Raad van State, 09-04-2003, AF7054, 200203669/1
Raad van State, 09-04-2003, AF7054, 200203669/1
Gegevens
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 9 april 2003
- Datum publicatie
- 9 april 2003
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2003:AF7054
- Zaaknummer
- 200203669/1
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
200203669/1
Datum uitspraak: 9 april 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank te Groningen van 28 mei 2002 in het geding tussen:
appellant
en
het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 4 september 2000 heeft de bestuurscommissie Economische Zaken van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland afwijzend beslist op het verzoek van appellant om toezending op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van kopieën van de door International Business Park Friesland (hierna: IBF) aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland gerichte brieven van 22 december 1999 en 1 februari 2000 en een fax van 29 februari 2000.
Bij besluit van 23 november 2000 heeft het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (hierna: het dagelijks bestuur) het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 28 mei 2002, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank te Groningen (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 5 juli 2002, bij de Raad van State ingekomen op 8 juli 2002, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij besluit van 2 juli 2002 heeft het dagelijks bestuur, gevolg gevend aan de uitspraak van de rechtbank, opnieuw beslist op het bezwaar van appellant.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 12 augustus 2002 beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft dit beroep gelet op de artikelen 6:18, 6:19 en 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aan de Afdeling gezonden.
Bij brief van 5 september 2002 heeft het dagelijks bestuur van antwoord gediend.
Bij brief van 6 september 2002 heeft appellant de toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
Bij brief van 27 januari 2003, aangevuld bij brief van 3 februari 2003, heeft appellant nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 februari 2003, waar appellant in persoon, bijgestaan door mr. C. Lubben, gemachtigde, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. J.J.J. Heeringa, werkzaam bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De Afdeling merkt in de eerste plaats op dat de beslissing op bezwaar van 23 november 2000 is genomen door het dagelijks bestuur. Hieruit volgt dat het dagelijks bestuur – anders dan in de aangevallen uitspraak is aangegeven - als verwerende partij diende te worden aangemerkt. Nu niet is gebleken dat partijen hierdoor in hun procesbelangen zijn geschaad, zal de Afdeling de onjuiste vermelding in de aangevallen uitspraak beschouwen als een kennelijke verschrijving.
2.2. Het dagelijks bestuur heeft bij besluit van 2 juli 2002, gevolg gevend aan de uitspraak van de rechtbank, opnieuw beslist op het bezwaarschrift van appellant. Daarbij is aan appellant inzage verleend in de door IBF aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland gerichte brieven van 22 december 1999 en 1 februari 2000 en de fax van 29 februari 2000, en voorts inzage geweigerd in een bijlage behorend bij de brief van 22 december 1999. Aangezien bij dit nieuwe besluit niet (volledig) aan het bezwaar van appellant is tegemoetgekomen, wordt het hoger beroep ingevolge de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, in samenhang met 6:24 van de Awb geacht mede te zijn gericht tegen dit besluit.
2.3. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
Ingevolge artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet achterwege voorzover dit bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.
2.4. Het geschil in hoger beroep heeft uitsluitend betrekking op één bijlage behorend bij de door IBF aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland gerichte brief van 22 december 1999.
2.5. Ter beantwoording staat de vraag of het dagelijks bestuur terecht heeft geoordeeld dat de gevraagde bijlage bedrijfsgegevens bevat in de zin van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob. De rechtbank heeft deze vraag bevestigend beantwoord en heeft daarbij onder meer overwogen dat in deze bijlage verschillende begrotingsposten gedetailleerd worden uitgewerkt, waardoor inzicht kan ontstaan in de wijze van bedrijfsvoering van IBF.
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling dient voormeld artikelonderdeel naar zijn aard restrictief te worden uitgelegd. Van bedrijfs- en fabricagegegevens is slechts sprake indien en voorzover uit die gegevens wetenswaardigheden kunnen worden gelezen of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel met betrekking tot de afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers.
Na met toepassing van artikel 8:29 van de Awb te hebben kennis genomen van de desbetreffende bijlage, is de Afdeling met de rechtbank van oordeel dat de bijlage waarom is gevraagd, bedrijfsgegevens bevat in de hiervoor omschreven zin. Deze bedrijfsgegevens maken onderdeel uit van de informatie in de bijlage en zijn dermate verweven met de overige informatie van de bijlage dat het niet mogelijk is de vertrouwelijke bedrijfsgegevens te anonimiseren of weg te lakken en de overige informatie wel te verstrekken. Het door appellant betoogde dat de aankoopprijs van grond vrij opvraagbaar is bij het kadaster, leidt niet tot een ander oordeel over openbaarmaking. Wat er ook zijn moge van de veronderstelling van appellant dat in de bijlage de in transacties gehanteerde grondprijzen zijn vermeld en die gegevens de vertrouwelijke bedrijfsgegevens zijn waarom het hier gaat, dan zou het toch om informatie gaan die niet zonder meer in dezelfde vorm in het kadaster kan worden aangetroffen.
Gezien het vorenstaande heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat het dagelijks bestuur openbaarmaking van de gevraagde bijlage op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob terecht heeft geweigerd.
2.6. Gelet op het vorenoverwogene komt de Afdeling, evenals de rechtbank, niet toe aan hetgeen het dagelijks bestuur subsidiair aan zijn beslissing op bezwaar van 23 november 2000 ten grondslag heeft gelegd, te weten dat ook artikel 10, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wob zich tegen openbaarmaking van de gevraagde gegevens verzet.
2.7. Met betrekking tot het besluit van 2 juli 2002, waartegen het hoger beroep wordt geacht mede te zijn gericht, overweegt de Afdeling dat dit besluit in stand kan blijven op dezelfde gronden als hiervoor onder 2.5. genoemd.
2.8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Het beroep van appellant tegen het besluit van 2 juli 2002 is ongegrond.
2.9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. verklaart het beroep tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland van 2 juli 2002 ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Voorzitter, en mr. J.M. Boll en mr. D.A.C. Slump, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Broodman, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Broodman
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2003
204-391.