Raad van State, 02-08-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2087, 201607369/1/R6
Raad van State, 02-08-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2087, 201607369/1/R6
Gegevens
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 2 augustus 2017
- Datum publicatie
- 2 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2017:2087
- Zaaknummer
- 201607369/1/R6
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 29 juni 2016 heeft de minister het tracébesluit "A16 Rotterdam" vastgesteld.
Uitspraak
201607369/1/R6.
Datum uitspraak: 2 augustus 2017
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beiden wonend te [woonplaats],
2. Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik, gevestigd te Rotterdam,
3. [ appellante sub 3], gevestigd te [plaats], en anderen,
4. [ appellant sub 4] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
5. [ appellant sub 5] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
6. [ appellant sub 6], wonend te [woonplaats],
7. [ appellante sub 7], gevestigd te [plaats], en anderen,
8. [ appellant sub 8], wonend te [woonplaats],
9. BP Europa SE, gevestigd te Hamburg (Duitsland) (hierna: BP),
10. Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, gevestigd te 's-Graveland, gemeente Wijdemeren (hierna: Natuurmonumenten),
11. Bewonersgroep Rodenrijs-West, gevestigd te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, en anderen,
12. [ appellante sub 12], gevestigd te [plaats],
13. Stichting Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland, gevestigd te Rotterdam, en anderen (hierna: NMF en anderen),
14. [ appellant sub 14], wonend te [woonplaats], en anderen,
15. Stichting Bewonersorganisatie Ommoord, gevestigd te Rotterdam, en anderen,
16. Vereniging tegen Milieubederf in en om het Nieuwe-Waterweggebied, gevestigd te Schiedam, en anderen (hierna: VTM en anderen),
en
de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 juni 2016 heeft de minister het tracébesluit "A16 Rotterdam" vastgesteld.
Tegen dit besluit zijn de beroepen gericht.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 en 12 mei 2017, waar een aantal partijen is verschenen of zich heeft doen vertegenwoordigen. Ook de minister heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen.
Overwegingen
1. Het tracébesluit ziet op de realisatie van een nieuwe Rijksweg A16 (hierna: de nieuwe A16), die de A13 ter hoogte van Rotterdam The Hague Airport verbindt met de bestaande A16 en A20 ter hoogte van het knooppunt Terbregseplein. Tussen Rotterdam The Hague Airport en de Ankie Verbeek-Ohrlaan wordt de nieuwe weg gecombineerd aangelegd met de N209 (Doenkade). Ter hoogte van de Bergweg Zuid buigt de weg af naar het zuiden om aan te sluiten op het Terbregseplein. Tussen de Bergweg Zuid en voorbij de rivier de Rotte, in het Lage Bergse Bos, ligt de weg in een ten opzichte van het maaiveld halfverdiepte tunnel.
2. De beroepen van appellanten zijn gericht tegen het tracébesluit. Naast de door de Afdeling ambtshalve te beoordelen ontvankelijkheid, dient de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden de rechtmatigheid van het besluit te beoordelen.
Na bespreking van de ontvankelijkheid, zal de Afdeling ingaan op de beroepsgronden over onderwerpen van algemene aard, zoals procedurele aspecten, alternatieven, het wegontwerp en de verkeersgegevens. Daarna worden de beroepsgronden besproken die zien op de gevolgen voor de luchtkwaliteit en geluidhinder. Vervolgens komen aan de orde de gevolgen voor de buisleidingstrook van nationaal belang, de Ecologische Hoofdstructuur, de weidevogels en het Vlinderstrikgebied. Aansluitend zal de Afdeling ingaan op de individuele beroepsgronden van de afzonderlijke appellanten. Ten slotte volgt een conclusie. Een en ander overeenkomstig de hieronder opgenomen inhoudsopgave.
3. De relevante regelgeving is opgenomen in de uitspraak dan wel, onder aanduiding van het betrokken onderwerp, in de bijlage bij deze uitspraak. De in de bijlage opgenomen regelgeving betreft de regelgeving geldend ten tijde van het bestreden besluit, tenzij anders in de bijlage is vermeld, en maakt deel uit van de uitspraak.
A.2 [appellant sub 14] EN ANDEREN
A.3 NMF EN ANDEREN
A.4 [appellante sub 3] EN ANDEREN
C. PROCEDURELE BEROEPSGRONDEN
C.1 TERMIJNEN EN TOEPASSELIJKE PROCEDURE TRACÉWET
C.2 PARTICIPATIE EN BEHANDELING VAN ZIENSWIJZEN
C.3 INSPRAAKMOGELIJKHEDEN OVER ALTERNATIEVEN