Uitspraak 2021-0792 (Bindend) - Tegen: Qander Consumer Finance B.V., handelend onder de naam PrimeLine,

In mei 2007 heeft de consument een kredietovereenkomst gesloten met de rechtsvoorganger van Qander. Daarbij is de consument een creditcard met daaraan gekoppelde creditcardrekening verstrekt en een kredietfaciliteit. Partijen zijn hiervoor een maandelijks variabele rente overeengekomen. Qander heeft de tussen partijen overeengekomen variabele rente na mei 2007 gewijzigd. De consument heeft zich op het standpunt gesteld dat Qander gedurende de looptijd van de kredieten teveel rente bij hem in rekening heeft gebracht en vordert schadevergoeding van Qander. Volgens de commissie moeten de producten die de consument heeft afgesloten gekwalificeerd worden als ‘doorlopend krediet’ waarop voor de beoordeling van het renteverloop de lijn die de Commissie van Beroep van Kifid in eerdere uitspraken heeft uiteengezet van toepassing is. De commissie stelt vervolgens vast dat niet is komen vast te staan dat Qander gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst ten nadele van de consument is afgeweken van de ‘band-breedte’ tussen de variabele rente die partijen bij het aangaan van de kredietovereenkomst zijn overeengekomen en de gemiddelde variabele rente voor doorlopende kredieten, die volgt uit de referentierentetabel behorende bij de uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid van 5 februari 2020 met nummer 2019-005B. De vordering is afgewezen.