Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3643, C/02/415230 / HA ZA 23-559 (E)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-05-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3643, C/02/415230 / HA ZA 23-559 (E)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 29 mei 2024
- Datum publicatie
- 7 juni 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2024:3643
- Zaaknummer
- C/02/415230 / HA ZA 23-559 (E)
Inhoudsindicatie
Erfrecht, verdeling, ontbonden huwelijksgemeenschap, nalatenschap.
Uitspraak
Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/415230 / HA ZA 23-559
Vonnis van 29 mei 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie] ,
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie] ,
advocaat: mr. L.E.M. de Vries-Blom,
tegen
[gedaagde in conventie] ,
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
advocaat: mr. W.H.P. de Jongh.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 januari 2024 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte vermindering van eis van [eiseres in conventie] ;
- de akte van [eiseres in conventie] van 2 april 2024 met producties 13 en 14;
- de akte van [gedaagde in conventie] van 4 april 2024 met producties 13 tot en met 16;
- de akte van [gedaagde in conventie] van 5 april 2024 met productie 17;
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres in conventie] met productie 15;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Daarna is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiseres in conventie] is de dochter van [erflaatster] , overleden op [datum] 2021 (hierna: erflaatster). Erflaatster was tot haar overlijden gehuwd met [gedaagde in conventie] . Het huwelijk is door het overlijden van erflaatster ontbonden. [eiseres in conventie] is een kind uit een eerder huwelijk van erflaatster.
Op 12 december 2020 heeft erflaatster de echtelijke woning verlaten. Zij is in ouderen- en verzorgingstehuis [verzorgingshuis] te [plaats] gaan wonen.
Op verzoek van de notaris heeft [naam 1] als onafhankelijk arts op 28 december 2020 onderzocht of erflaatster in staat was om haar belangen naar behoren te behartigen. In de medische verklaring staat:
“[…] [erflaatster] e/v [gedaagde in conventie] […] gelet op haar lichamelijke en geestelijke toestand goed in staat wordt geacht haar belangen naar behoren te kunnen behartigen.
Cliënte was op de hoogte van mijn komst en begreep het doel van het onderzoek goed. De kennismaking verliep goed. Er was sprake van een goede oriëntatie in persoon, plaats en tijd. De aandacht en concentratie waren goed. Cliënte was helder van geest, coöperatief, goed in staat zich uit te drukken en logisch te beargumenteren ten aanzien van het opstellen van het testament en levenstestament. De wensen van de bepalingen zijn te begrijpen vanuit de familie- en leefomstandigheden. […]”
In haar laatste testament van 29 december 2020 heeft erflaatster alle eerdere uiterste wilsbeschikkingen herroepen – waaronder een testament uit 2003 waarin de wettelijke verdeling van toepassing was verklaard – en [eiseres in conventie] benoemd tot haar enige erfgenaam en tot executeur van de nalatenschap.
[eiseres in conventie] heeft de nalatenschap zuiver aanvaard en tevens de benoeming tot executeur aanvaard. [eiseres in conventie] heeft [notaris] toegevoegd als executeur van de nalatenschap. Bij beschikking van 21 oktober 2022 is de notaris op zijn verzoek ontslagen als executeur.
3 Het geschil
in conventie
[eiseres in conventie] vordert - samengevat - na vermindering van haar eis om:
I. de verdeling vast te stellen van de huwelijksgoederengemeenschap tussen erflaatster en [gedaagde in conventie] ;
II. [gedaagde in conventie] te veroordelen om aan [eiseres in conventie] een bedrag van € 37.014,82 te betalen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van overlijden;
III. veroordeling van [gedaagde in conventie] in de kosten van de procedure, vermeerderd met de nakosten.
[gedaagde in conventie] voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
[eiser in reconventie] vordert - samengevat - om:
I. voor recht te verklaren dat het testament van erflaatster van 29 december 2020 nietig is;
II. voor recht te verklaren dat de nalatenschap van erflaatster dient te worden afgewikkeld op basis van het testament van erflaatster van 24 februari 2003, en subsidiair te bepalen dat het testament van 29 december 2020 op basis van de redelijkheid en billijkheid zonder gevolgen dient te blijven, althans aan [verweerster in reconventie] de erfrechtelijke bevoordeling uit dat testament te onthouden;
in voorwaardelijke reconventie
III. [verweerster in reconventie] te veroordelen tot terugbetaling aan [eiser in reconventie] van een bedrag van € 22.560,00;
IV. [verweerster in reconventie] te veroordelen tot terugbetaling aan [eiser in reconventie] van een bedrag van € 27.560,00.
[verweerster in reconventie] voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.