Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de materiële en immateriële opvang van asielzoekers toe te vertrouwen aan een wettelijk ingesteld bestuursorgaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
COA: het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, bedoeld in artikel 2;
Kaderwet: de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
opvangcentrum: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het COA aan asielzoekers opvang wordt geboden;
opvangvoorziening: een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA onderscheidenlijk door of onder verantwoordelijkheid van het college opvang wordt geboden aan asielzoekers;
ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, of een verlenging daarvan.