Grondslag | Gelet op de artikelen 14a, vierde en tiende lid, van de Toeslagenwet, 27a, vierde en tiende lid, van de Werkloosheidswet, 48, vierde en tiende lid, van de Wet arbeidsonge-schiktheidsverzekering zelfstandigen, 2:69, vierde en tiende lid, en 3:40, vierde en tiende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 21, vierde en tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 29a, vierde en tiende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 91, vierde en tiende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 45a, vierde en tiende lid, van de Ziektewet, 17a, vierde en negende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 39, vierde en negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 17c, vierde en tiende lid, van de Algemene Ouderdomswet, 20a, vierde en negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 20a, vierde en negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 18a, vierde en negende lid, en 47g, vierde en negende lid, van de Participatiewet, 6b, vijfde en zevende lid, van de Remigratiewet; |
---|