Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan bij de opneming in Nederland van een buitenlands pleegkind met het oog op adoptie in de wet neer te leggen en tevens bij de wet te bepalen dat bemiddelende werkzaamheden inzake een zodanige opneming slechts kunnen worden verricht door organisaties aan welke daartoe een vergunning is verleend en op de bij of krachtens de wet bepaalde wijze, zulks ter bevordering van een verantwoorde gang van zaken rond de opneming in Nederland van buitenlandse pleegkinderen met het oog op adoptie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
buitenlands kind: een buiten Nederland geboren, de Nederlandse nationaliteit niet bezittende minderjarige in de zin van de Nederlandse wet, die in Nederland met het oog op adoptie in een ander gezin dan het ouderlijke wordt of zal worden verzorgd en opgevoed in zodanige omstandigheden dat de verzorgers in feite de plaats van de ouders innemen;
aspirant-adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind met het oog op adoptie wensen op te nemen of hebben opgenomen;
adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind hebben geadopteerd;
beginseltoestemming: de schriftelijke mededeling van Onze Minister omschreven in artikel 2;
vergunninghouder: de rechtspersoon die houder is van een vergunning als bedoeld in de artikelen 15 en 16.
bemiddeling: elke activiteit van een vergunninghouder gericht op totstandkoming van, of ondersteuning bij, de plaatsing van een buitenlands kind met het oog op adoptie bij aspirant-adoptiefouders.