Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:18, 10721518 AZ VERZ 23-37
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:18, 10721518 AZ VERZ 23-37
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 3 januari 2024
- Datum publicatie
- 26 januari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2024:18
- Zaaknummer
- 10721518 AZ VERZ 23-37
Inhoudsindicatie
Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat werknemer onvoldoende meewerkt aan de re-integratie. Werknemer heeft niet voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen. Het is aannemelijk dat werknemer zich door zijn geestelijke problemen niet steeds volledig bewust was dat hij zijn re-integratieverplichtingen verzuimde. Dat betekent niet dat hem in dat verband geen verwijt kan worden gemaakt of dat zijn geestelijke problemen een deugdelijke grond opleveren om de re-integratieverplichtingen niet op te volgen, maar het maakt wel dat het verwijtbaar handelen van werknemer niet kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met in achtneming van de opzegtermijn. Daarnaast komt werknemer een transitievergoeding toe vanwege het beeindigen van de arbeidsovereenkomst.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer / rekestnummer: 10721518 \ AZ VERZ 23-37
Beschikking van 3 januari 2024
in de zaak van
ROOMPOT RECREATIE B.V.,
te Goes,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Roompot,
gemachtigden: mr. D.N.C. Doolaege en mr. drs. E.A.P. Ficq,
tegen
[verweerder] B.V.,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[rechthebbende] ,
te [plaats] ,
verwerende partij,
hierna respectievelijk te noemen: de bewindvoerder en [rechthebbende] ,
vertegenwoordigd door [naam] .
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 26 september 2023 ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 32;
- de mondelinge behandeling gehouden op 6 december 2023, alsmede de door [naam] op de mondelinge behandeling overgelegde zeven ongenummerde producties.
2 De feiten
[rechthebbende] is op 22 maart 2018 in dienst getreden van Roompot. Hij heeft op dit moment de functie van Medewerker bediening bij Roompot Beach Resort.
Op 27 juni 2022 heeft [rechthebbende] zich ziek gemeld. Per 18 september 2022 heeft hij zich weer beter gemeld en op 19 september 2022 heeft hij zijn werkzaamheden hervat.
Per 7 oktober 2022 heeft [rechthebbende] zich een tweede keer ziek gemeld.
De bedrijfsarts heeft op 1 december 2022 een probleemanalyse opgesteld. Daarin staat dat [rechthebbende] arbeidsongeschikt was voor het eigen werk, maar dat er mogelijkheden waren voor aangepaste werkzaamheden, bijvoorbeeld administratieve taken.
Roompot heeft vanaf 10 januari 2023 per e-mail en per telefoon geprobeerd om een afspraak te maken met [rechthebbende] voor het opstellen van een plan van aanpak voor de re-integratie. Die afspraak heeft niet plaatsgevonden. Evenmin is een plan van aanpak tot stand gekomen.
Bij brief van 28 februari 2023 heeft Roompot [rechthebbende] opgeroepen zich te melden op 3 maart 2023 om 10:00 uur op het park van Roompot om een plan van aanpak op te stellen. Daarbij is aangekondigd dat indien [rechthebbende] niet zou verschijnen, Roompot een loonstop zou toepassen. [rechthebbende] is niet op de afspraak op 3 maart 2023 verschenen. Evenmin heeft hij zich afgemeld. Roompot heeft vanaf 3 maart 2023 de loonstop toegepast.
Bij brief van 30 maart 2023 heeft Roompot [rechthebbende] bericht dat zij het gedrag van [rechthebbende] kwalificeerde als ernstig verwijtbaar en dat zij de arbeidsovereenkomst per 1 april 2023 ontbond. Na tussenkomst van de advocaat mr. Van de Wijnckel voor de bewindvoerder en [rechthebbende] heeft Roompot het ontslag ingetrokken en [rechthebbende] opnieuw laten oproepen voor een afspraak bij de bedrijfsarts op 25 mei 2023. [rechthebbende] heeft die afspraak op 21 mei 2023 afgezegd. De afspraak bij de bedrijfsarts is vervolgens verplaatst naar 1 juni 2023. Op die afspraak is [rechthebbende] niet verschenen. Evenmin is van hem een afmelding ontvangen.
Op 2 juni 2023 heeft Roompot aan het UWV een deskundigenoordeel gevraagd over de re-integratie-inspanningen van [rechthebbende] . Het UWV heeft geoordeeld in het deskundigenoordeel van 7 augustus 2023 dat [rechthebbende] onvoldoende meewerkte aan zijn re-integratie.
3 Het geschil
Roompot verzoekt:
a. de arbeidsovereenkomst tussen haar en [rechthebbende] te ontbinden op grond van
verwijtbaar handelen en nalaten aan de zijde van [rechthebbende] ;
te verklaren voor recht dat geen transitievergoeding is verschuldigd bij een ontbinding
vanwege ernstig verwijtbaar handelen en nalaten door [rechthebbende] ;
bij het bepalen van de einddatum geen rekening te houden met de opzegtermijn van
[rechthebbende] en de arbeidsovereenkomst dadelijk te ontbinden, nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [rechthebbende] , dan wel indien geen sprake mocht zijn van ernstig verwijtbaar handelen van [rechthebbende] , bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de ontbindingsbeschikking;
[rechthebbende] in de kosten van de onderhavige procedure te veroordelen.
Roompot legt aan haar verzoek ten grondslag dat [rechthebbende] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door zijn re-integratieverplichtingen niet na te komen.
De bewindvoerder voert verweer.
Op de standpunten van partijen zal – voor zover van belang – onder de beoordeling worden ingegaan.