Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap
Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap
Opschrift
Aanhef
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op de artikelen 5, 11, 17, 23, 29, 57, 61, 68 en 71 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, de artikelen 4, vijfde lid, en 8, eerste lid, van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en artikel 6, eerste lid van het Besluit bericht omtrent toelating;
Besluit:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Rijkswet: de Rijkswet op het Nederlanderschap;
De Minister: de Minister van Justitie;
Uitvoeringsautoriteit: de in artikel 2 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap genoemde autoriteit of ambtenaar;
Handleiding: Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap, die van kracht is in het desbetreffende Rijksdeel.
Artikel 2
Tenzij in deze regeling anders is bepaald, oefent de uitvoeringsautoriteit de hem in het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en het Besluit bericht omtrent toelating opgedragen werkzaamheden uit in overeenstemming met de Handleiding, alsmede met de nadere instructies terzake die in het betreffende Rijksdeel gelden. Hoofden van diplomatieke en consulaire posten oefenen deze werkzaamheden uit in overeenstemming met de Handleiding en de nadere instructies, die in Nederland van kracht zijn, met inachtneming van de bijzondere regels die de Minister van Buitenlandse Zaken daarbij heeft vastgesteld.