Home

Mandaatbesluit openbaar ministerie (arrondissementsparketten) 2009

Geldig vanaf 9 juli 2010
Geldig vanaf 9 juli 2010

Mandaatbesluit openbaar ministerie (arrondissementsparketten) 2009

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2020]

Aanhef

Het College van procureurs generaal,

Overwegende dat bij besluiten van 9 november 2009 , nummers 5602920/09 (Stcrt 2009, 17519) en 5628333/09 (Stcrt 2009, 17341) het mandaat, de volmacht en de machtiging verleend aan het College bij besluit van 15 december 1997, nummer 665429/897 is vervangen door een nieuwe regeling van mandaat, volmacht en machtiging;

Dat er binnen het Openbaar Ministerie sprake is van verleende ondermandaten;

Dat op grond van de besluiten van 9 november 2009 , nummers 5602920/09 (Stcrt 2009, 17519) en 5628333/09 (Stcrt 2009, 17341) verleende ondermandaten geacht worden gegrond te zijn op de nieuwe regeling van mandaat, volmacht en machtiging;

Dat er aanleiding is om de inhoud van het mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de onderdelen van het openbaar ministerie aan te passen;

Dat de regeling van mandaat, volmacht en machtiging ertoe dient om de (regionale) samenwerking te faciliteren en de hoofdofficieren van justitie en de directeur bedrijfsvoering de mogelijkheid te geven om aan die regionale samenwerking inhoud en vorm te geven;

Gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Besluit Algemene Rechtspositie Politieambtenaren, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Mandaatregeling niet-beheersaangelegenheden openbaar ministerie en de Mandaatregeling beheer openbaar ministerie;

Gezien het advies van de Medezeggenschapsraad Openbaar Ministerie van 26 maart 2009, kenmerk MROM 2009/ 006;

Besluit:

Paragraaf 1. Definities

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. College: het College van procureurs-generaal;

  2. Directeur bedrijfsvoering: de directeuren bedrijfsvoering van de arrondissementsparketten Amsterdam, Den Bosch en Den Haag en de regionaal directeuren bedrijfsvoering van de arrondissementsparketten Arnhem, Breda, Groningen, Haarlem, Maastricht, Rotterdam, Utrecht en Zwolle-Lelystad;

  3. Hoofdofficier van Justitie: de officier van justitie als bedoeld in artikel 1, aanhef, onderdeel b, sub 6, van de Wet op de rechterlijke organisatie die op grond van artikel 136, derde lid van de Wet op de rechterlijke organisatie is aangewezen als hoofd van het arrondissementsparket;

  4. Machtiging: de bevoegdheid om in naam van de minister handelingen te verrichten die noch een besluit, of een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  5. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van de minister besluiten te nemen die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  6. Minister: de minister van justitie;

  7. Niet rechterlijk ambtenaar: de rijksambtenaren en de politieambtenaren;

  8. Politieambtenaren: de ambtenaren die werkzaam zijn bij de rijksrecherche krachtens een aanstelling op grond van het besluit algemene rechtspositie politie;

  9. Rechterlijk ambtenaar: de in de Wet op de rechterlijke organisatie als zodanig aangeduide ambtenaren;

  10. (Regionaal) managementteam: het managementteam bestaande uit de hoofdofficieren van justitie, de fungerend hoofdofficier van justitie en de directeur bedrijfsvoering van de hierna genoemde gezamenlijke arrondissementsparketten:

    1. Arrondissementsparket Amsterdam;

    2. Arrondissementsparketten Arnhem en Zutphen;

    3. Arrondissementsparketten Breda en Middelburg;

    4. Arrondissementsparket Den Bosch;

    5. Arrondissementsparket Den Haag;

    6. Arrondissementsparketten Assen, Groningen en Leeuwarden;

    7. Arrondissementsparketten Alkmaar en Haarlem;

    8. Arrondissementsparketten Maastricht en Roermond;

    9. Arrondissementsparketten Dordrecht en Rotterdam;

    10. Arrondissementsparket Utrecht en Zwolle-Lelystad, vestiging Lelystad, en;

    11. Arrondissementsparketten Almelo en Zwolle-Lelystad, exclusief de vestiging Lelystad;

  11. Rijksambtenaren: de ambtenaren die werkzaam zijn bij dienstonderdelen van het openbaar ministerie krachtens een aanstelling op grond van het Algemeen rijksambtenarenreglement;

  12. Volmacht: de bevoegdheid om in naam van de minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  13. Voorzitter van het regionaal managementteam: de in artikel 2 aangewezen hoofdofficieren van justitie.

Paragraaf 2. De voorzitter van het regionaal managementteam

Artikel 2

Paragraaf 3. Het beheermandaat, het budgetmandaat en het mandaat organisatie en formatie en het mandaat van de hoofdofficieren van justitie

Artikel 3. Het beheermandaat, het budgetmandaat en het mandaat organisatie en formatie van de voorzitter van het regionaal managementteam

Artikel 4. De bevoegdheden van de hoofdofficieren van justitie

Artikel 5. Voorwaarden verbonden aan het uitoefenen van het mandaat, volmacht en machtiging

Paragraaf 4. Beslissingen op bezwaar en beroep

Artikel 6. Beslissingen op bezwaar en beroep

Paragraaf 5. Verlenen van ondermandaat

Artikel 7. Ondermandaat

Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11