Home

Elektriciteitswet 1998

Geldig van 1 oktober 2022 tot 1 januari 2024
Geldig van 1 oktober 2022 tot 1 januari 2024

Elektriciteitswet 1998

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-10-2022 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter uitvoering van richtlijn nr. 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PbEG 1997, L 27), de mogelijkheden voor opwekking, levering en in- en uitvoer van elektriciteit en voor het gebruik van leidinggebonden elektriciteitswerken te verruimen, en daarvoor met inachtneming van het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening een nieuwe regeling tot stand te brengen met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  2. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder begrepen één of meer verbindingen tussen een net dat wordt beheerd door een netbeheerder en een net dat beheerd wordt door een ander dan die netbeheerder en tussen het net op zee en een windpark op zee;

  3. afnemer: een ieder, met uitzondering van de netbeheerder van het net op zee, die beschikt over een aansluiting op een net;

  4. verordening 2019/943: verordening 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (Pb EU 2019, L 158);

  5. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  6. leverancier: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het leveren van elektriciteit;

  7. producent: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het opwekken van elektriciteit;

  8. handelaar: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het sluiten van overeenkomsten betreffende de koop en verkoop van elektriciteit;

  9. net: één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen onderdeel uitmaken van een directe lijn of liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer;

  10. landelijk hoogspanningsnet: het net, bedoeld in artikel 10, eerste lid;

  11. netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 10, 13, 14 of 15a is aangewezen voor het beheer van een of meer netten;

  12. vergunninghouder: een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 95a;

  13. richtlijn: richtlijn nr. 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (Pb EU 2009, L 211);

  14. notificatierichtlijn: richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241);

  15. programma-verantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid van afnemers, niet zijnde afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, de netbeheerder van het net op zee en vergunninghouders om programma's met betrekking tot de productie, het transport en het verbruik van elektriciteit op te stellen of te doen opstellen ten behoeve van de netbeheerders en zich met inachtneming van de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, te gedragen overeenkomstig die programma's;

  16. systeemdiensten: de diensten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uitvoert om het transport van elektriciteit over alle netten op een veilige en doelmatige wijze te waarborgen, om grootschalige onderbrekingen van het transport van elektriciteit op te lossen, en om de energiebalans op alle netten te handhaven of te herstellen;

  17. [vervallen;]

  18. verwant bedrijf: een verbonden onderneming in de zin van artikel 41 van de zevende richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 44, tweede lid, onderdeel g, van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening, of een geassocieerde onderneming in de zin van artikel 33, eerste lid, daarvan of een onderneming die aan dezelfde aandeelhouders toebehoort;

  19. biomassa: de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval;

  20. hernieuwbare energiebronnen: wind, zonne-energie, omgevingslucht-, oppervlaktewater- en aardwarmte, energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;

  21. duurzame elektriciteit: elektriciteit, opgewekt in productie-installaties die uitsluitend gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen, alsmede elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen in hybride productie-installaties die ook met conventionele energiebronnen werken, met inbegrip van elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen en die wordt gebruikt voor accumulatiesystemen, en met uitzondering van elektriciteit die afkomstig is van accumulatiesystemen;

  22. klimaatneutrale elektriciteit: elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie waarin waterstof of elektriciteit wordt geproduceerd uit fossiele energiedragers, waarbij de koolstof of kooldioxide die vrijkomt bij het omzettingsproces, nuttig wordt toegepast of blijvend in de ondergrond wordt opgeslagen, en waarvoor een bij ministeriële regeling omschreven verklaring is verkregen;

  23. warmtekrachtkoppeling: de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit;

  24. garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit: gegevens op een rekening die betrekking hebben op duurzame elektriciteit en waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid duurzame elektriciteit heeft opgewekt;

  25. rekening: staat waarop een tegoed van garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong kan worden geboekt in het elektronische systeem voor het uitgeven en innemen van garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong en waarmee wordt bijgehouden voor welke hoeveelheid elektriciteit garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong zijn verstrekt en aan wie de garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong op enig moment toekomen;

  26. garantiebeheerinstantie: de op grond van artikel 73, tweede lid, aangewezen instantie;

  27. economische eigendom: het krachtens een rechtsverhouding gerechtigd zijn tot alle rechten en bevoegdheden ten aanzien van een goed, met uitzondering van het recht op levering, en het gehouden zijn om alle verplichtingen ten aanzien van dat goed voor zijn rekening te nemen en daarmee het volledige risico van waardeverandering of tenietgaan van het goed te dragen, zonder dat het goed geleverd is;

