Home

Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal

Geldig vanaf 1 augustus 2022
Geldig vanaf 1 augustus 2022

Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-08-2022]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 25 mei 1993, nr. 93030035/3245, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 60, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gezien het advies van de Onderwijsraad (advies van 11 januari 1993, nr. OR 92000270/S);

De Raad van State gehoord (advies van 31 augustus 1993, nr. W05.93.0327);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 7 oktober 1993, nr. 9307 1358/3245, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

"Onze Minister": Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

"inspectie": de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht,

"examen": het staatsexamen Nederlands als tweede taal,

"examenjaar": het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van een jaar en eindigt op 31 december van dat jaar,

"examenonderdeel": een onderdeel van het examen als bedoeld in artikel 4, derde lid,

"examenprogramma": het examenprogramma, bedoeld in artikel 8,

"examenreglement": het examenreglement, bedoeld in artikel 10, tweede lid,

"College voor toetsen en examens": College voor toetsen en examens, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor toetsen en examens,

"examenleider": degene die door het College voor toetsen en examens is belast met de leiding bij het afnemen van het examen,

"diploma": het diploma Nederlands als tweede taal,

"certificaat": een certificaat als bedoeld in artikel 16, tweede lid,

"kandidaat": degene die aan een of meer examenonderdelen deelneemt.

Artikel 2. Doelstellingen; programma's

1.

Dit besluit regelt het staatsexamen Nederlands als tweede taal. Het examen kent twee programma's: programma I en programma II.

2.

Programma I omvat een onderzoek naar de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het volgen van opleidingen of de uitoefening van functies op het niveau van een vakopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die ten minste het niveau van het primair onderwijs hebben bereikt.

3.

Programma II omvat een onderzoek naar de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het volgen van opleidingen in het hoger onderwijs en de uitoefening van hogere functies door hen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die wat betreft vooropleiding of werkervaring functioneren op ten minste het niveau van het middenkader.

Artikel 3 [Vervallen per 01-10-2009]

Artikel 4. Toelating tot en indeling van het examen

Artikel 5. Examengeld

Artikel 6. Onregelmatigheden

Hoofdstuk II. Inhoud van het examen

Artikel 7. Inhoud examen

Artikel 8. Examenprogramma

Hoofdstuk III. Regeling van het examen

Artikel 9. Afnemen van het examen

Artikel 10. Examenprogramma, examenreglement

Hoofdstuk IV. Examen

Artikel 11. Afnemen examen

Artikel 12. Beoordeling examen

Artikel 13. Verhindering examen

Hoofdstuk V. Uitslag, diplomering

Artikel 14. Vaststelling examenresultaten

Artikel 15. Uitslag

Artikel 16. Diploma's en certificaten

Hoofdstuk VI. Overige bepalingen

Artikel 17. Bewaren, inzage examenwerk en resultaten

Artikel 18. Onvoorziene omstandigheden

Artikel 19. Niet op voorgeschreven wijze afgelegd examen

Artikel 20. Afwijking wijze van examineren

Artikel 21. Gegevens ten behoeve van toetsontwikkeling

Artikel 22. Geheimhouding

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23. Gelijkstelling certificaten

Artikel 24. Overgangsbepaling vanwege de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021

Artikel 24*. Omhangbepaling

Artikel 25. Inwerkingtreding

Artikel 26. Citeertitel