Home

Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

Geldig vanaf 1 februari 2025
Geldig vanaf 1 februari 2025

Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-02-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 november 2008, nr. 2008-0000547516;

Gelet op artikel 154b, eerste en zevende lid, van de Gemeentewet, artikel 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering;

De Raad van State gehoord (advies van 26 november 2008, nr. W04.08.0491/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 december 2008, nr. 2008-0000597650;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarbij behorende bijlage wordt verstaan onder:

  1. wet: de Gemeentewet;

  2. college: het college van burgemeester en wethouders;

  3. bestuurlijke boete: een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 154b van de wet.

Artikel 2

Geen bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel a, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op:

  1. samenscholingen en ongeregeldheden;

  2. betogingen op openbare plaatsen;

  3. vechten op straat;

  4. het meevoeren van inbrekerswerktuigen of van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken;

  5. het meevoeren van steekwapens;

  6. het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;

  7. bedelen;

  8. bestrijding van heling van goederen;

  9. hinderlijk drankgebruik;

  10. het gebruik van verdovende middelen, met uitzondering van cannabis;

  11. drugshandel op straat.

Artikel 3

Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel b, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op:

  1. het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen;

  2. het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

  3. het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen;

  4. buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een locatie waarop een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt verricht een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu;

  5. het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte;

  6. het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan;

  7. het door de eigenaar plaatsen van afvalbakken bij een inrichting voor het verbruiken van eet- en drinkwaren;

  8. het door de verspreider opruimen van weggeworpen reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;

  9. het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen;

  10. het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen;

  11. het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan degenen, bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid , van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte