Home

ECLI:NL:TNORARL:2024:3 Kamer voor het notariaat 24-01-2024 C/05/420296 KL RK 23-54

ECLI:NL:TNORARL:2024:3 Kamer voor het notariaat 24-01-2024 C/05/420296 KL RK 23-54

Gegevens

Instantie
Kamer voor het notariaat
Datum uitspraak
24 januari 2024
Datum publicatie
26 januari 2024
ECLI
ECLI:NL:TNORARL:2024:3
Zaaknummer
C/05/420296 KL RK 23-54

Inhoudsindicatie

Klacht van twee notaris-maten tegen een andere notaris-maat. Klaagsters verwijten de notaris dat sprake is (geweest) van disfunctioneren van de notaris en grensoverschrijdende seksuele escapades die op het kantoor en onder kantoortijd hebben plaatsgevonden. Door klaagsters is onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is (geweest) van disfunctioneren. De notaris heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld omdat hij zijn seksuele privéaangelegenheden op een ontoelaatbare manier heeft vermengd met de uitoefening van zijn notarisambt. De notaris heeft met zijn handelwijze tegenover zijn medewerkers de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notariaat geschaad. Berisping.

Uitspraak

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/420296/ KL RK 23-54

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. mr. [naam]

notaris te [vestigingsplaats],

hierna afzonderlijk te noemen: klaagster sub 1,

2. mr. [naam],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna afzonderlijk te noemen: klaagster sub 2,

gemachtigde: mr. E. Voorberg.

tegen

mr. [naam],

notaris te [vestigingsplaats notaris],

verweerder,

gemachtigde: mr. P.H. Kramer.

Partijen worden hierna gezamenlijk klaagsters en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

    1. Klaagsters hebben op 5 juni 2023 een klacht met producties ingediend.

Op 21 en 22 juni 2023 heeft klaagster sub 1 aanvullende producties ingediend.

1.2 Vervolgens zijn partijen uitgenodigd voor een gesprek met de voorzitter van de kamer. De notaris heeft ten behoeve daarvan op 30 juni 2023 producties ingediend.

1.3 Op 6 juli 2023 heeft het voorzittersgesprek plaatsgevonden. Partijen waren hierbij aanwezig en van dit gesprek zijn aantekeningen gemaakt door de secretaris. Het gesprek heeft niet tot intrekking van de klacht geleid maar partijen hebben wel werkafspraken gemaakt. De zaak is vervolgens aangehouden tot 18 september 2023 voor herformulering van de klacht.

1.4 Klaagsters hebben op 16 september 2023 de geherformuleerde klacht ingediend. De (gemachtigde van de) notaris heeft op 7 en 12 december 2023 producties toegestuurd. De kamer heeft deze nadere stukken geaccepteerd en deze maken onderdeel uit van het procesdossier.

1.5 De klachtzaak is ter zitting van 15 december 2023 behandeld, waarbij klaagsters, de notaris en hun gemachtigden zijn verschenen. Partijen hebben hun standpunten over en weer toegelicht, mede aan de hand van pleitnotities.

2. De feiten

2.1 Klaagsters en de notaris maken onderdeel uit van de maatschap [naam maatschap]. De maatschap bestaat in totaal uit vijf maten en heeft vestigingen in [vier verschillende vestigingsplaatsen].

2.2 In maart 2023 hebben medewerkers (voor de leesbaarheid wordt in deze beslissing enkel het mannelijk woordgeslacht gebruikt) die werkzaam zijn op het notariskantoor in [vestigingsplaats notaris], klaagster sub 1 op de hoogte gesteld van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van de notaris.

2.3 De medewerkers hebben [klaagster sub 1] daarbij geïnformeerd over in het adviesdossier met nummer 2002.002517.01 aangetroffen seksueel getinte sinterklaasgedichten die bestemd waren voor een maîtresse van de notaris.

2.4 Daarnaast hebben de medewerkers [klaagster sub 1] gewezen op de in het adviesdossier met nummer 2020.00246.01 aangetroffen overeenkomst die is gesloten tussen de notaris enerzijds en een andere man en een vrouw anderzijds. In die overeenkomst is, voor zover in deze zaak van belang, opgenomen dat partijen de intentie hebben het recht van overspel uit te oefenen op een avond van 19.00 tot 21.00 uur op het kantoor van de notaris waarbij de notaris een bedrag van € 500,00 aan de vrouw zou betalen.

