Home

Besluit archeologische monumentenzorg

Geldig van 1 januari 2012 tot 1 januari 2024
Geldig van 1 januari 2012 tot 1 januari 2024

Besluit archeologische monumentenzorg

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2016 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 februari 2007, nr. WJZ/2007/2608 (8129), directie Wetgeving en Juridische Zaken, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 34a, eerste en tweede lid, en 48, eerste en tweede lid, van de Monumentenwet 1988, artikel 40a van de Woningwet en de artikelen 49 en 190 van de Mijnbouwwet;

De Raad van State gehoord (advies van 12 april 2007, W05.07.0055/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2007, nr. WJZ/2007/11542 (8129), directie Wetgeving en Juridische Zaken, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Definitiebepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

aanvraag:

  1. 1°.

    voor hoofdstuk 2: aanvraag voor een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Monumentenwet 1988, of

  2. 2°.

    voor hoofdstuk 3: aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 45 van de Monumentenwet 1988;

drempelbijdrage: deel van de kosten van het doen van opgravingen dat ten laste komt van de gemeente of de provincie;

excessieve kosten: deel van de kosten van het doen van opgravingen dat het bedrag dat wordt gevormd door de som van de drempelbijdrage en het verstoordersdeel te boven gaat;

leidinggevende: degene die binnen de organisatie van de aanvrager, bedoeld in hoofdstuk 3, daadwerkelijk leiding geeft aan het doen van de opgravingen;

specifieke uitkering: specifieke uitkering als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Monumentenwet 1988;

vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 45 van de Monumentenwet 1988;

verstoordersdeel:

  1. 1°.

    deel van de kosten van het doen van opgravingen dat volgens de aanvrager, bedoeld in hoofdstuk 2, ten laste blijft van degene die door de aanvrager tot het doen van opgravingen is verplicht, of

  2. 2°.

    bedrag dat Onze minister op grond van artikel 6 heeft vastgesteld;

wet: Monumentenwet 1988.

Hoofdstuk 2. Excessieve kosten archeologische opgravingen

§ 1. Berekening van de drempelbijdrage

Artikel 2

§ 2. Aanvraag

Artikel 3

§ 3. Uitkeringsplafond

Artikel 4

§ 4. Verlening van de specifieke uitkering

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

§ 5. Weigering van de specifieke uitkering

Artikel 10

Artikel 11

§ 6. Verplichtingen verbonden aan de specifieke uitkering

Artikel 12

§ 7. Verantwoording over de specifieke uitkering

Artikel 13

§ 8. Vaststelling van de specifieke uitkering

Artikel 14

Hoofdstuk 3. Archeologische opgravingsvergunning

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 15

Artikel 16

§ 2. Vergunningverlening

Artikel 17

§ 3. Vergunningaanvraag

Artikel 18

§ 4. Beperkingen

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

§ 5. Voorschriften

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 4. Wijzigingen van andere algmene maatregelen van bestuur

Artikel 26

Artikel 27

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 28

Artikel 29