Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2931, 24/6648 en 24/6649
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2931, 24/6648 en 24/6649
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 20 mei 2025
- Datum publicatie
- 20 mei 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2025:2931
- Zaaknummer
- 24/6648 en 24/6649
Inhoudsindicatie
Uitspraak op een verzoek om bekrachtiging van een onteigeningsbeschikking, als bedoeld in artikel 16.93, eerste lid, van de Omgevingswet. Daarnaast is één bedenking ingediend. De rechtbank wijst het verzoek gedeeltelijk toe. De rechtbank wijst het verzoek gedeeltelijk af, omdat de noodzaak voor onteigening ten aanzien van één van de percelen ontbreekt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummers: 24/6648 en 24/6649
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 mei 2025 op het verzoek om bekrachtiging van een onteigeningsbeschikking van
de gemeenteraad van de gemeente Gilze en Rijen (de raad),
(gemachtigde: mr. C.J.M. Weebers-Vrenken).
Tegen de onteigeningsbeschikking is een bedenking ingediend door belanghebbende:
[belanghebbende] , uit [plaats 1] ,
(gemachtigde: mr. E.H.E.J. Wijnen).
Inleiding
Het college van de gemeente Gilze en Rijen (het college) heeft de rechtbank op 5 september 2024 – namens de raad – verzocht om een onteigeningsbeschikking van 20 juni 2024 te bekrachtigen. Belanghebbende heeft op 5 september 2024 een bedenking ingediend tegen die onteigeningsbeschikking.
De rechtbank heeft het verzoek om bekrachtiging en de bedenking op 28 maart 2025 op zitting behandeld. Namens de raad waren zijn gemachtigde, [naam 1] en mr. S. Berms aanwezig. Belanghebbende was samen met zijn gemachtigde en [naam 2] aanwezig.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting niet gesloten, om belanghebbende in de gelegenheid te stellen om een overzicht in te dienen van de gemaakte proceskosten tot en met de zitting. Belanghebbende heeft dit overzicht op 2 april 2025 bij de rechtbank ingediend. De raad heeft daar op 3 april 2025 op gereageerd. De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens gesloten.
Het verzoek tot bekrachtiging
De raad is voornemens om de stationsomgeving van [plaats 2] te herontwikkelen, door de realisatie van onder andere een tunnelbak/onderdoorgang, met toegang tot de perrons en fietsenstalling. Daar is volgens de raad voor vereist dat twee percelen worden aangekocht:
-
[perceel 1] in zijn geheel (332 m2). Dit perceel is gelegen aan [adres 1] in [plaats 2] en is in eigendom van [belanghebbende] . Op dit perceel is een woning aanwezig. Belanghebbende verhuurt kamers in die woning (hierna: perceel 1);
-
[perceel 2] (inmiddels [perceelnummer] ) gedeeltelijk (35 m2). Dit perceel is gelegen aan [adres 2] in [plaats 2] en is in gebruik als voortuin bij een woning. Het perceel is in eigendom van [naam 3] en [naam 4] uit [plaats 2] . Op het perceel is een zakelijk recht gevestigd1 ten behoeve van Enexis uit ’s-Hertogenbosch (hierna: perceel 2).
De raad heeft op 20 juni 2024 een onteigeningsbeschikking vastgesteld en heeft deze op 25 juli 2024 ter inzage gelegd. De raad heeft besloten om:
-
De onroerende zaken die zijn vermeld op de lijst van maart 2024 die behoort bij het besluit tot bekrachtiging ter onteigening aan te wijzen op naam van de gemeente Gilze en Rijen ;
-
De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda te verzoeken om dit besluit te bekrachtigen;
-
Het college van burgemeester en wethouders te belasten met de indiening van dit verzoek tot bekrachtiging bij de rechtbank;
-
Het college van burgemeester en wethouders op te dragen al datgene te doen (besluiten te nemen dan wel handelingen te verrichten) dat bijdraagt aan de bekrachtiging van het onteigeningsbesluit;
-
Het college van burgemeester en wethouders op te dragen om bij het wegvallen van de grondslag of de noodzaak van onteigening, de bekrachtigingsprocedure voor de betreffende onroerende zaken te beëindigen;
-
Het college van burgemeester en wethouders te belasten met de indiening van het verzoek aan de rechtbank tot vaststelling van de schadeloosstelling ten gevolge van de onteigening en de verdere afwikkeling van dat verzoek;
-
Het college van burgemeester en wethouders te belasten met indiening van het verzoek aan een notaris tot het verlijden van de onteigeningsakte en de verdere afwikkeling van dit verzoek.
Het college heeft de rechtbank op 5 september 2024 – namens de raad en op grond van artikel 16.93, eerste lid, van de Omgevingswet (Ow) – verzocht om de onteigeningsbeschikking te bekrachtigen. Belanghebbende heeft op 5 september 2024 een bedenking ingediend tegen die onteigeningsbeschikking.