice period applying to KHS Benelux is twelve (12) months, whereas the notice period applying to Mr. [verzoeker] is six (6) months.
KHS Benelux shall have the right to release Mr. [verzoeker] from the performance of his work duties, with continuation of his salary as well as crediting of vacation entitlements, for the period between the date that termination is announced and the date that employment ends.
The release from duties shall also include in particular the revocation of representational authority with immediate effect.
Op 30 mei 2017 is [verzoeker] bij aandeelhoudersbesluit benoemd tot statutair bestuurder.
Vanaf 1 maart 2020 is tussen KHS en [verzoeker] , onder dezelfde voorwaarden, een nieuwe
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeengekomen die zou eindigen op 28 februari 2023.
In verband met de implementatie van een nieuwe visie en nieuwe structuur (“ [project] ”)
van alle Europese vennootschappen binnen de KHS Groep kreeg [verzoeker] er vanaf 1 april 2022 een aantal taken bij op vennootschap overstijgend niveau als “Head of Business Center Europe West”.
Op 22 februari 2023 heeft de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) van [aandeelhouder] aan [verzoeker] meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst zes dagen later, op 28 februari 2023, van rechtswege zou eindigen en dat KHS de overeenkomst niet wilde verlengen, omdat dan in haar ogen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan. [naam 2] heeft ook gemeld dat KHS wegens te late aanzegging een aanzegvergoeding zou betalen aan [verzoeker] . Daarnaast heeft [naam 2] gemeld een eindafrekening op te stellen en dat de transitievergoeding betaald zou worden. [naam 2] heeft een schriftelijke bevestiging hiervan op 22 februari 2023 aan [verzoeker] gegeven. Op de schriftelijke bevestiging is als datum 20 februari 2023 vermeld.
[verzoeker] heeft bij brief van 28 februari 2023 geprotesteerd tegen het eindigen van de arbeidsovereenkomst. KHS heeft bij brief van 1 maart 2023 haar standpunt herhaald dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd.
Op 1 maart 2023 ontvangt [verzoeker] een e-mail van [aandeelhouder] met een concept aandeelhoudersbesluit om hem met ingang van 28 februari 2023 als statutair bestuurder te ontslaan. In het e-mailbericht valt te lezen:
“In line with our previous messages regarding the end of your fixes-term employment contract by operation of law on 28 February 2023, we inform you as follows.
Apart from the end of your employment contract under employment law, which has already happened automatically due the passage of time, your statutory appointment will also have to be terminated on 28 February 2023. We asked our notary to make a draft shareholders resolution in which your dismiss and your discharge for the conducted management is arranged. Based on the articles of association of KHS Benelux B.V. you can exercise the right to give your view on this draft shareholders resolution. Due to the specific fact that your employment contract was automatically terminated due to the passage of time, we have not further substantiated the dismiss in the draft you receive, because there are no reasons other than the passage of time. We have already explained that the reason orraly and in writing. This is a formality that must be arranged to have the matter properly arranged.
Attached you find the draft shareholders resolution of our notary which describes this issue. We hereby ask you to provide your view on the draft within two days, so before 04th of March 2023.
We believe this is an appropriate period given that your employment contract has already ended by operation of law end this is merely a formality that we must comply with.”.
[verzoeker] deelt (per e-mail van 3 maart 2023) in zijn zienswijze mee dat de
arbeidsovereenkomst naar zijn oordeel niet rechtsgeldig was geëindigd en dat voor zijn ontslag als statutair bestuurder derhalve geen deugdelijke grond aanwezig was.
Op 6 maart 2023 heeft de aandeelhouder [verzoeker] met terugwerkende kracht per 28 februari 2023 vennootschapsrechtelijk ontslagen als bestuurder.
Medio maart 2023 ontvangt [verzoeker] een loonstrook ter zake van de eindafrekening van het dienstverband per 28 februari 2023, waarin een pro rato pensioenvergoeding; een vergoeding schending aanzegtermijn; een transitievergoeding en een vergoeding voor openstaande vakantieuren is opgenomen.
Bij brief van 31 maart 2023 stelt [verzoeker] zich beschikbaar voor de bedongen werkzaamheden, maakt aanspraak op loondoorbetaling en de overige arbeidsvoorwaarden vanaf 1 maart 2023. [verzoeker] laat weten onder verwijzing naar de Ragetlie-regel van artikel 7:667 lid 4 BW dat de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd op 28 februari 2023, maar had moeten worden opgezegd. Hij houdt zich beschikbaar voor werk en meent recht te hebben op loondoorbetaling.
Bij brief van 15 april 2023 van de gemachtigde van KHS wordt het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 6 maart 2023 om [verzoeker] te ontslaan als bestuurder naar zijn gemachtigde gestuurd.
3 Het geschil
[verzoeker] verzoekt:
I. Voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet van rechtswege is geëindigd op 28 februari 2023.
II. KHS te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van € 227.485,58 bruto ter zake achterstallig loon en een vergoeding voor onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst.
III. KHS te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van € 8.350,16 bruto ter zake de transitievergoeding.
IV. KHS te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] een billijke vergoeding van € 206.224,84 bruto.
V. KHS te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag € 1.604,64 (inclusief btw) ter zake buitengerechtelijke kosten.
VI. KHS te veroordelen tot betalingen aan [verzoeker] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening.
VII. KHS te veroordelen in de kosten van de procedure.
[verzoeker] legt – samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag aan zijn verzoek. Aan [verzoeker] is tijdens een gesprek op 22 februari 2023 medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst op 28 februari 2023 van rechtswege zou eindigen. Dat is echter niet juist. Op grond van de Ragetlie-regel, welke ook voor een statutair bestuurder geldt, is voorafgaande opzegging vereist, welke opzegging niet heeft plaatsgevonden. De (1e) arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd is niet geëindigd door een rechtsgeldige opzegging of door een ontbinding door de kantonrechter, zodat de opvolgend€ arbeidsovereenkomst(en) voor bepaalde tijd dient te worden opgezegd. Ook zijn de functie en de aard van de werkzaamheden van [verzoeker] niet gewijzigd op het moment dat partijen de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zijn aangegaan De werkzaamheden van [verzoeker] stonden vanaf het begin van zijn dienstverband in het teken van het vervullen van de functie van [functie 2]. Dit is – anders dan KHS betoogt – niet relevant voor de toepasselijkheid van de Ragetlie-regel. Bovendien is door KHS niet de juiste opzegtermijn van de arbeidsovereenkomst in acht genomen. Aan [verzoeker] is ook ontslag verleend als statutair bestuurder, waardoor automatisch zijn arbeidsovereenkomst is geëindigd. Het vennootschapsrechtelijk ontslag is verleend op 6 maart 2023, maar kan geen terugwerkende kracht hebben. [verzoeker] is pas bij brief van 15 april 2023 op de hoogte gesteld van het aandeelhoudersbesluit van 6 maart 2023. KHS had de opzegtermijn van twaalf maanden uit artikel 14 van de arbeidsovereenkomst in acht moeten nemen, zodat de arbeidsovereenkomst pas per 1 mei 2024 wordt beëindigd. KHS is dan ook nog een vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd, alsmede het loon over de opzegtermijn over de periode 1 maart 2023 tot 1 mei 2024. De transitievergoeding moet eveneens worden berekend op basis van de einddatum van 1 mei 2024. Ook dient de bruto pensioenvergoeding in die berekening te worden meegenomen nu dit bedrag netto aan [verzoeker] wordt uitgekeerd en in feite loon is. Tevens moet de gemiddelde bonus meegenomen worden bij de berekening van de transitievergoeding. Tot slot verzoekt [verzoeker] een billijke vergoeding, omdat een redelijke grond voor opzegging als bedoeld in 7:669 BW ontbreekt en KHS ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet tijdig en zorgvuldig met [verzoeker] te bespreken.