2.5 De maten van de maatschap zijn met elkaar in gesprek gegaan over het naderende pensioen van de notaris en ontvlechting van de maatschap, maar tussen de maten is geen overeenstemming bereikt.

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht tegen de notaris valt, zo is ter zitting vastgesteld, uiteen in de volgende klachtonderdelen:

  1. er is sprake van disfunctioneren van de notaris;

  2. er is sprake (geweest) van grensoverschrijdende seksuele escapades die op het kantoor en onder kantoortijd hebben plaatsgevonden waardoor de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notarisambt zijn geschaad.

3.2 Op de toelichting op de klachtonderdelen door klaagsters en het verweer daartegen van de notaris zal de kamer hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Toetsingskader

4.1.1 Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen.

De tuchtrechter toetst onder meer of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en de andere toepasselijke bepalingen.

4.1.2 In deze zaak ligt ter beoordeling voor de klacht, bestaande uit twee klachtonderdelen, zoals die hiervoor onder 3.1 is opgenomen. Daarbij wordt opgemerkt dat voor zover klaagsters ter zitting nieuwe klachtonderdelen aan de klacht hebben willen toevoegen de kamer hieraan voorbij gaat, omdat dit niet is toegestaan.

4.2 Klachtonderdeel I

4.2.1 Klaagsters verwijten de notaris dat hij disfunctioneert in zijn hoedanigheid van notaris en als werkgever. Volgens klaagsters handelt de notaris veelal niet in het belang van cliënten, maakt hij geen aantekeningen tijdens besprekingen, stuurt hij geen concepten naar cliënten en gaat hij onzorgvuldig om met de dossiers waardoor deze zoek raken en deze niet tijdig bij de medewerkers worden afgegeven. Deze werkwijze van de notaris draagt bij aan de (te) hoge werkdruk die door de medewerkers van het notariskantoor wordt ervaren. Daarnaast leiden machtsmisbruik en gekonkel van de notaris op de werkvloer tot grote frustraties en stress bij de medewerkers. Dit tezamen heeft geleid tot een leegloop van medewerkers op het notariskantoor van de notaris.

4.2.2 De notaris herkent zich niet in het door klaagsters geschetste beeld van de werkwijze van de notaris en de cultuur op het notariskantoor. De door klaagsters ingenomen stellingen daaromtrent worden betwist door de notaris. Dat sprake is van een hoge werkdruk binnen het notariskantoor staat buiten kijf, maar niet valt in te zien dat dit tuchtrechtelijk laakbaar is, aldus de notaris.

4.2.3 De kamer constateert dat bovengenoemde verwijten van klaagsters bestaan uit verwijten die betrekking hebben op de persoon van de notaris en verwijten die zien op de werkwijze van de notaris. De kamer zal hierna bij de beoordeling onderscheid maken tussen deze typen verwijten.

4.2.4 De verwijten richting de persoon van de notaris bestaan samengevat uit de vermeend onsympathieke en misplaatste superieure houding of verbale uitspattingen van de notaris (als werkgever) jegens (een aantal van) zijn medewerkers. Deze verwijten raken echter niet direct de uitoefening van het ambt van notaris. Weliswaar is (mede) hierdoor op het notariskantoor wrijving ontstaan tussen klaagsters en een aantal werknemers enerzijds en de notaris (als werkgever) anderzijds, maar de tuchtrechtprocedure leent zich niet voor het beslechten van arbeidsrechtelijke geschillen, waarvan in dit geval welbeschouwd sprake is.

4.2.5 Daarnaast hebben klaagsters kritiek op de door de notaris gehanteerde werkwijze in die zin dat hij geen aantekeningen tijdens besprekingen maakt, geen concepten naar cliënten stuurt en dossiers kwijtraakt en/of te laat aan de betreffende medewerker(s) afgeeft. Deze verwijten raken wel de uitoefening van het ambt van de notaris, nu deze betrekking hebben op het waarborgen van een goede kwaliteit van de beroepsuitoefening van de notaris.

