Home

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Geldig van 1 januari 2017 tot 1 januari 2018
Geldig van 1 januari 2017 tot 1 januari 2018

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 01-01-2019]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 4 oktober 1993, nr. BW93/U2069, directoraat-generaal Openbaar Bestuur, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet;

De Raad van State gehoord (advies van 8 februari 1994, nr. W04.93.0656.);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 18 maart 1994, nr. BW94/276, directoraat-generaal Openbaar Bestuur, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  2. inwonertal: het aantal inwoners volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari;

  3. gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie waarin de gemeente is gelegen;

  4. tijdstip van beëindiging van het raadslidmaatschap: het tijdstip van beëindiging van het lidmaatschap, bedoeld in de artikelen C 4, tweede lid, X 1, eerste en derde lid, X 6 en X 8, tweede, derde en vijfde lid van de Kieswet;

  5. lid van een commissie: een lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens lid van de raad is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

Artikel 1a

1.

De artikelen 2 tot en met 13 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op het lid van de raad aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat:

  1. de onkostenvergoeding die dit lid op grond van artikel 2, derde of vierde lid, ontvangt, de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is;

  2. indien door de raad toepassing is gegeven aan artikel 4, dit lid een uitkering ontvangt voor alle vergaderingen die gedurende het tijdelijk ontslag plaatsvinden of hebben plaatsgevonden.

2.

Een tijdelijk ontslag als bedoeld in artikel X 10 van de Kieswet wordt niet aangemerkt als aftreden als bedoeld in de artikelen 7 en 9 en als beëindiging van het raadslidmaatschap als bedoeld in artikel 8, tweede lid.

Hoofdstuk 2. Vergoeding voor werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten

Artikel 2

Artikel 3 [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7a

Artikel 8

Artikel 8a

Artikel 8b

Hoofdstuk 3. Secundaire voorzieningen

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11a

Artikel 12

Artikel 12a

Artikel 13

Artikel 13a

Artikel 13b

Hoofdstuk 4. Vergoeding van leden van een commissie

Artikel 14

Artikel 15

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 19

Tabel I. Vergoeding voor de werkzaamheden

Tabel II [Vervallen per 01-07-2014]

Tabel III [Vervallen per 12-01-2011]

Tabel IV. Vergoeding commissieleden