Home

Wet op de adeldom

Geldig vanaf 12 juni 2002
Geldig vanaf 12 juni 2002

Wet op de adeldom

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 12-06-2002]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat op grond van additioneel artikel XXV van de Grondwet een voorziening moet worden getroffen ter zake van de adeldom;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Adeldom wordt verleend bij koninklijk besluit. De verlening kan uitsluitend geschieden aan Nederlanders.

Artikel 2

1.

De verlening van adeldom geschiedt door verheffing, inlijving of erkenning.

2.

Verheffing in de adel bij koninklijk besluit kan uitsluitend plaatsvinden ten aanzien van leden van het koninklijk huis en van voormalige leden daarvan binnen drie maanden na verlies van het lidmaatschap van het koninklijk huis.

De verlening van de titels «Prins (Prinses) der Nederlanden» en «Prins (Prinses) van Oranje-Nassau» wordt bij of krachtens de Wet lidmaatschap koninklijk huis bepaald.

3.

Inlijving in de Nederlandse adel kan slechts plaatsvinden ten aanzien van personen wier geslacht behoort tot de wettelijk erkende adel van een staat met een vergelijkbaar adelsstatuut en die het verzoek tot inlijving hebben gedaan.

  1. te zamen met het verzoek tot verlening van het Nederlanderschap;

  2. te zamen met het afleggen van de verklaring ter verkrijging van het Nederlanderschap door optie;

  3. te zamen met het bereiken van de meerderjarigheid bij de verkrijging van het Nederlanderschap van rechtswege indien de vader van de verzoeker het Nederlanderschap niet van rechtswege heeft verkregen.

4.

Erkenning te behoren tot de Nederlandse adel kan uitsluitend plaatsvinden ten aanzien van personen die behoren tot een geslacht dat voor 1795 reeds tot de inheemse adel behoorde.

Artikel 3

Adeldom gaat ook volgens de bestaande regelingen met betrekking tot adeldom over op buiten het huwelijk geboren kinderen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9