Home

Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen

Geldig van 1 januari 2015 tot 24 november 2018
Geldig van 1 januari 2015 tot 24 november 2018

Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2015 tot 24-11-2018]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 19 februari 1999, nr. P/99000777;

Gelet op artikel 2, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen;

De Raad van State gehoord (advies van 27 april 1999, No. W07.99.0082/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 1 februari 2001, nr. P/2001000559;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. militair: de beroepsmilitair, dienstplichtige of reservist;

  2. WAO: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  3. arbeidsongeschiktheidsuitkering: een uitkering ingevolge de WAO, de aanspraak op vakantie-uitkering daaronder begrepen;

  4. ontslaguitkering: een uitkering ingevolge het Werkloosheidsbesluit defensie-personeel of het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd;

  5. pensioenreglement: het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

  6. berekeningsgrondslag:

    1. 1e

      voor de beroepsmilitair: voor zover daarover de verplichting tot premieafdracht in de zin van het pensioenreglement heeft bestaan, de som van de militaire inkomsten uit het jaar voorafgaande aan zijn ontslag;

    2. 2e

      voor de reservist en dienstplichtige: het bedrag van de inkomsten die hij in het jaar voorafgaande aan het einde van zijn werkelijke dienst uit hoofde van zijn beroep of bedrijf zou hebben kunnen genieten indien hij niet in werkelijke dienst zou zijn geweest;

  7. suppletieregeling: de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie.

Artikel 2. Arbeidsongeschiktheid en invaliditeit

1.

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder arbeidsongeschiktheid met dienstverband verstaan: een arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekten of gebreken, die in overwegende mate hun oorzaak vinden in de aard van de aan de militair opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden, waaronder zij moesten worden verricht, en niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid zijn te wijten.

2.

Indien ingevolge het eerste lid voor een bepaalde ziekte of gebrek arbeidsongeschiktheid met dienstverband is aangenomen, dan geldt dit eveneens voor een arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een andere ziekte of gebrek waarvoor dat verband niet kan worden aangenomen.

3.

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder invaliditeit met dienstverband verstaan: een invaliditeit van tenminste 10% tengevolge van:

  1. verwonding, ziekten of gebreken, welke zijn veroorzaakt door de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden;

  2. ziekten of gebreken, welke het gevolg zijn van verrichtingen of vermoeienissen aan de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden verbonden, dan wel welke tot uiting zijn gekomen onder overwegende invloed van die verrichtingen of vermoeienissen; of

  3. ziekten of gebreken, welke zijn ontstaan, tot uiting zijn gekomen of verergerd mede door inwerking van bijzondere, zeer nadelige invloeden, waaraan de beroepsmilitair in verband met de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden is blootgesteld geweest;

4.

Onder uitoefening van de militaire dienst wordt verstaan:

  1. de uitvoering van expliciet of impliciet gegeven dienstopdrachten of dienstbevelen;

  2. het verrichten van handelingen of activiteiten in het kader van algemene of bijzondere dienstverrichtingen; of

  3. activiteiten, die gezien het daaraan verbonden dienstbelang als uitoefening van die dienst aangemerkt kunnen worden.

5.

Onder buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden wordt verstaan:

  1. een uitzonderingstoestand in de zin van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden;

  2. de deelname aan operaties ter bevordering of handhaving van de internationale rechtsorde;

  3. de verlening van bijstand, zoals onder meer bedoeld in artikel 71 Wetboek van Militair Strafrecht, de artikelen 57, 58 of 59 van de Politiewet 2012 en artikel 146, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover sprake is van een verhoogd risico.

6.

Tot de buitengewone omstandigheden in de zin van het vijfde lid worden mede gerekend:

  1. het onder oorlogsnabootsende omstandigheden in praktijk brengen van theoretisch onderwezen bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het uitvoeren van oorlogstaken te verwerven, op te voeren of te onderhouden, voor zover sprake is van een verhoogd risico;

  2. gevaarzettende situaties die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van zijn taak waaraan de militair zich vanwege zijn specifieke functie niet kan onttrekken;

  3. afzonderlijk door Onze Minister te bepalen gevallen die bijzonder van aard zijn en waarbij een verhoogd risico aanwezig is;

een en ander voor zover de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gezondheid geheel of gedeeltelijk door de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten, of de Commandant Koninklijke Marechaussee buiten werking zijn gesteld.

7.

Voor elke verwonding, ziekte of gebrek wordt afzonderlijk vastgesteld of sprake is van invaliditeit met dienstverband.

8.

Indien voor een bepaalde verwonding, ziekte of gebrek invaliditeit met dienstverband is vastgesteld betekent dit dat voor die aandoening, indien die aandoening leidt tot arbeidsongeschiktheid en die arbeidsongeschiktheid in overwegende mate haar oorzaak vindt in de invaliditeit met dienstverband, eveneens sprake is van arbeidsongeschiktheid met dienstverband.

9.

Op het onderzoek naar de toepasselijkheid van dit besluit is het Besluit procedure geneeskundig onderzoek blijvende dienstongeschiktheid en pensioenkeuring militairen van toepassing.

10.

Onze Minister kan met betrekking tot dit artikel nadere en, zo nodig, afwijkende regels stellen.

Paragraaf 2. Aanspraken voor de beroepsmilitair

Artikel 3. Het arbeidsongeschiktheidspensioen

Artikel 4. Het garantiepensioen

Artikel 5. Kortingen en beperkingen met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidspensioen

Artikel 6. Verhoging tot minimumloon

Artikel 7. Het invaliditeitspensioen

Artikel 8. De bijzondere invaliditeitsverhoging

Artikel 8a. Volledige schadevergoeding

Artikel 9. De herplaatsingstoelage

Paragraaf 3. Aanspraken voor de dienstplichtige en reservist

Artikel 10. Arbeidsongeschiktheidsverhoging

Artikel 11. Invaliditeitspensioen en bijzondere invaliditeitsverhoging

Artikel 11a. Volledige schadevergoeding

Paragraaf 4. Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 12. Toeslag

Artikel 13. Uitkering bij overlijden

Artikel 14. Indexering

Artikel 15. Toekenning

Artikel 16. Einde

Artikel 17. Betaling

Paragraaf 5. Overgangsbepalingen

Artikel 18. Lopende rechten

Artikel 19. Afwijkende regels

Artikel 20. Garantietoeslag

Paragraaf 6. Andere voorzieningen in verband met arbeidsongeschiktheid of invaliditeit

Artikel 21. Voorzieningen en verstrekkingen

Artikel 21a. Bijzondere uitkering

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 22. Bijzondere gevallen

Artikel 23. Inwerkingtreding

Artikel 24. Citeertitel