Home

Pensioenwet

Geldig van 1 juli 2023 tot 1 januari 2024
Geldig van 1 juli 2023 tot 1 januari 2024

Pensioenwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een herziening en modernisering van de regelgeving voor pensioenen, teneinde deze ook voor de toekomst veilig te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied

§ 1.1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanspraakgerechtigde: persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen;

  • accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • afkoop: iedere handeling waardoor pensioenaanspraken en pensioenrechten hun pensioenbestemming verliezen, behoudens in geval van toepassing van de artikelen 55, vijfde lid, 134 of 220b, tweede lid, of van artikel 3A:85 van de Wet op het financieel toezicht;

  • algemeen pensioenfonds: een pensioenfonds dat een of meerdere pensioenregelingen of beroepspensioenregelingen als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling uitvoert en daarvoor een afgescheiden vermogen aanhoudt per collectiviteitkring;

  • arbeidsongeschiktheidspensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer of gewezen werknemer, waarop recht bestaat na afloop van de periode bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Ziektewet of, indien de werknemer of gewezen werknemer Ziektewetuitkering ontvangt, na afloop van de periode bedoeld in artikel 29, vijfde en tiende lid, van de Ziektewet;

  • basispensioenregeling: de collectieve pensioenregeling of het deel van de pensioenregeling waaraan de werknemer op basis van de pensioenovereenkomst gehouden is om deel te nemen;

  • bedrijfstakpensioenfonds: een pensioenfonds ten behoeve van een of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak;

  • beëindiging van de deelneming: het beëindigen van de pensioenverwerving op basis van een pensioenovereenkomst anders dan door:

    1. het overlijden van de deelnemer; of

    2. het ingaan van het ouderdomspensioen;

  • beschermingsrendement: de vermogensbijschrijving die ervoor zorgt dat de, uit het opgebouwde pensioenvermogen te financieren, toekomstige pensioenuitkeringen en lopende pensioenuitkeringen nominaal stabiel blijven, dat wordt gefinancierd vanuit het totaal behaalde rendement en looptijdafhankelijk wordt toebedeeld aan de vermogens op basis van marktwaardering, waarbij toedelingsregels worden gehanteerd;

  • bevoegde autoriteiten: nationale autoriteiten van andere lidstaten dan Nederland als bedoeld in artikel 6, onderdeel 8, van richtlijn 2016/2341/EU;

  • bijdrage: iedere geldsom die wordt voldaan aan een pensioenuitvoerder in het kader van de uitvoering van pensioenovereenkomsten en uitvoeringsovereenkomsten;

  • bijdragende onderneming: een onderneming of ander lichaam, ongeacht of deze een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen die optreden als werkgever of zelfstandige, dan wel een combinatie daarvan, omvat of hieruit bestaat, en die een pensioenregeling aanbiedt of aan een pensioenfonds, premiepensioeninstelling of pensioeninstelling uit een andere lidstaat bijdragen betaalt;

  • bijzonder partnerpensioen: de aanspraak op partnerpensioen die op grond van artikel 57, eerste, tweede of derde lid, verkregen wordt door de gewezen partner;

  • buitenlandse instelling: een instelling met zetel buiten Nederland, niet zijnde een pensioeninstelling uit een andere lidstaat, een verzekeraar met een zetel buiten Nederland, een lidstaat van de Europese Unie of een instelling als bedoeld in artikel 70, tweede lid;

  • collectief toedelingsmechanisme: wijze waarop financiële mee- en tegenvallers collectief worden verwerkt in variabele uitkeringen van flexibele premieovereenkomsten;

  • collectiviteitkring: een of meerdere pensioenregelingen of beroepspensioenregelingen als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling waarvoor een algemeen pensioenfonds een afgescheiden vermogen aanhoudt;

  • deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens een pensioenuitvoerder;

  • dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen inzake de bij een pensioenfonds ondergebrachte pensioenregeling of pensioenregelingen en de technische voorzieningen van een pensioenfonds;

  • dienstbetrekking: de rechtsbetrekking tussen werkgever en werknemer;

  • directeur-grootaandeelhouder:

    1. persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen en waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden;

    2. indirect persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen en waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden; of

    3. houder van certificaten van aandelen, uitgegeven door tussenkomst van een administratiekantoor waarvan hij voor ten minste een tiende deel in het bestuur vertegenwoordigd is, welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen en aan welke aandelen stemrecht in de algemene vergadering is verbonden;

  • elektronisch: door middel van een elektronische informatiedrager die de ontvanger in staat stelt de verstrekte informatie duurzaam te bewaren;

  • flexibele premieovereenkomst: premieovereenkomst waarbij de premie individueel wordt belegd en waarbij het kapitaal voortvloeiend uit de premie vanaf de pensioendatum wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering of voor de aankoop van een vastgestelde uitkering;

