Home

Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies

Geldig vanaf 1 september 2025
Geldig vanaf 1 september 2025

Kaderwet EZ-, LVVN- en KGG-subsidies

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-09-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ en de Kaderwet specifieke uitkeringen EZ te vervangen door nieuwe regels die een wettelijk kader scheppen voor de verstrekking van subsidies door de Minister van Economische Zaken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister:

  1. Onze Minister van Economische Zaken of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is;

  2. Onze Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is; of

  3. Onze Minister van Klimaat en Groene Groei of Onze Minister die belast is met de zorg voor één of meer beleidsterreinen, bedoeld in artikel 2b, eerste lid, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is.

Artikel 2

1.

Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:

  1. innovatie;

  2. mededinging;

  3. ondernemerschap;

  4. post;

  5. regionale economische ontwikkeling;

  6. digitale economie;

  7. consumenten;

  8. economische veiligheid;

  9. ruimtevaart.

2.

Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de Wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

Artikel 2a

1.

Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:

  1. bosbouw;

  2. dieren;

  3. landbouw;

  4. natuur en biodiversiteit;

  5. inrichting, beheer en transitie landelijk gebied;

  6. regionale economische ontwikkeling;

  7. visserij;

  8. voedsel.

2.

Onze Minister, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de Wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.

Artikel 2b

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7a

Artikel 8

Artikel 9 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13