  28. installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling: installatie voor de opwekking van elektriciteit door middel van warmtekrachtkoppeling in de zin van artikel 2, punt 34, van richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315);

  29. garantie van oorsprong voor elektriciteit opgewekt in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling: gegevens op een rekening die betrekking hebben op elektriciteit opgewekt door middel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid elektriciteit door middel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling heeft opgewekt en op een net heeft ingevoed;

  30. leveringszekerheid: het vermogen van een net om elektriciteit te leveren aan afnemers;

  31. operationele netwerkveiligheid: het vermogen van het landelijk hoogspanningsnet om in voorzienbare omstandigheden operationeel te blijven;

  32. meetinrichting: het gehele samenstel van apparatuur dat ten minste tot doel heeft de uitgewisselde elektriciteit te meten;

  33. meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende elektriciteit;

  34. productie-installatie: een installatie, bestaande uit één of meer productie-eenheden, voor de opwekking van elektriciteit.

  35. [Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

  36. [Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

  37. [Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

  38. verordening 2019/942: verordening 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (Pb EU 2019, L 158);

  39. Acer: agentschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van verordening 2019/942;

  40. producent van gas: een producent als bedoeld in artikel 1, onderdeel ag, van de Gaswet;

  41. leverancier van gas: een leverancier als bedoeld in artikel 1, onderdeel ah, van de Gaswet;

  42. handelaar in gas: een handelaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel ai, van de Gaswet;

  43. gesloten distributiesysteem: een net waarvoor op grond van artikel 15 ontheffing is verleend;

  44. directe lijn: een of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit, behoudens voor zover die gelegen is binnen een installatie, die:

    1. 1°.

      niet verbonden is met een net of met een andere verbinding voor het transport van elektriciteit en die een geïsoleerde productie-installatie van een producent rechtstreeks verbindt met een geïsoleerde verbruiker van elektriciteit, niet zijnde de producent of

    2. 2°.

      ten hoogste via de installatie van één aangeslotene op de verbinding is verbonden met een net of met een andere verbinding voor het transport van elektriciteit en die een productie-installatie van een producent, met tussenkomst van een leverancier, rechtstreeks verbindt met één of meer verbruikers van elektriciteit, niet zijnde de producent of in hoofdzaak huishoudelijke verbruikers, teneinde te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van deze verbruikers;

  45. landsgrensoverschrijdend net: een net dat de grens tussen ten minste twee landen overschrijdt en dat de netten van die landen onderling koppelt;

  46. interconnector-beheerder: een beheerder van een landsgrensoverschrijdend net dat geen deel uitmaakt van het landelijk hoogspanningsnet;

  47. verordening 1227/2011: verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PbEU 2011, L 326), alsmede de door de Europese Commissie vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen op grond van verordening 1227/2011;

  48. marktdeelnemer: een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van verordening 1227/2011;

  49. Autoriteit Financiële Markten: de Autoriteit Financiële Markten, genoemd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

  50. bindende gedragslijn: een zelfstandige last die niet wegens een overtreding wordt opgelegd;

  51. zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften;

  52. windpark: een installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie in hoofdzaak bestaande uit één of meer windmolens;

  53. net op zee: het net, bedoeld in artikel 15a, eerste lid;

  54. certificaat van oorsprong: gegevens op een rekening waarmee wordt aangetoond uit welke energiebron, niet zijnde een hernieuwbare energiebron, een hoeveelheid elektriciteit is opgewekt;

  55. verordening 2019/941: verordening 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (Pb EU 2019, L 158).

2.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt als afnemer, niet zijnde een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, beschouwd een organisatorische eenheid die zich in hoofdzaak bezig houdt met het openbaar vervoer per metro, tram of trolley, met mijnbouwkundige activiteiten, met het beheer en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken, met het beheer van de openbare verlichting of van verkeersregelinstallaties, dan wel met riolering, bemaling, waterzuivering of transport en distributie van water, mits:

  1. deze eenheid daarbij uitsluitend ingevolge de technische aard van de bedrijfsuitoefening beschikt over verscheidene aansluitingen,

  2. het totale aan de eenheid voor die bedrijfsuitoefening beschikbaar gestelde vermogen meer bedraagt dan 2 MVA en

  3. de bedrijfsuitoefening door deze eenheid op fysiek geïntegreerde basis geschiedt.

3.