  • gedetacheerde werknemer: een werknemer die in een andere lidstaat wordt gedetacheerd om daar te werken en die krachtens titel II van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de gemeenschap verplaatsen (PbEG L 149), onderworpen blijft aan de wetgeving van de lidstaat van oorsprong;

  • gepensioneerde: pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan;

  • gewezen deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens een pensioenuitvoerder;

  • groep: een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte;

  • nabestaandenpensioen: partnerpensioen of wezenpensioen;

  • nettopensioen: ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen in de vorm van een nettopensioen als bedoeld in afdeling 5.3B van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • ondernemingspensioenfonds: een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of een groep;

  • ondernemingsraad: de ondernemingsraad, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;

  • ontvangende pensioenuitvoerder: de pensioenuitvoerder aan wie in het kader van waardeoverdracht waarde wordt overgedragen;

  • Onze Minister: Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

  • ouderdomspensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor de werknemer of de gewezen werknemer bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom;

  • overdrachtswaarde: de ten behoeve van de waardeoverdracht vastgestelde waarde van de over te dragen pensioenaanspraken of pensioenrechten;

  • overdragende pensioenuitvoerder: de pensioenuitvoerder die in het kader van waardeoverdracht waarde overdraagt aan een andere pensioenuitvoerder;

  • overrendement: het saldo van het totaal behaalde rendement op de beleggingen, de ontwikkeling van de levensverwachting en het sterfteresultaat en het toebedeelde beschermingsrendement op basis van de toedelingsregels;

  • partner:

    1. echtgenoot;

    2. geregistreerd partner; of

    3. partner in de zin van de pensioenovereenkomst zijnde de meerderjarige persoon die met de werknemer of de gewezen werknemer een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad, een bloedverwant in de tweede graad in de rechte lijn, een meerderjarig stiefkind of meerderjarig voormalig pleegkind;

  • partnerpensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor de partner of gewezen partner wegens het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer;

  • partnerrelatie: huwelijk, geregistreerd partnerschap of partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;

  • pensioen: ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen, zoals tussen werkgever en werknemer overeengekomen;

  • pensioenaanspraak: het recht op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening;

  • pensioenbewaarder: de pensioenbewaarder, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

  • pensioeneenheid: eenheid van deelname in een beleggingsportefeuille, waarbij de waarde fluctueert met de koersontwikkeling van deze portefeuille en eventueel met de ontwikkeling van de levensverwachting;

  • pensioenfonds: een stichting die niet een premiepensioeninstelling is, waarin ten behoeve van ten minste twee deelnemers, gewezen deelnemers of hun nabestaanden gelden worden of werden bijeengebracht en worden beheerd ter uitvoering van ten minste een basispensioenregeling;

  • pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan;

  • pensioeninstelling uit een andere lidstaat: een op basis van kapitaaldekking gefinancierde instelling, ongeacht de rechtsvorm, die zetel heeft in een andere lidstaat dan Nederland en die onafhankelijk van enige bijdragende onderneming of bedrijfstak is opgericht met als doel het verstrekken van arbeidsgerelateerde pensioenuitkeringen op basis van een als volgt gesloten overeenkomst:

    1. individueel of collectief tussen een of meerdere werkgevers en een of meerdere werknemers of hun respectievelijke vertegenwoordigers; of

    2. individueel of collectief met zelfstandigen,

    en die hiermee rechtstreeks verband houdende werkzaamheden verricht;

  • pensioenovereenkomst: hetgeen tussen een werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen;

  • pensioenrecht: het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening;

  • pensioenregeling:

    1. een pensioenregeling op grond van een pensioenovereenkomst; of

    2. indien de bijdragende onderneming zetel heeft in een andere lidstaat dan Nederland, een overeenkomst, een trustakte of voorschriften waarin is bepaald welke pensioenuitkeringen worden toegezegd en onder welke voorwaarden;

  • pensioenreglement: de door de pensioenuitvoerder opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde of pensioengerechtigde;

  • pensioenuitvoerder: een ondernemingspensioenfonds, een bedrijfstakpensioenfonds, een algemeen pensioenfonds, of een premiepensioeninstelling of verzekeraar die zetel heeft in Nederland;

  • pensioenverplichtingen: verplichtingen van de pensioenuitvoerder uit hoofde van pensioenaanspraken en pensioenrechten;

  • premie: de in geld uitgedrukte periodiek vastgestelde structurele prestatie die verschuldigd is aan de pensioenuitvoerder en die bestemd is voor pensioen en de daaraan verbonden kosten;

