voor hoofdstuk 2: aanvraag voor een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Monumentenwet 1988, of
Besluit archeologische monumentenzorg
Besluit archeologische monumentenzorg
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 februari 2007, nr. WJZ/2007/2608 (8129), directie Wetgeving en Juridische Zaken, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;
Gelet op de artikelen 34a, eerste en tweede lid, en 48, eerste en tweede lid, van de Monumentenwet 1988, artikel 40a van de Woningwet en de artikelen 49 en 190 van de Mijnbouwwet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 april 2007, W05.07.0055/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2007, nr. WJZ/2007/11542 (8129), directie Wetgeving en Juridische Zaken, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Definitiebepalingen
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanvraag:
- 1°.
- 2°.
voor hoofdstuk 3: aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 45 van de Monumentenwet 1988;
drempelbijdrage: deel van de kosten van het doen van opgravingen dat ten laste komt van de gemeente of de provincie;
excessieve kosten: deel van de kosten van het doen van opgravingen dat het bedrag dat wordt gevormd door de som van de drempelbijdrage en het verstoordersdeel te boven gaat;
leidinggevende: degene die binnen de organisatie van de aanvrager, bedoeld in hoofdstuk 3, daadwerkelijk leiding geeft aan het doen van de opgravingen;
specifieke uitkering: specifieke uitkering als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Monumentenwet 1988;
vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 45 van de Monumentenwet 1988;
verstoordersdeel:
- 1°.
deel van de kosten van het doen van opgravingen dat volgens de aanvrager, bedoeld in hoofdstuk 2, ten laste blijft van degene die door de aanvrager tot het doen van opgravingen is verplicht, of
- 2°.
bedrag dat Onze minister op grond van artikel 6 heeft vastgesteld;
wet: Monumentenwet 1988.