Een onderneming die zich in hoofdzaak bezighoudt met het vervoer van personen of goederen per trein wordt in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, aangemerkt als afnemer, niet zijnde een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, ook indien zij geen aansluiting heeft op een net.

4.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken die zich bevinden in een bouwwerk met:

  1. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet,

  2. een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid en

  3. gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex, beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken indien de eigenaar hierom verzoekt bij de netbeheerder. Een verzoek kan slechts worden ingetrokken ingeval van ingrijpende renovatie van het bouwwerk.

5.

Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op het net op zee dat is gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone, landsgrensoverschrijdende netten die zijn gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone en op installaties voor de opwekking van elektriciteit die zijn gevestigd binnen de Nederlandse exclusieve economische zone, alsmede de daarmee opgewekte elektriciteit.

6.

Productie-installaties voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie of zonne-energie op het land die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling en die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddelijke nabijheid zijn gelegen, worden geacht te beschikken over één aansluiting. De netbeheerder en de producent kunnen meerdere aansluitingen overeenkomen indien dit tot lagere kosten voor de netbeheerder leidt.

7.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden één of meer windparken of zonneweides op land, of een combinatie daarvan die zich in elkaars onmiddellijke nabijheid bevinden, samen met het bijbehorende stelsel van verbindingen, beschouwd als één productie-installatie en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, indien:

  1. ten behoeve van die windparken, zonneweides of een combinatie daarvan gezamenlijk een aanvraag is gedaan bij een netbeheerder om aangesloten te worden op dezelfde aansluiting; en

  2. de gevraagde aansluitcapaciteit meer bedraagt dan 2 MVA.

§ 2. Energierapport en monitoring

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 4b

Hoofdstuk 2. Uitvoering en toezicht

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 5b

Artikel 5c

Artikel 6 [Vervallen per 01-04-2013]

Artikel 7

Artikel 7a

Artikel 8 [Vervallen per 01-07-2005]

Artikel 9 [Vervallen per 01-07-2005]

Hoofdstuk 2A. Productiecapaciteit

§ 1. Aanbesteding van productiecapaciteit

Artikel 9a

§ 2. Coördinatie van de aanleg of uitbreiding van productie-installaties

Artikel 9b

Artikel 9c

Artikel 9d

Artikel 9e

Artikel 9f

Artikel 9g

§ 3. Directe lijn

Artikel 9h

Hoofdstuk 3. Transport van elektriciteit

§ 1. Aanwijzing van netbeheerders

Artikel 10

Artikel 10Aa

Artikel 10a

Artikel 10b

Artikel 11

Artikel 11a

Artikel 11b

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 13a

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15a

§ 2. Taken en verplichtingen van de netbeheerder

Artikel 16

Artikel 16Aa [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 16a

Artikel 16b [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 16ba [Vervallen per 01-04-2008]

Artikel 16c

Artikel 16d

Artikel 16da

Artikel 16e

Artikel 16f

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 17b

Artikel 17c

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 19

Artikel 19a [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 19b

Artikel 19c

Artikel 19d

Artikel 19e

§ 3. Aanleg, herstel, uitbreiding of vernieuwing van netten

Artikel 20

Artikel 20a

Artikel 20b

Artikel 20c

Artikel 20ca

Artikel 20d

Artikel 20e [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 20f

Artikel 21

Artikel 22

§ 3a. Verplaatsen of ondergronds aanleggen van een hoogspanningsverbinding

Artikel 22a

§ 4. Aansluiting op het net en transport van elektriciteit

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 24Aa

Artikel 24a

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 26a

§ 4a. Meetinrichtingen en meetgegevens

Artikel 26aa

Artikel 26ab

Artikel 26ac

Artikel 26ad [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 26ae

Artikel 26af

Artikel 26ag [Nog niet in werking]

Artikel 26ah

§ 5. Tariefstructuren en voorwaarden

Artikel 26b

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30 [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 30a

Artikel 30b

Artikel 30c

Artikel 31

Artikel 31a [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 31b

Artikel 31c

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35 [Vervallen per 14-07-2004]

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 37a

Artikel 38

Artikel 39

§ 6. Tarieven en boekhouding van de netbeheerder

Artikel 40

Artikel 40a

Artikel 40b

Artikel 41

Artikel 41a

Artikel 41b

Artikel 41ba [Vervallen per 01-04-2016]

