Home

Raad van State, 23-11-2017, ECLI:NL:RVS:2017:3624, 201708580/2/V2

Raad van State, 23-11-2017, ECLI:NL:RVS:2017:3624, 201708580/2/V2

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
23 november 2017
Datum publicatie
21 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:RVS:2017:3624
Zaaknummer
201708580/2/V2

Inhoudsindicatie

Bij onderscheiden besluiten van 23 mei 2016 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen en ten aanzien van vreemdeling 1 geweigerd ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

Uitspraak

201708580/2/V2.

Datum uitspraak: 23 november 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verzoeker,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 11 oktober 2017 in zaken nrs. 16/11100 en 16/11099 in de gedingen tussen:

[de: vreemdeling 1], en [de vreemdeling 2],

(tezamen: de vreemdelingen),

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij onderscheiden besluiten van 23 mei 2016 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen en ten aanzien van vreemdeling 1 geweigerd ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

Bij uitspraak van 11 oktober 2017 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris binnen twaalf weken na de dag van verzending van de uitspraak nieuwe besluiten op de aanvragen neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Voorts heeft de staatssecretaris de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De vreemdelingen hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Overwegingen

1. Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de staatssecretaris in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep aan de aldus bestreden uitspraak geen gevolg hoeft te geven.

2. Gelet op hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd, valt niet uit te sluiten dat de aangevallen uitspraak niet in stand zal blijven. Gelet hierop en nu de schriftelijke uiteenzetting geen blijk geeft van bijzondere belangen die er thans toe nopen dat aan de aangevallen uitspraak gevolg wordt gegeven voordat op het hoger beroep is beslist, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de na te melden voorlopige voorziening te treffen.

3. Het verzoek dient als kennelijk gegrond te worden toegewezen.

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de staatssecretaris geen nieuwe besluiten op de aanvragen hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Yildiz, griffier.

w.g. Bijloos w.g. Yildiz

voorzieningenrechter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 23 november 2017

393.