In deze regeling wordt verstaan onder:
bevoegde autoriteit: autoriteit bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de richtlijn 2006/87/EG of bedoeld in artikel 1.18;
besluit: Binnenvaartbesluit;
CBR: Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk (Z-H);
duwbak: schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen, geschikt om te worden geduwd en dat:
- 1°.
niet is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen; onderscheidenlijk
- 2°.
is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen die slechts voor verplaatsing over kleine afstanden geschikt zijn;
- 1°.
duwstel: hecht samenstel van schepen, waarvan ten minste één is geplaatst voor het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide schepen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel. Hieronder wordt ook verstaan een duwstel dat is samengesteld uit een duwend en een geduwd schip waarvan de koppelingen een beheerst knikken mogelijk maken;
gekoppeld samenstel: samenstelling van langszijde van elkaar vastgemaakte schepen, waarvan er geen is geplaatst vóór het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel;
hecht samenstel: een duwstel of een gekoppeld samenstel;
minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;
open rondvaartboot: passagiersschip met een lengte op de waterlijn van minder dan 20 meter en dat:
is ingericht en bestemd uitsluitend voor rondvaarten met een niet-onderbroken vaarduur van ten hoogste twee uren,
geen gesloten opbouw heeft,
geen doorlopend dek heeft, en
is bestemd voor gebruik op de binnenwateren van zones 3 of 4;
patrouillevaartuig: schip voor zover ingezet voor de uitoefening van een publiekrechtelijke taak;
richtlijn 87/540/EEG: richtlijn nr. 87/540/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma’s, certificaten en andere titels (PbEG L 322);
richtlijn 96/50/EG: richtlijn nr. 96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEU L 235);
richtlijn 2006/87/EG: richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006, tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van richtlijn nr. 82/714/EEG van de Raad van de Europese Unie (PbEU L 389);
rondvaartboot van het Amsterdamse grachtentype: passagiersschip met een lengte op de waterlijn van minder dan 25 meter, zoals ontwikkeld voor de rondvaarten in Amsterdam, en dat:
één laag passagiersaccommodatie heeft, deels verzonken tot beneden het gangboord,
is voorzien van een grotendeels doorgaande opbouw met grote ramen,
een tot beneden het gangboord verzonken open kuip kan hebben van ten hoogste 25% van de lengte op de waterlijn,
een stuurstand heeft aan de voorzijde van de passagiersaccommodatie, en
is bestemd voor gebruik op de binnenwateren van zones 3 of 4;
RosR 1995: bij resolutie van 18 mei 1994 (protocol 1994-I-23) van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgestelde Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995;
Rsp: bij resolutie van 2 juni 2010 (protocol 2010-I-8) van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgesteld Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn;
verordening (EEG) 2919/85: verordening (EEG) nr. 2919/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 oktober 1985 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren (PbEG L 280).