Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2796, 11317715 CV EXPL 24-3419 (E)

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2796, 11317715 CV EXPL 24-3419 (E)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
7 mei 2025
Datum publicatie
13 mei 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:2796
Zaaknummer
11317715 CV EXPL 24-3419 (E)

Inhoudsindicatie

Verrekening studiekosten. Mag werkgever studiekosten met het loon van werknemer verrekenen? Artikel 7:611a lid 2 juncto artikel 7:611a lid 4 BW. Hoge Raad 10 juni 1983 (Muller / Van Opzeeland). Werkgever heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat de consequenties voor de werknemer zijn indien het tot de situatie komt dat hij studiekosten zou moeten terugbetalen. Verrekening studiekosten is onterecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Breda

Zaaknummer: 11317715 \ CV EXPL 24-3419

Vonnis van 7 mei 2025

in de zaak van

[werknemer] ,

te [plaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [werknemer] ,

gemachtigde: mr. S.J. de Leng- van Vliet, als jurist werkzaam bij FNV Individuele Belangenbehartiging Weert,

tegen

[werkgever] B.V.,

te [plaats 2] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [werkgever] ,

gemachtigde: mr. R.G. Verheij, advocaat te Leiden.

1 De zaak in het kort

1.1.

In deze zaak gaat het om de vraag of [werkgever] op grond van het tussen partijen overeengekomen studiekostenbeding gerechtigd was om een bedrag aan studiekosten met het loon van [werknemer] te verrekenen.

1.2.

De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is en wijst de vorderingen van [werknemer] tot (terug)betaling van het door [werkgever] verrekende bedrag aan studiekosten toe. Hieronder legt de kantonrechter dit oordeel uit.

2 De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;- de conclusie van antwoord met producties;- de conclusie van repliek;- de conclusie van dupliek met producties.

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten

3.1.

[werknemer] is op 1 mei 2022 op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor de tijd van twaalf maanden in dienst getreden van [werkgever] in de functie van accountmanager, tegen een salaris van laatstelijk € 4.264,00 bruto per maand. [werkgever] heeft [werknemer] bij brief van 14 maart 2023 medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst is verlengd tot 1 mei 2024. Ook heeft [werkgever] in deze brief aan [werknemer] medegedeeld dat alle overige bepalingen in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst van 1 mei 2022 onverminderd van kracht blijven.

3.2.

[werknemer] heeft zich op 17 maart 2023 ingeschreven voor een tweedaagse cursus Hydrauliek-basis aan het [opleidingsinstituut] te [plaats 3] . De cursus werd gegeven op 26 mei 2023 en 2 juni 2023. De kosten van deze cursus bedroegen € 1.130,00 exclusief btw. Deze kosten zijn door [werkgever] aan het [opleidingsinstituut] voldaan.

3.3.

[werknemer] heeft [werkgever] per e-mail van 31 mei 2023 bericht dat hij zijn arbeidsovereenkomst opzegt tegen 1 juli 2023. Ook heeft [werknemer] in deze e-mail aan [werkgever] kenbaar gemaakt dat hij de tweede cursusdag van de cursus Hydrauliek-basis zal afzeggen.

3.4.

[werkgever] heeft bij brief van 6 juni 2023 bevestigd dat de arbeidsovereenkomst door de opzegging door [werknemer] per 1 juli 2023 is beëindigd. In de brief is ten aanzien van de studiekosten het volgende vermeld: “In verband met de gestarte cursus Hydrauliek aan het [opleidingsinstituut] verwijzen wij naar hetgeen contractueel vastgelegd is. Bij beëindiging van het dienstverband binnen een jaar voor start/behalen van diploma ben je 100% van het cursusbedrag aan ons verschuldigd. Dit zou voor jou neerkomen op € 1130,-. Graag willen wij uit coulance jouw tegemoet komen en 50% van dit bedrag in rekening brengen bij de eindafrekening.

3.5.

[werkgever] heeft op de eindafrekening een bedrag van € 565,00 netto in mindering gebracht onder vermelding van “netto inhouding studie kst.

3.6.

[werknemer] heeft per e-mail van 18 juni 2023 zijn bezwaren tegen deze inhouding geuit. De gemachtigde van [werknemer] heeft [werkgever] hierna tot (terug)betaling van het ingehouden bedrag aan studiekosten verzocht.

4 Het geschil

5 De beoordeling

6 De beslissing