  • premie-uitkeringsovereenkomst: premieovereenkomst uitgevoerd door een verzekeraar of door een premiepensioeninstelling waarbij de premie individueel wordt belegd, waarbij de premie of het kapitaal voortvloeiend uit de premie in de laatste 15 jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, kan worden aangewend voor aankoop van een vastgestelde uitkering vanaf de pensioendatum en waarbij het resterend kapitaal vanaf de pensioendatum wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering of voor de aankoop van een vastgestelde uitkering;

  • premieovereenkomst: een pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde premie die uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een vastgestelde of variabele pensioenuitkering;

  • premiepensioeninstelling: een premiepensioeninstelling die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van premiepensioeninstelling mag uitoefenen;

  • projectierendement: het ingerekende toekomstig rendement voor de vaststelling van variabele uitkeringen;

  • richtlijn 2016/2341/EU: richtlijn 2016/2341/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PbEU L 2016, 354);

  • risicodelingsreserve: een collectieve vermogensreserve waarmee in een flexibele premieovereenkomst financiële mee- of tegenvallers kunnen worden gedeeld;

  • risicohouding: de vastgestelde mate waarin een groep deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bereid is beleggingsrisico’s te lopen met oog op hun doelstellingen en de mate waarin deze groep beleggingsrisico’s kan dragen gegeven de kenmerken van deze groep;

  • risicovrije rente: de door De Nederlandsche Bank N.V. gepubliceerde actuele rentetermijnstructuur;

  • scheiding: echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of beëindiging van een partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;

  • schriftelijk: in schrifttekens op papier;

  • solidaire premieovereenkomst: premieovereenkomst waarbij de premie collectief wordt belegd, de resultaten in ieder geval naar leeftijdscohorten worden toebedeeld en waarbij het voor pensioenuitkering bestemd vermogen gedurende de uitkeringsfase wordt aangewend voor financiering van een variabele uitkering;

  • solidariteitsreserve: een collectieve vermogensreserve waarmee in een solidaire premieovereenkomst financiële mee- of tegenvallers kunnen worden gedeeld;

  • toedelingskring: groep personen waarop een collectief toedelingsmechanisme wordt toegepast;

  • toedelingsregels: de wijze waarop bij de solidaire premieovereenkomst financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectief gevoerde beleggingsbeleid, de ontwikkeling van de levensverwachting en het sterfteresultaat via beschermingsrendementen en overrendementen in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens of in de solidariteitsreserve worden verwerkt;

  • toeslag: een verhoging van:

    1. een pensioenrecht in de vorm van een vastgestelde uitkering; of

    2. een pensioenaanspraak in de vorm van een aanspraak op een vastgestelde uitkering, mits die verhoging geen verband houdt met een verhoging van de pensioengrondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal jaren of een wijziging van de pensioenovereenkomst;

  • toezichthouder: de Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht bij of krachtens artikel 151;

  • uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen een werkgever en een pensioenuitvoerder over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten;

  • uitvoeringsreglement:

    1. de door een bedrijftakpensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en werkgever;

    2. de door een pensioenuitvoerder opgestelde regeling inzake de uitvoering van de pensioenovereenkomsten met zijn werknemers;

    3. de door een algemeen pensioenfonds opgestelde regeling inzake de uitvoering van een beëindigde pensioenregeling of beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 23a of artikel 4a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

  • verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds: een bedrijfstakpensioenfonds waarin de deelneming verplicht is gesteld als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, artikel 21, eerste lid, van de Wet privatisering ABP en artikel 113a, eerste lid, van de Wet op het notarisambt;

  • verzekeraar: een verzekeraar die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen;

  • voorwaarden in verband met de partnerrelatie: huwelijkse voorwaarden, voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of voorwaarden in verband met een partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst;

  • vrijwillige pensioenregeling: het deel van de pensioenregeling waaraan de werknemer op basis van de pensioenovereenkomst de mogelijkheid heeft om deel te nemen;

  • waardeoverdracht: iedere handeling waarbij de waarde van opgebouwde pensioenaanspraken of pensioenrechten wordt aangewend ten behoeve van:

    1. 1°.

      andere pensioenaanspraken of pensioenrechten bij dezelfde of een andere pensioenuitvoerder; of

    2. 2°.

      dezelfde pensioenaanspraken of pensioenrechten bij een andere pensioenuitvoerder;

  • werkgever: degene die een werknemer krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid laat verrichten;

  • werkgeverspremie: het deel van de premie dat voor rekening komt van de werkgever;

  • werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht voor een werkgever, met uitzondering van de directeur-grootaandeelhouder en de werknemer die onder de werkingsfeer van een verplichtgestelde beroepspensioenregeling als bedoeld in de Wet verplichte beroepspensioenregeling valt;

  • werknemerspremie: het deel van de premie dat voor rekening komt van de werknemer;

  • wezenpensioen: een geldelijke uitkering, die vastgesteld of variabel is, voor een kind tot wie de overleden werknemer of gewezen werknemer als ouder in familierechtelijke betrekking stond of voor diens stief- of pleegkind, wegens het overlijden van de werknemer of gewezen werknemer;

  • zetel: de plaats waar een rechtspersoon volgens zijn statuten of reglementen is gevestigd of, indien het een pensioenfonds of pensioeninstelling uit een andere lidstaat betreft, de plaats waar deze volgens zijn statuten of reglementen is gevestigd en zijn hoofdbestuur heeft of, indien het een pensioeninstelling uit een andere lidstaat betreft die geen rechtspersoon is of een natuurlijke persoon betreft, de plaats waar die pensioeninstelling of persoon zijn hoofdbestuur heeft.

Artikel 2. Nadere bepalingen definities

Artikel 2a. Nadere bepalingen gezamenlijke huishouding

§ 1.2. Toepassingsgebied van de wet

Artikel 3. Gedeeltelijke toepasselijkheid bij personen, niet zijnde werknemer of werkgever, die onder de werkingssfeer van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds vallen

Artikel 4. Gedeeltelijke toepasselijkheid bij pensioenverevening

Artikel 5. Relatie met verzekeringsovereenkomsten

Artikel 6. Relatie met Wet op het financieel toezicht

Hoofdstuk 2. Pensioenovereenkomst

§ 2.1. De totstandkoming van een pensioenovereenkomst

Artikel 7. Informatie aan werknemer en aanbod pensioenovereenkomst

Artikel 8. Bescherming deeltijder en jonge werknemer

Artikel 9. Pensioenovereenkomst bij overgang van onderneming

§ 2.2. Inhoud pensioenovereenkomst

Artikel 10. Karakter pensioenovereenkomst

Artikel 10a. Solidaire premieovereenkomst

Artikel 10b. Flexibele premieovereenkomst

Artikel 10c. Premie-uitkeringsovereenkomst

Artikel 10d. Solidariteitsreserve

Artikel 10e. Risicodelingsreserve

Artikel 11. Uitkering, kapitaal, voor pensioenuitkering bestemd vermogen of premie

Artikel 12. Betalingsvoorbehoud

Artikel 13 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 14. Beperking onderscheid naar leeftijd bij verwerving en aanbod

Artikel 15. Nadere eisen ouderdomspensioen

Artikel 16. Nadere eisen nabestaandenpensioen

Artikel 17. Gelijke premie

Artikel 17a. Evenredig doorberekenen van kosten

Artikel 18. Behoud aanspraken bij verlaging pensioengevend salaris

§ 2.3. Wijziging pensioenovereenkomst

Artikel 19. Wijziging pensioenovereenkomst

Artikel 20. Gevolgen van wijziging van een pensioenovereenkomst

§ 2.4. Informatie- en hoorplicht werkgever

Artikel 21. Informatie over de pensioenregeling en melding van wijzigingen

Artikel 22. Hoorrecht vereniging van pensioengerechtigden bij uitvoering door verzekeraar

Hoofdstuk 3. Uitvoeringsovereenkomst

§ 3.1. Sluiten uitvoeringsovereenkomst

Artikel 23. Onderbrengingsplicht werkgever

Artikel 23a. Uitvoeringsreglement beëindigde pensioenregeling

Artikel 24. Premie aan pensioenuitvoerder door werkgever

§ 3.2. Inhoud uitvoeringsovereenkomst

Artikel 25. Eisen inzake inhoud uitvoeringsovereenkomst

Artikel 26. Eisen inzake premiebetaling

Artikel 27. Premiebetaling bij beëindiging deelneming

Artikel 28. Melding door pensioenfonds inzake premieachterstand

Artikel 29. Melding door verzekeraar bij premieachterstand en gevolgen van premieachterstand

Artikel 30. Toepasselijk recht

§ 3.3. Overig

Artikel 31. Verbod verpanding en andere handelingen

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen met betrekking tot de pensioenuitvoerder

§ 4.1. Taken pensioenuitvoerder

Artikel 32. Algemene taak

Artikel 33. Waarborging goed bestuur

Artikel 34. Uitbesteding

Artikel 35. Opstellen en inhoud pensioenreglement

Artikel 36. Registreren deelnemingsjaren

Artikel 37. Melding arbeidsongeschiktheid

Artikel 38. Verstrekken informatie aan deelnemers jaarlijks

Artikel 39. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming

Artikel 40. Verstrekken informatie aan gewezen deelnemers jaarlijks

Artikel 41. Verstrekken informatie aan gewezen partner bij scheiding

Artikel 42. Verstrekken informatie aan gewezen partner periodiek

Artikel 43. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij de pensioeningang

Artikel 44. Verstrekken informatie aan pensioengerechtigden jaarlijks

Artikel 44a. Verstrekken informatie over variabele uitkering

Artikel 45. Verstrekken informatie aan deelnemers inzake vrijwillige pensioenregeling

Artikel 45a. Informatie over uitvoeringskosten

Artikel 46. Informatie op verzoek

Artikel 46a. Beschikbare informatie

Artikel 47. Verstrekken informatie bij vertrek naar een andere lidstaat

Artikel 47a. Zorgplicht voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 47b. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 47c. Advies voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum

Artikel 48. Eisen aan informatieverstrekking

Artikel 48a. Keuzebegeleiding

Artikel 48b. Klachten- en geschillenprocedure

Artikel 48c. Geschilleninstantie

Artikel 49. Wijze van informatieverstrekking

Artikel 50. Verstrekken informatie door pensioenuitvoerder

Artikel 51. Pensioenregister

Artikel 51a. Gebruikersorgaan pensioenregister

Artikel 52. Zorgplicht bij flexibele premieovereenkomsten en premie-uitkeringsovereenkomsten met beleggingsvrijheid

Artikel 52a. Zorgplicht bij premieovereenkomsten zonder beleggingsvrijheid en variabele uitkeringen

Artikel 52b. Risicohouding

Artikel 53. Verstrekken uitkeringen (in andere lidstaten)

Artikel 54. Uitvoeren vrijwillige voortzetting

§ 4.2. Behoud aanspraak

Artikel 55. Behoud aanspraak op pensioen bij beëindiging deelneming

Artikel 56. Behoud aanspraak op partnerpensioen bij verlof

Artikel 57. Behoud aanspraak in geval van scheiding

Artikel 58. Gelijke behandeling bij toeslagen

Artikel 59. Geen verjaring ten gunste van de pensioenuitvoerder

§ 4.3. Beschikken over pensioen

Artikel 60. Keuzerecht hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen

Artikel 61. Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen op opbouwbasis

Artikel 61a. Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen op risicobasis

Artikel 62. Keuzemogelijkheden andere vormen van uitruil

Artikel 63. Variatie hoogte pensioenuitkering

Artikel 63a. Variabele uitkering

Artikel 63b. Keuzerecht variabele of vaste uitkering

Artikel 63c. Uitvoering variabele uitkering

Artikel 64. Verbod van vervreemding en mogelijkheid van volmacht

Artikel 65. Afkoop

Artikel 66. Afkoop klein ouderdomspensioen

Artikel 67. Afkoop klein partnerpensioen of wezenpensioen bij ingang

Artikel 68. Afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding

Artikel 69. Afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen

Artikel 69a. Afkoop deel aanspraken op ouderdomspensioen [Nog niet in werking]

Artikel 70. Begrip en reikwijdte waardeoverdracht

Artikel 70a. Recht op waardeoverdracht klein ouderdomspensioen

Artikel 71. Plicht tot waardeoverdracht op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling van werkgever of toetreding tot een beroepspensioenregeling

Artikel 71a. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met afkoop

Artikel 72. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met financiële positie pensioenuitvoerder of werkgever

Artikel 72a. Uitzondering op de plicht tot waardeoverdracht in verband met bijbetaling

Artikel 73. Uitzondering op plicht tot waardeoverdracht in verband met datum

Artikel 74. Herleving van de plicht tot waardeoverdracht bij wisseling van werkgever of toetreding tot een beroepspensioenregeling

Artikel 75. Bevoegdheid tot waardeoverdracht op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling werkgever of toetreding tot een beroepspensioenregeling

Artikel 76. Plicht tot waardeoverdracht op verzoek deelnemer bij andere pensioenovereenkomst met dezelfde werkgever

Artikel 77. Herleving van de plicht tot waardeoverdracht bij andere pensioenovereenkomst met zelfde werkgever

Artikel 78. Bevoegdheid tot waardeoverdracht op verzoek deelnemer bij andere pensioenovereenkomst met zelfde werkgever

Artikel 78a. Bevoegdheid waardeoverdracht op verzoek van gewezen deelnemer bij andere pensioenregeling gewezen werkgever

Artikel 79. Plicht tot waardeaanwending bij keuzerecht of keuzemogelijkheid

Artikel 80. Waardeoverdracht door pensioenfondsen bij bereiken pensioendatum op grond van de pensioenovereenkomst

Artikel 81. Verplichting tot waardeoverdracht voor verzekeraars bij bereiken pensioendatum

Artikel 81a. Verplichting tot waardeoverdracht voor premiepensioeninstellingen op datum van omzetting in pensioenuitkering dan wel bereiken pensioendatum

Artikel 81b. Verplichting tot waardeoverdracht voorafgaand aan de pensioendatum voor premiepensioeninstellingen bij premie-uitkeringsovereenkomst

Artikel 82. Overdracht pensioenkapitaal op pensioendatum

Artikel 83. Bevoegdheid tot collectieve waardeoverdracht

Artikel 84. Verplichting tot collectieve waardeoverdracht bij liquidatie van de pensioenuitvoerder

Artikel 85. Plicht tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland op verzoek gewezen deelnemer

Artikel 86. Plicht tot waardeoverdracht aan een andere lidstaat van de Europese Unie of aangewezen instelling

Artikel 87. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een andere instelling

Artikel 88. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland op verzoek gewezen deelnemer bij wisseling werkgever of toetreding tot een beroepspensioenregeling

Artikel 89. Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland bij bereiken pensioendatum op grond van de pensioenovereenkomst

Artikel 90. Collectieve waardeoverdracht naar pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland

Artikel 90a. Collectieve waardeoverdracht van een pensioenfonds of premiepensioeninstelling naar een pensioeninstelling uit een andere lidstaat

Artikel 91. Verplichting tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel 92. Bevoegdheid tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel 92a. Medewerking aan collectieve waardeoverdracht van een pensioeninstelling uit een andere lidstaat naar een pensioenfonds of een premiepensioeninstelling

§ 4.4. Rechten van de pensioenuitvoerder in het kader van de uitvoering

Artikel 93. Informatie uit de basisregistratie personen

Artikel 94. Burgerservicenummer

§ 4.5. Overige bepalingen

Artikel 95. Voorwaardelijke toeslagverlening

Artikel 96. Informatie in bestuursverslag over dwangsommen en bestuurlijke boeten

Artikel 97. Deelneming tijdens detachering

Artikel 98. Overlijden ten gevolge van een uitgesloten oorzaak

Artikel 98a. Uitvoering buitenlandse pensioenregeling

Hoofdstuk 5. Algemene bepalingen met betrekking tot pensioenfondsen

§ 5.1. Pensioenfondsen algemeen

Artikel 99. Bestuur pensioenfondsen

Artikel 100. Samenstelling paritair bestuur

Artikel 101. Samenstelling onafhankelijk bestuur

Artikel 101a. Samenstelling en taakverdeling gemengd bestuur

Artikel 102. Zetelverdeling en benoeming pensioengerechtigden en werknemers in paritair bestuur

Artikel 102a. Doelstellingen en uitgangspunten

Artikel 103. Intern toezicht pensioenfondsen

Artikel 104. Samenstelling en taken raad van toezicht en visitatiecommissie

Artikel 105. Eisen ten aanzien van beleid

Artikel 106. Geschiktheid en betrouwbaarheid

Artikel 106a. Tijdsbeslag

Artikel 107. Diversiteit

Artikel 108. Bescherming leden pensioenfondsbestuur, verantwoordingsorgaan en belanghebbendenorgaan

Artikel 109. Verbod leeftijdgrens

Artikel 110. Goedkeuringsrecht

Artikel 111. Statuten

Artikel 112. Melding oprichting van een ondernemingspensioenfonds of bedrijfstakpensioenfonds

Artikel 112a. Vergunning en weerstandsvermogen algemeen pensioenfonds

Artikel 112b. Fusie of splitsing pensioenfonds

Artikel 113. Toezending wijziging officiële stukken

Artikel 114. Omzetting pensioenfonds

§ 5.2. Verantwoordingsorgaan en belanghebbendenorgaan

Artikel 115. Het verantwoordingsorgaan

Artikel 115a. Taken verantwoordingsorgaan

Artikel 115b. Het belanghebbendenorgaan

Artikel 115c. Taken belanghebbendenorgaan

Artikel 115d. Verdere bevoegdheden verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan

Artikel 115e. Informatie omtrent advies

Artikel 115f. Informatie aan het verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan

Artikel 115g. Voorzieningen verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan

Artikel 115h. Informatie over werknemersvereniging of vereniging van pensioengerechtigden

§ 5.3. Taakafbakening

Artikel 116. Verbod van nevenactiviteiten

Artikel 117. Uitvoering vrijwillige pensioenregeling

Artikel 117a. Uitvoering nettopensioen door pensioenfonds

Artikel 118 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 119 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 120. Eisen premieovereenkomsten

Artikel 121. Vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds

Artikel 121a. Uitbreiding werkingssfeer verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds

Artikel 122. Beëindiging verbondenheid met groep

Artikel 123. Uitvoeren van meerdere pensioenregelingen en rangregeling

Artikel 124. Inkoop van pensioenopbouw

Artikel 124a. Aanstelling van een pensioenbewaarder

Artikel 125. Vergunning en kennisgeving grensoverschrijdende activiteit

Hoofdstuk 6. Financieel toetsingskader inzake pensioenfondsen

Artikel 125a. Financieel toetsingskader bij afgescheiden vermogens

Artikel 125b [Vervallen per 01-01-2016]

Artikel 126. Vaststelling technische voorzieningen

Artikel 127. Financiering ouderdomspensioen

Artikel 128 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 129. Terugstorting

Artikel 130 [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 130a [Vervallen per 01-07-2023]

Artikel 131. Minimaal vereist eigen vermogen

Artikel 132. Vereist eigen vermogen

Artikel 133. Dekking door waarden

Artikel 133a. Beleidsdekkingsgraad

Artikel 133b. Melding reële dekkingsgraad aan toezichthouder

Artikel 134. Korting pensioenaanspraken en pensioenrechten door pensioenfonds

Artikel 135. Eisen ten aanzien van beleggingen

Artikel 136. Leningen

Artikel 137. Voorwaardelijke toeslagverlening

Artikel 138. Herstelplan

Artikel 139. Actualisatie herstelplan

Artikel 140. Maatregel minimaal vereist eigen vermogen

Artikel 141. Mogelijkheid tot ontheffing

Artikel 142. Vrijstelling bij uitzonderlijke situatie

Artikel 143. Beheerste en integere bedrijfsvoering

Artikel 143a. Sleutelfuncties

Artikel 143b. Stresstest

Artikel 144. Parameters

Artikel 145. Actuariële en bedrijfstechnische nota

Artikel 146. Jaarrekening en bestuursverslag

Artikel 147. Staten

Artikel 148. Onafhankelijkheid actuaris

Artikel 148a. Verbod kapitaalcontracten

Artikel 149. Verplichting tot overdracht, verzekering of onderbrenging

Artikel 150. Overdracht, verzekering of onderbrenging bij eindigen pensioenregeling

Hoofdstuk 6a. Experimenteerbepaling zelfstandigen

Artikel 150a. Experimenten

Hoofdstuk 6b. Specifieke voorschriften tijdens transitieperiode

§ 6b.1. Toepassingsgebied en vaststelling scenario’s

Artikel 150b. Toepassingsgebied en vaststelling scenario’s

§ 6b.2. Mijlpalen

Artikel 150c. Mijlpalen in transitieperiode

§ 6b.3. Pensioenovereenkomst en transitieplan

Artikel 150d. Transitieplan

Artikel 150e. Berekenen transitie-effecten

Artikel 150f. Afspraken compensatie pensioenovereenkomst

Artikel 150g. Hoorrecht vereniging van gewezen deelnemers of pensioengerechtigden bij uitvoering door pensioenfonds

Artikel 150h. Transitiecommissie

§ 6b.4. Taken en bevoegdheden pensioenuitvoerder en uitvoeringsovereenkomst

Artikel 150i. Implementatieplan

Artikel 150j. Communicatieplan

Artikel 150k. Afspraken compensatie uitvoeringsovereenkomst

§ 6b.5. Bevoegdheid pensioenfonds collectieve waardeoverdracht en aanwenden vermogen

Artikel 150l. Standaard invaarpad

Artikel 150m. Interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie

Artikel 150n. Omrekenmethoden en aanwenden vermogen pensioenfonds

Artikel 150o. Grenzen aanwenden vermogen bij collectieve waardeoverdracht

Artikel 150oa. Ontheffing van regels invaren

§ 6b.6. Financieel toetsingskader pensioenfondsen tijdens transitie

Artikel 150p. Financieel overbruggingsplan tijdens transitie

Artikel 150q. Verdere uitwerking overbruggingsplan

§ 6b.7. Aanvullende maatregelen transitieperiode voor pensioenfondsen

Artikel 150r. Opschorting individuele waardeoverdracht

Hoofdstuk 7. Toezicht, handhaving en overige taken toezichthouder

§ 7.1. De toezichthouder

Artikel 151. Toezichthouders

Artikel 152. Geen beoordeling individuele gevallen

Artikel 153. Algemene beginselen van het toezicht

§ 7.2. [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 154 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 155 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 156 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 157 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 158 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 159 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 160 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 161 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 162 [Vervallen per 01-01-2013]

§ 7.3. Bevoegdheden Onze Minister

Artikel 163. Uitvoeringstoezicht

Artikel 164. Verstrekking informatie ten behoeve van toezicht door Onze Minister

Artikel 165. Aanwijzing door Onze Minister

Artikel 166. Taakverwaarlozing

Artikel 166a. Beleidsregels door Onze Minister

§ 7.4. Handhaving

§ 7.4.1. Algemeen – in Nederland zetel hebbende pensioenuitvoerders

Artikel 167. Kosteloze informatieverstrekking
Artikel 168. Inlichtingenbevoegdheid toezichthouder
Artikel 169. Bewaarplicht gegevens ten behoeve van toezichthouder
Artikel 170. Informatie- en meldingsverplichting accountant en actuaris
Artikel 171. Aanwijzing
Artikel 172. Benoeming curator
Artikel 173. Bewindvoerder over een pensioenfonds
Artikel 174. Onbevoegd verklaring accountant of actuaris
Artikel 175. Last onder dwangsom
Artikel 176. Bestuurlijke boete
Artikel 177 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 178 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 179. Hoogte bestuurlijke boete
Artikel 180 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 181 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 182 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 183 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 184. Schorsende werking bij bestuurlijke boete
Artikel 185. Openbaarmaking bestuurlijke sancties
Artikel 186 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 187 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 188. Mogelijkheid van openbaarmaking
Artikel 189. Besluit tot openbaarmaking
Artikel 190. Moment van openbaarmaking
Artikel 190a. Beëindigen openbaar beschikbaar houden
Artikel 191. Verplichting tot openbaarmaking

§ 7.4.2. Vergunningverlening en toezicht grensoverschrijdende activiteiten van in Nederland zetel hebbende pensioenfondsen

Artikel 192. Vergunningverlening
Artikel 193. Nadere voorschriften en intrekking vergunning
Artikel 194. Kennisgeving voornemen grensoverschrijdende activiteit
Artikel 195. Toetsing en mededeling van kennisgeving
Artikel 196. Uitvoering grensoverschrijdende activiteit
Artikel 197. Verbod uitvoering grensoverschrijdende activiteit
Artikel 198. Maatregelen tegen inbreuk sociale en arbeidswetgeving

§ 7.4.3. Toezicht grensoverschrijdende activiteiten pensioeninstellingen uit andere lidstaat

Artikel 199. Voorwaarden uitvoering Nederlandse pensioenregeling
Artikel 199a. Toepasselijke sociale en arbeidswetgeving
Artikel 200. Informatie over toepasselijke sociale en arbeidswetgeving
Artikel 201. Niet-naleving toepasselijke regelgeving
Artikel 202. Handhavingsbevoegdheden

§ 7.5. Overige taken en bevoegdheden

Artikel 203. Verstrekken, verzamelen en bewerken van beleidsmatige informatie

Artikel 204. Geheimhoudingsplicht

Artikel 205. Verstrekking gegevens of inlichtingen aan andere toezichthouders

Artikel 205a. Informatieverstrekking aan Europese toezichthouders

Artikel 205b. Informatieverstrekking aan de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

Artikel 205c. Informatieverstrekking aan tijdelijke enquêtecommissie van het Europees Parlement

Artikel 206. Verstrekking aan anderen met taak op grond van deze wet

Artikel 207. Informatieverstrekking ten behoeve van strafvorderlijk onderzoek

Artikel 208. Verstrekking aan anderen

Artikel 208a. Verstrekking aan Algemene Rekenkamer

Artikel 208b. Verstrekking ten behoeve van parlementaire enquête

Artikel 209. Periodiek overleg met belanghebbenden

Artikel 210. Beheren register pensioenfondsen

Artikel 211. Samenwerking met toezichthouders andere lidstaten en Europese Commissie

Artikel 212. Ontheffing

Artikel 213. Nadere voorschriften inzake ontheffing

§ 7.6. Overige bepalingen

Artikel 214. Informatievoorziening Staten-Generaal

Artikel 215. Strafrechtelijke sanctionering

Hoofdstuk 8. Gerechtelijke procedures

§ 8.1. Burgerrechtelijke geschillen

Artikel 216. Burgerrechtelijke geschillen in het algemeen

Artikel 217. Beroep verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan bij ondernemingskamer

Artikel 218 [Vervallen per 07-08-2013]

Artikel 219. Enquêterecht

§ 8.2. [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 220 [Vervallen per 01-01-2013]

Hoofdstuk 9. Overige- en slotbepalingen

Artikel 220a. Overgangsrecht

Artikel 220b. Overgangsrecht Wet waardeoverdracht klein pensioen

Artikel 220c [Vervallen per 01-01-2020]

Artikel 220ca. Overgangsrecht toetredingsleeftijd [Nog niet in werking]

Artikel 220d. Overgangsrecht uitzendovereenkomsten

Artikel 220e. Overgangsrecht progressieve premie

Artikel 220f. Overgangsrecht gelijke behandeling m/v

Artikel 220g. Overgangsrecht nabestaandenpensioen

Artikel 220h. Overgangsrecht premievrije voorzetting bij gesloten pensioenfonds

Artikel 220ha. Overgangsrecht premievrije voorzetting verzekeraar

Artikel 220hb. Overgangsrecht vrijwillige voortzetting

Artikel 220i. Overgangsrecht Wet toekomst pensioenen

Artikel 221. Evaluatiebepaling

Artikel 222. Inwerkingtreding

Artikel 223. Citeertitel