Artikel 41c

Artikel 41d

Artikel 41e

Artikel 42

Artikel 42a

Artikel 42b

Artikel 42c

Artikel 42d

Artikel 42e

Artikel 43

§ 7. [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 44 [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 45 [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 46 [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 47 [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 48

Artikel 49 [Vervallen per 20-07-2012]

Artikel 50 [Vervallen per 20-07-2012]

§ 8. Behandeling van geschillen

Artikel 51

Artikel 52

Hoofdstuk 4. Voorwaarden wijze van gegevensverwerking

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 61 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 62 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 63 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 64 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 65 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 66 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 67 [Vervallen per 01-07-2004]

Hoofdstuk 5. Duurzame elektriciteitsvoorziening

§ 1. Taak ten aanzien van energiebesparing en bevordering van duurzame energie

Artikel 68

§ 2. [Vervallen per 01-01-2009]

§ 2.1. [Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 69 [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 70 [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 71 [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72 [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72a [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72b [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72c [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72d [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72e [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72f [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72g [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72h [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72i [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72j [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72k [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72l [Vervallen per 01-01-2009]

§ 2.2. [Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 72m [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72n [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72na [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72o [Vervallen per 01-01-2009]

§ 2.3. [Vervallen per 01-01-2009]

Artikel 72aa [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72ab [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72ac [Vervallen per 01-01-2009]
Artikel 72ad [Vervallen per 01-01-2009]

§ 3. Garanties van oorsprong

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 77a

Artikel 77b [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77c [Vervallen per 01-01-2015]

§ 3a. [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77ca [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77cb [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77cc [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77cd [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 77ce [Vervallen per 01-01-2015]

§ 4. Stimulering van de productie van duurzame energie

Artikel 77d [Nog niet in werking]

Artikel 77e [Nog niet in werking]

Artikel 77f [Nog niet in werking]

Artikel 77g

Hoofdstuk 5A. Last onder dwangsom en bestuurlijke boete

Artikel 77h

Artikel 77i

Artikel 77j [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77k [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77l [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77m [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77n [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77o [Vervallen per 01-08-2014]

Artikel 77p [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 77q [Vervallen per 01-08-2014]

Hoofdstuk 6. Overige algemene bepalingen

§ 1. Informatieverstrekking

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80 [Vervallen per 01-08-2014]

Artikel 81

§ 2. Beroep

Artikel 82

§ 3. Uitzondering verordeningsbevoegdheid

Artikel 83

§ 4. Nadere regelgeving ter uitvoering van EG-besluiten

Artikel 84

§ 5. Bijdragen

Artikel 85

§ 6. Boekhouding van producenten en leveranciers

Artikel 86

§ 7. Toepasselijk recht

Artikel 86a

§ 8. Klimaatneutrale elektriciteit

Artikel 86b

§ 9. Ontheffingsbevoegdheid en grensoverschrijdende infrastructuur

Artikel 86c

Artikel 86ca

§ 10. Transparantie en liquiditeit

Artikel 86d

Artikel 86e

§ 11. Meldingsplicht

Artikel 86f

§ 12. Keuzevrijheid van leverancier

Artikel 86g

§ 13. Registratieplicht

Artikel 86h

§ 14. Verbod marktmisbruik

Artikel 86i

Hoofdstuk 7. Wijziging van andere wetten

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

§ 1. Algemene overgangsbepalingen.

Artikel 91

Artikel 92 [Vervallen per 13-12-2006]

Artikel 93

Artikel 93a

Artikel 93b [Vervallen per 01-07-2008]

Artikel 94

Artikel 95 [Vervallen per 14-07-2004]

§ 1a. Vergunningen voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers

Artikel 95a

Artikel 95b

Artikel 95c

Artikel 95ca

Artikel 95cb

Artikel 95d

Artikel 95e

Artikel 95f

Artikel 95g [Vervallen per 13-12-2006]

Artikel 95h [Vervallen per 13-12-2006]

Artikel 95i [Vervallen per 01-07-2011]

§ 1b. Stroometikettering

Artikel 95j

Artikel 95k

Artikel 95l

§ 1ba. Meetinrichtingeisen, facturering en informatieverstrekking

Artikel 95la

Artikel 95lb

Artikel 95lc

Artikel 95ld

§ 1c. Consumentenbescherming

Artikel 95m

Artikel 95n

Artikel 95na

Artikel 95o

Artikel 96

§ 2

Artikel 97 [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 98 [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 99 [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 100 [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 101 [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 102 [Vervallen per 01-01-2001]

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 103

Artikel 104

Artikel 105