Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4705, 11000384 OV VERZ 24-1249

Gegevens

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak: 4 juli 2024

Datum publicatie: 16 juli 2024

ECLI: ECLI:NL:RBZWB:2024:4705

Zaaknummer: 11000384 OV VERZ 24-1249

Inhoudsindicatie

Vaststelling loon executeur wegens onvoorziene omstandigheden ogv artikel 4:144 lid 3 BW jo artikel 4:159 lid 3 BW.

Uitspraak

Cluster I Civiele kantonzaken

Bergen op Zoom

zaak/rolnr.: 11000384 OV VERZ 24-1249

beschikking d.d. 4 juli 2024

op een verzoek van

mr. [verzoeker], notaris te [plaats] , nader te noemen verzoeker,

executeur in de nalatenschap van:

de heer [erflater] ,

laatstelijk gewoond hebbend te [woonplaats 1] ,

overleden te [woonplaats 1] op [datum] 2023,

nader te noemen erflater.

1 De procedure

1.1

Ter griffie van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, team Civiel, locatie Bergen op Zoom, werd op 15 maart 2024 een verzoekschrift ontvangen. Het verzoek strekt ertoe het loon van de executeur vast te stellen. Op 29 april 2024 werd een aanvulling op het verzoek ontvangen.

1.2

De kantonrechter heeft vervolgens beschikking bepaald.

2 De feiten

2.1

Erflater heeft bij testament, verleden op 31 december 2013, over zijn nalatenschap beschikt. Hij heeft daarbij zijn echtgenote, mevrouw [de echtgenote] , tot executeur benoemd. In het testament is verder bepaald dat de executeur geen recht heeft op loon en dat de (kanton)rechter op grond van onvoorziene omstandigheden op verzoek van de executeur de beloning anders kan regelen. [de echtgenote] heeft de functie van executeur aanvaard.

2.2

Bij Akte benoeming opvolgend executeur d.d. 1 februari 2024 heeft mevrouw [de echtgenote] verzoeker benoemd als opvolgend executeur. De benoeming is door verzoeker aanvaard.

3 de beoordeling

3.1

Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn verzoek aangevoerd dat gelet op onderlinge verhoudingen tussen de erfgenamen het de wens van betrokkenen was om de erfenis van erflater af te laten wikkelen door een professioneel executeur. In het testament is niet voorzien op een dergelijke situatie. Verzoeker verzoekt daarom op grond van artikel 4:144 lid 3 BW jo 4:159 lid 3 BW zijn beloning vast te stellen op € 185,- exclusief btw.

3.3

Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt mevrouw [de echtgenote] voornoemd, wonende te [woonplaats 2] , de heer [belanghebbende 1] , wonende te [woonplaats 3] (België), mevrouw [belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats 4] en de heer [belanghebbende 3] , wonende te [woonplaats 5] , Bij brieven van de griffier d.d. 3 mei 2024 en 16 mei 2024 zijn genoemde belanghebbenden in de gelegenheid gesteld een schriftelijke reactie te geven op het verzoekschrift. Mevrouw [de echtgenote] , de heer [belanghebbende 1] en de heer [belanghebbende 3] hebben ingestemd met het verzoek. Van mevrouw [belanghebbende 2] werd geen reactie ontvangen.

3.4

De kantonrechter overweegt als volgt.

3.5

Op de beloning van de executeur is, gelet op het bepaalde in artikel 4:144 BW, artikel 4:159 lid 3 BW van overeenkomstige toepassing. Daarin is onder meer bepaald dat de kantonrechter op grond van onvoorziene omstandigheden hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek (…), voor bepaalde of onbepaalde tijd, de beloning anders kan regelen dan bij uiterste wil of de wet is aangegeven. Vast staat dat erflater bij testament heeft bepaald dat de executeur geen loon toekomt. Aannemelijk is dat erflater bij het vastleggen van die bepaling er in beginsel vanuit is gegaan dat de door hem benoemde executeur, tevens erfgename, als executeur zou blijven fungeren. Verzoeker doet een beroep op een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 4:159 lid 3 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter is met de benoeming van verzoeker als professioneel executeur, sprake van een onvoorziene omstandigheid die een wijziging van de beloning rechtvaardigt. Het door verzoeker gehanteerde tarief komt de kantonrechter redelijk voor. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen. Een mondelinge behandeling van het verzoek kan naar het oordeel van de kantonrechter achterwege blijven.

3.6

Beslist wordt derhalve als volgt: