Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7097, 10835834 CV EXPL 23-3850 (E)

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-10-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:7097, 10835834 CV EXPL 23-3850 (E)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
16 oktober 2024
Datum publicatie
18 november 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:7097
Zaaknummer
10835834 CV EXPL 23-3850 (E)

Inhoudsindicatie

De term "werkzaam bij" in de cao USAVG dient te worden gelezen als "in dienst van" gelet op de tekst van de gehele cao en rekening houdende met de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe verschillende tekstinterpretaties kunnen leiden. Eiser voldoet niet aan de voorwaarden voor een beroep op de regeling voor vervroegde uittreding.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Bergen op Zoom

Zaaknummer: 10835834 \ CV EXPL 23-3850

Vonnis van 16 oktober 2024

in de zaak van

1 [eiseres] B.V.,

te [plaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. S.J. Kremer,

2. [eiser],

te [plaats 2] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. E. Vroege,

tegen

STICHTING UITVOERINGSREGELINGEN SAVG,

te Roosendaal,

gedaagde partij,

hierna te noemen: de stichting,

gemachtigden: mr. A.A. Boutens en mr. Y.L. Smit.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 6 maart 2024 en de daarin vermelde stukken;

- de brief van mr. Kremer van 5 september 2024 met producties 15 tot en met 18;

- de brief van mr. Smit van 6 september 2024 met productie 5;

- de mondelinge behandeling van 18 september 2024, alsmede de op die mondelinge behandeling door mr. Kremer overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen en de door mr. Boutens overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] is vanaf 2010 werkzaam bij [eiseres] .

2.2.

Van 2010 tot en met 2013 werkte [eiser] in dienst van [eiseres] .

2.3.

Van 2013 tot en met 2018 werkte [eiser] in dienst van [B.V.] (hierna: [B.V.] ). Hij was toen tewerkgesteld bij [eiseres] .

2.4.

In 2019 is [eiser] opnieuw in dienst getreden van [eiseres] .

2.5.

Op de arbeidsovereenkomsten tussen [eiser] en [eiseres] zijn de cao Schilders-, afwerkings-, vastgoedonderhoud- en glaszetbedrijf (hierna: de cao SAVG) en de cao Uitvoeringsregelingen voor het schilders-, afwerkings-, vastgoedonderhoud- en glaszetbedrijf (hierna: de cao USAVG) van toepassing. In de cao USAVG staat in hoofdstuk 1: “Begrippen, werkingssfeer en looptijd”, artikel 1 lid 2:

WERKGEVER : elke natuurlijke of rechtspersoon die, bij een bedrijfsbeoefening als bedoeld in artikel 5 hoofdstuk 1 van deze CAO, in Nederland arbeid doet verrichten door een of meer werknemers.”

in lid 3:

WERKNEMER : hij of zij, die in Nederland voor een bedrijf of een afdeling van een bedrijf als bedoeld in artikel 5 hoofdstuk 1 van de CAO, werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst.”

in lid 4:

WERKNEMER UTA (UITVOEREND, TECHNISCH EN ADMINISTRATIEF PERSONEEL): de werknemer, hij of zij die in Nederland voor een bedrijf of een afdeling van een bedrijf als bedoeld in artikel 5 hoofdstuk 1 van deze CAO, werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst, die uitsluitend of in hoofdzaak een functie vervult of werkzaamheden verricht als beschreven in onder andere de volgende referentiefuncties: administratief medewerker, secretaresse/management assistent, financieel administratief medewerker, office manager, hoofd administratie, controller, materiaal beheerder, werkvoorbereider, calculator, calculator/werkvoorbereider, onderhoudsadviseur/ RGS-adviseur, hoofd bedrijfsbureau, uitvoerder, projectleider of bedrijfsleider dan wel soortgelijke functies.”

in lid 5:

LEERLING-WERKNEMER : elke natuurlijke persoon die werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst en voor wie of door wie een beroepspraktijkvormingsovereenkomst met een bedrijf of een opleidingsbedrijf is afgesloten, waarbij de werkgever waar de beroepspraktijkvorming voor een belangrijk deel plaats vindt, onder de reikwijdte van deze CAO valt.”

en in lid 6:

NIET ALS WERKNEMER in de zin van deze CAO worden beschouwd:

  1. wakers, huishoudelijk personeel, portiers, kantinepersoneel, magazijnbedienden en bezorgers;

  2. stagiaires;

  3. directeuren, zij die de functie van directeur bekleden;

  4. vakantiewerkers. Hieronder worden verstaan de werknemers die als regel dagonderwijs volgen en in de periode mei tot en met augustus voor maximaal 6 weken in dienst van een werkgever zijn.”

In artikel 5 lid 1 staat:

“De bepalingen van deze CAO zijn – met inachtneming van de definities genoemd in dit artikel en van de beperkingen omschreven in lid 7 van dit artikel – van toepassing op bedrijven waarin en voor zover daarin het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf als hoofdbedrijf of als wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering wordt uitgeoefend.”

Hoofdstuk 8: “Reglement tijdelijke regeling vervroegd uittreden” biedt een reglement voor vervroegde uittreding (hierna: de RVU). In artikel 2 lid 1 staat:

“Recht op een uitkering, onder de voorwaarden als uitgewerkt in dit reglement, heeft de werknemer die:

  1. in de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 op uittredingsdatum een leeftijd heeft bereikt die maximaal drie jaar vóór zijn AOW-gerechtigde leeftijd ligt,

  2. direct voorafgaand aan de uittredingsdatum werknemer is,

  3. op 1 juli 2021 werknemer was,

  4. in de periode van 25 jaar direct voorafgaand aan de uittredingsdatum ten minste 20 jaar werkzaam is geweest bij één of meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao. Dit dient te worden aangetoond door de werknemer bij de aanvraag door middel van:

  1. een Uniform PensioenOverzicht waaruit blijkt dat er € 5.000,- ouderdomspensioen is opgebouwd bij Bpf Schilders, en

  2. een Verzekeringsbewijs van UWV met betrekking tot het arbeidsverleden (via www.mijnuwv.nl ) waaruit een arbeidsverleden blijkt van minimaal 20 jaar.”

2.6.

De stichting is belast met de uitvoering van regelingen in de cao USAVG, waaronder de RVU.

2.7.

[eiser] heeft op of omstreeks 10 oktober 2022 een verzoek gedaan aan de stichting tot toekenning van een uitkering op grond van de RVU. De stichting heeft die uitkering geweigerd.

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing