Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-01-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6243, 10284904 VV EXPL 23-3 (E)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-01-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6243, 10284904 VV EXPL 23-3 (E)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 25 januari 2023
- Datum publicatie
- 28 november 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2023:6243
- Zaaknummer
- 10284904 VV EXPL 23-3 (E)
Inhoudsindicatie
Kort geding, verbod ontruiming gehuurde voor de duur van de bodemprocedure, reële dreiging van eigenrichting in de vorm van ontruiming door verhuurder zonder executoriale titel.
Uitspraak
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10284904 \ VV EXPL 23-3
vonnis in kort geding d.d. 25 januari 2023
inzake
[eiser] ,
thans zonder bekende woonplaats doch uitdrukkelijk woonplaats gekozen hebbende te [plaats] ,
eiser,
verder te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. C.G. Huismans,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: [naam] , gerechtsdeurwaarder.
1 Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 17 januari 2023 met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 januari 2023. Aanwezig waren [gedaagde] , bijgestaan door de heer [naam] , en mr. Huijsmans. Ter zitting heeft mr. Huijsmans spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat is besproken.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.
2 De feiten
Tussen [gedaagde] als verhuurder en [eiser] als huurder bestaat met ingang van 1 november 2021 een huurovereenkomst voor de woonruimte aan de [adres] te [plaats] (hierna: de huurovereenkomst en het gehuurde).
[eiser] heeft vanaf juni 2021 een achterstand laten ontstaan in de betalingen van de huur. Als gevolg daarvan heeft [gedaagde] op 15 september 2022 [eiser] gedagvaard en vordert hij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsmede betaling van de huurachterstand (hierna: de bodemprocedure). De bodemprocedure staat voor vonnis op 22 februari 2023 en is bekend onder zaak-/rolnummer 10115643 \ CV EXPL 22-2437.
In het weekend van 14 tot 15 januari 2023 heeft [gedaagde] de volgende whatsappberichten naar [eiser] gestuurd:
[afbeelding is geanonimiseerd]
3 Het geschil
[eiser] vordert bij wege van voorlopige voorziening bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
Primair
I. Voor het geval [gedaagde] [eiser] reeds heeft ontruimd, [gedaagde] te veroordelen om [eiser] binnen een dag na betekening van het ten deze te wijzen vonnis toe te laten tot het gehuurde om als huurder tot aan het einde van de huurovereenkomst gebruik te maken van het gehuurde, op straffe van een dwangsom van € 2.000 per dag of een gedeelte daarvan waarop [gedaagde] daarmee in gebreke is gebleken.
II. [gedaagde] te veroordelen om zich na terugkeer van [eiser] in het gehuurde te onthouden van verdere ontruimingshandelingen zonder daaraan ten grondslag liggende ontruimingstitel op straffe van een dwangsom van € 40.000 voor iedere keer dat [gedaagde] [eiser] alsnog ontruimt.
Subsidiair
III. [gedaagde] te veroordelen tot nakoming van de huurovereenkomst, deswege door [gedaagde] te verbieden om [eiser] te ontruimen voor de duur van de bodemprocedure, op straffe van een dwangsom van € 40.0000;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagde] hem uit het gehuurde wil (laten) ontruimen, dan wel dat hiertoe een reële dreiging bestaat, zonder dat [gedaagde] daar een executoriale titel voor heeft. Deze dreiging vloeit voort uit gevoerde telefoongesprekken, door [gedaagde] verstuurde whatsappberichten en dat [gedaagde] op 17 en 18 januari 2023 daadwerkelijk bij [eiser] aan de deur is geweest. [eiser] gaat er dan ook vanuit dat [gedaagde] zijn voornemen zal uitvoeren.
[gedaagde] heeft ter zitting verweer gevoerd.
De standpunten van partijen komen hierna – voor zover relevant – nader aan de orde.