Klaagsters hebben op dit punt evenwel niet aan de op hen rustende stelplicht voldaan. Daartoe is het volgende redengevend.

4.2.6 Klaagsters verwijzen ter onderbouwing van hun stelling naar verschillende verklaringen afkomstig van (oud-)medewerkers, maar hierin worden de betreffende verwijten niet voldoende concreet gemaakt. Zo wordt er enkel in het algemeen gesteld dat de notaris geen of onvoldoende aantekeningen zou maken, zonder daarbij nader in te gaan hoe vaak dit voorkomt en in welke dossiers er geen aantekeningen zouden zijn gemaakt. Ook wordt niet geconcretiseerd hoe vaak en in welke gevallen de notaris geen concepten naar cliënten heeft toegestuurd. De notaris heeft de aantijgingen betwist en heeft daarbij aangevoerd dat er de afgelopen jaren diverse audits zijn uitgevoerd waarin voornoemde punten nimmer naar voren zijn gekomen en dat hierover ook nooit door cliënten is geklaagd. Gelet op deze gemotiveerde betwisting kan de juistheid van de aan de notaris gemaakte verwijten niet worden vastgesteld. Omdat onvoldoende is gesteld, wordt aan bewijslevering niet toegekomen.

4.2.7 Gelet op het voorgaande wordt klachtonderdeel I ongegrond verklaard.

4.3 Klachtonderdeel II

4.3.1 Klaagsters verwijten de notaris zijn grensoverschrijdende seksuele escapades die op het kantoor en onder kantoortijd hebben plaatsgevonden waardoor de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notarisambt ernstig zijn geschaad.

4.3.2 Ter onderbouwing van dit standpunt hebben klaagsters het volgende aangevoerd.

De notaris heeft in verschillende algemene adviesdossiers, die toegankelijk zijn voor alle medewerkers, een overeenkomst tot het verlenen van seksuele diensten tegen betaling en twee seksueel getinte sinterklaasgedichten voor zijn maîtresse(s) opgeslagen. Op enig moment zijn de medewerkers op deze documenten gestuit. De overeenkomst en de sinterklaasgedichten suggereren dat er (seksuele) ontmoetingen hebben plaatsgevonden op het kantoor van de notaris. Daarnaast bezocht de notaris regelmatig SM-websites, secretrooms of andere sekswebsites onder kantoortijd op de kantoorcomputer en werden medewerkers daarmee bij de uitoefening van hun werkzaamheden geconfronteerd. Zo is een medewerker meermaals gestuit op seksueel getinte e-mails en chatberichten die via de voornoemde websites werden gestuurd omdat die sites tijdens kantoortijd openstonden op de (kantoor)computer van de notaris. De notaris liet verder meermaals (passeer)afspraken verzetten voor afspraken met zijn maîtresse buiten kantoor tijdens kantoortijden. Ook bewaarde hij in zijn tas seksattributen en zijn in de kast op een werkkamer van het kantoor touw en glijmiddel aangetroffen. Al deze gedragingen hebben geleid tot een onveilige werkomgeving voor de medewerkers van het notariskantoor. Met deze handelwijze heeft de notaris de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notarisambt ernstig geschaad, aldus steeds klaagsters.

4.3.3 De notaris heeft de verwijten deels erkend en deels betwist. Op het door de notaris gevoerde verweer zal hieronder nader worden ingegaan.

Aangetroffen overeenkomst en gedichten in adviesdossiers

4.3.4 Tussen partijen staat vast dat de notaris de overeenkomst en de twee gedichten heeft opgeslagen in het softwaresysteem van het notariskantoor en dat deze stukken op enig moment door één of meerdere medewerkers zijn aangetroffen.

4.3.5 Volgens de notaris betroffen dit echter geen werkdossiers maar privédossiers van de notaris en hadden de medewerkers de bevoegdheid noch een legitieme reden om de in die dossiers opgeslagen documenten te openen. De notaris mocht er dan ook op vertrouwen dat de medewerkers zich geen toegang zouden verschaffen tot zijn privédossiers en was het in redelijkheid niet te voorzien dat medewerkers bovengenoemde privédocumenten zouden inzien.