KHS voert – voor zover van belang – het volgende verweer. De arbeidsovereenkomst met [verzoeker] is van rechtswege geëindigd op 28 februari 2023. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die op 19 september 2016 is ingegaan zag op de functie van [functie 1] . Omdat de functie en taken van [verzoeker] wezenlijk zouden veranderen is op 1 maart 2017 een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeengekomen. Vanaf die datum vervulde [verzoeker] zijn werkzaamheden als statutair bestuurder. In die arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd zijn partijen uitdrukkelijk afgeweken van de ketenregeling van artikel 7:668a lid 7 BW. Ook zijn partijen in artikel 14 afgeweken van de wettelijke opzegtermijn, indien de arbeidsovereenkomst voortijdig zou worden beëindigd. Als de arbeidsovereenkomst vóór 29 februari 2020 zou zijn opgezegd door KHS zou een opzegtermijn van twaalf maanden hebben te gelden en bij opzegging door [verzoeker] zou een opzegtermijn van zes maanden gelden. Op 1 maart 2020 is door partijen een arbeidsovereenkomst tot 28 februari 2023 en het statutair bestuurderschap met [verzoeker] voorgezet onder dezelfde voorwaarden, zodat ook de bepaling met betrekking tot de mogelijkheid van tussentijdse opzegging voor die overeenkomst heeft te gelden. Aangezien die laatste overeenkomst niet tussentijds is opgezegd, is de overeenkomst van rechtswege geëindigd. Tijdens een gesprek op 22 februari 2022 is besproken dat er geen nieuwe arbeidsovereenkomst zou worden aangeboden en de (3e) arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen. De Ragetlie-regel is niet van toepassing, omdat ook na de wijzigingen in het kader van de Wwz, waarbij in artikel 7:667 lid 4 BW het woord “voortgezet” is vervangen door “opgevolgd” de wetgever niet heeft bedoeld te breken met het vereiste dat de opvolgende arbeidsovereenkomst niet te veel dient te verschillen van de eerdere arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Daarom was opzegging niet nodig, want de functie en werkzaamheden van [verzoeker] zijn bij het aangaan van het opvolgende contract voor bepaalde tijd als statutair bestuurder zowel qua inhoud van de functie als qua verantwoordelijkheden en plichten veranderd ten aanzien van de eerdere functie als [functie 1] . In dat kader is ook van belang dat voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst van een statutair bestuurder speciale opzegregels zijn bedacht en er géén preventieve ontslagtoets geldt. Had de arbeidsovereenkomst opgezegd moeten worden, dan was KHS een verbetertraject gestart wegens disfunctioneren (d-grond) en/of had zij gezien het verschil van inzicht in het te voeren beleid tussen haar [verzoeker] (h-grond) daarover melding gemaakt bij haar ontslagbesluit. KHS had verwacht dat [verzoeker] een duidelijk klantperspectief zou hebben bij Heineken, maar [verzoeker] zag ondersteuning van de afdeling verkoop in externe betrekkingen niet als zijn taak. Ook was er sprake van een agressief aanhoudende communicatie door [verzoeker] . Tevens was er een verschil van inzicht met betrekking tot de implementatie van “ [project] ”. Tot slot stelt KHS zich op het standpunt dat [verzoeker] haar tijdig had moeten informeren dat voor de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst opzegging nodig was. Hij heeft dit nagelaten waardoor aandeelhouders in een onjuiste veronderstelling van zaken verkeerde. Door dit niet te melden, heeft [verzoeker] ingevolge artikel 2:9 BW in strijd gehandeld met een behoorlijke taakvervulling als enig bestuurder van de vennootschap. De verzoeken van [verzoeker] moeten dan ook worden afgewezen, dan wel bij toewijzing van enige vergoeding deze te matigen.
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover nodig – nader ingegaan.