4.3.6 De kamer volgt de notaris niet in dit betoog. Zoals ter zitting is komen vast te staan bestaat er in het softwaresysteem van het notariskantoor een openbare algemene map waarin alle dossiers staan vermeld. Dit betreffen werkdossiers die voor iedere medewerker toegankelijk zijn. De enkele omstandigheid dat de onderhavige overeenkomst in het dossier met de naam “Advies [naam notaris]” stond brengt niet mee dat sprake is van een privédossier en/of dat de notaris mocht verwachten dan wel erop mocht vertrouwen dat medewerkers zich geen toegang tot dat dossier zouden verschaffen. Op welke wijze de betreffende medewerker op de overeenkomst en de gedichten is gestuit acht de kamer niet relevant. Nu de notaris ervoor heeft gekozen om zijn privédocumenten in algemene adviesdossiers op te slaan bestond er een reële kans dat deze documenten ooit al dan niet per toeval of uit curiositeit zouden worden ontdekt.

Seksuele ontmoetingen op kantoor en meenemen van seksattributen naar de werkvloer

4.3.7 De notaris heeft ter zitting betwist dat er op het kantoor ontmoetingen met een seksuele component zijn geweest. Deze betwisting staat echter haaks op de tijdens het voorzittersgesprek gemaakte afspraak dat de notaris geen enkele privé-afspraak meer op het kantoor maakt. Bovendien kan uit de overeenkomst en de gedichten worden afgeleid dat er wel dergelijke privéontmoetingen op het kantoor hebben plaatsgevonden. De notaris heeft de hem verweten gedraging bezien tegen deze achtergrond op dit punt dan ook onvoldoende betwist, zodat de verweten gedragingen in voldoende mate vaststaan.

4.3.8 Als door de notaris tijdens het voorzittersgesprek erkend staat ook vast dat hij (ten behoeve van voornoemde ontmoetingen) een tas met seksattributen naar de werkvloer heeft meegenomen en daar heeft bewaard.

Afspraken verzetten voor seksafspraken en bezoeken van sekswebsites onder kantoortijd

4.3.9 De notaris heeft verder tijdens het voorzittersgesprek erkend dat hij een paar keer een kantoorafspraak heeft afgezegd in verband met de door klaagsters genoemde privéredenen. Wel heeft de notaris onweersproken aangegeven dat de dienstverlening daaronder niet heeft geleden, dat hij de afspraken heeft ingehaald en dat dergelijke privéafspraken vanaf april 2023 niet meer hebben plaatsgevonden.

4.3.10 Dat de notaris onder kantoortijd via zijn kantoorcomputer weleens sekswebsites of zogenoemde ‘secret rooms’ bezocht is door de notaris in het geheel niet betwist. Ook heeft de notaris niet weersproken dat medewerkers af en toe dergelijke openstaande websites en seksueel getinte berichten op de computer van de notaris hebben aangetroffen tijdens kantooruren. Deze verweten gedragingen staan dus eveneens vast.

Tuchtrechtelijk verwijtbaar

4.3.11 De vraag die voorligt is of voornoemde vaststaande gedragingen van de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn. Daarbij wordt vooropgesteld dat de betreffende gedragingen van de notaris privéaangelegenheden betreffen, waarvoor hij zich in beginsel niet tuchtrechtelijk hoeft te verantwoorden. Een notaris kan evenwel tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn voor het handelen in een andere hoedanigheid dan die van notaris als dit handelen voldoende verband houdt met zijn hoedanigheid van notaris en dat handelen een notaris niet betaamt.

4.3.12 Naar het oordeel van de kamer houdt de bovengenoemde handelwijze van de notaris, waarbij hij zijn seksuele gedragingen en uitingen op het kantoor en onder kantoortijd heeft laten plaatsvinden, voldoende verband met zijn hoedanigheid van notaris. De notaris heeft zijn seksuele privéaangelegenheden op een ontoelaatbare manier vermengd met de uitoefening van zijn notarisambt. Dit past niet bij het gedrag dat van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag worden verwacht. Dit geldt te meer nu hij daarmee het risico in het leven heeft geroepen dat medewerkers werden blootgesteld aan en geconfronteerd met zijn seksuele voorkeuren en gedragingen. Dit risico heeft zich ook verwezenlijkt, waarmee de werknemers een door de notaris gecreëerde onveilige werkomgeving hebben ervaren. De notaris heeft met zijn handelwijze tegenover zijn medewerkers, de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notariaat geschaad en hij heeft hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

4.3.13 Het voorgaande brengt mee dat klachtonderdeel II gegrond zal worden verklaard.

4.4 Maatregel

Zoals hiervoor is overwogen zijn door het tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de notaris de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notariaat ernstig geschaad. De kamer acht de klacht van een zodanig ernstige aard dat de maatregel van berisping passend en geboden wordt geacht, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat de notaris er ook tijdens de klachtprocedure bij de kamer op geen enkele wijze blijk van heeft gegeven dat hij de ernst van zijn handelwijze inziet.

4.5 Griffierecht

Omdat de kamer de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart, dient de notaris op grond van artikel 99 lid 5 Wna het door klaagsters betaalde griffierecht van € 50,00 aan klaagsters te vergoeden.

4.6 Kostenveroordeling

Ten behoeve van klaagsters

4.6.1 De kamer ziet aanleiding om de notaris, gelet op artikel 103b lid 1 aanhef en sub a Wna en de richtlijn kostenveroordeling kamers voor het notariaat per 1 januari 2021, te veroordelen in de kosten die klaagsters in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken, forfaitair vastgesteld op een bedrag van € 50,00.

4.6.2 De notaris wordt ook veroordeeld voor de kosten die klaagsters hebben moeten maken voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, vastgesteld op 1 punt voor het indienen van het klaagschrift en 1 punt voor de bijstand ter zitting, met een waarde per punt van € 525,00 en een wegingsfactor 1. De kamer kent dus een bedrag van € 1.050,00 toe.

4.6.3 De notaris moet het griffierecht en de hiervoor genoemde kosten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klaagsters vergoeden. Klaagsters dienen daarvoor tijdig hun rekeningnummer schriftelijk door te geven aan de notaris.

Ten behoeve van de kamer

4.6.4 De kamer ziet aanleiding om de notaris, gelet op artikel 103b lid 1 aanhef en sub b Wna en de richtlijn kostenveroordeling kamers voor het notariaat per 1 januari 2021, te veroordelen in de kosten die in verband met de behandeling van de zaak zijn gemaakt. Deze kosten worden vastgesteld op € 2.000,00, met een wegingsfactor 1, derhalve € 2.000,00. De kamer bepaalt dat deze kosten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing moeten worden betaald aan de kamer. De notaris ontvangt hiervoor een nota van het LDCR te Utrecht.

4.7 Al het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart klachtonderdeel I. ongegrond;

- verklaart klachtonderdeel II. gegrond;

- legt aan de notaris de tuchtrechtelijke maatregel van berisping op;

- bepaalt dat de notaris gehouden is het griffierecht van € 50,00 aan klaagsters te voldoen op de wijze en binnen de termijn als hiervoor onder 4.5 en 4.6.3 bepaald;

- bepaalt dat de notaris gehouden is de kosten van klaagsters, vastgesteld op een bedrag van € 50,00 te voldoen op de wijze en binnen de termijn als hiervoor onder 4.6.1 en 4.6.3 bepaald;

- veroordeelt de notaris tot betaling van de kosten van de aan klaagsters door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, vastgesteld op een bedrag van € 1.050,00, op de wijze en binnen de termijn als hiervoor onder 4.6.2 en 4.6.3 bepaald;

- bepaalt dat de notaris gehouden is de kosten van de behandeling van deze zaak van € 2.000,00 te betalen op de wijze en binnen de termijn als bepaald onder overweging 4.6.4.

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, D. Vergunst, G. Venema, M.R.H. Goossens en A.J.H.M. Janssen, leden, en in tegenwoordigheid van mr. L.E. de Jong (secretaris), door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.

De secretaris De voorzitter

left0border-collapse:collapse; width:570px
3

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.