Home

Mandaatbesluit openbaar ministerie regionaal directeur bedrijfsvoering arrondissementsparketten te Assen, Groningen en Leeuwarden 2009

Geldig van 29 juli 2010 tot 1 januari 2020
Geldig van 29 juli 2010 tot 1 januari 2020

Mandaatbesluit openbaar ministerie regionaal directeur bedrijfsvoering arrondissementsparketten te Assen, Groningen en Leeuwarden 2009

Opschrift

Aanhef

De hoofdofficier van Justitie te Assen en de hoofdofficier van Justitie van Groningen en de hoofdofficier van Justitie van Leeuwarden,

Overwegende dat bij besluit van 18 december 2009, nummer PaG/14389 het mandaat, de volmacht en de machtiging verleend aan de voorzitter van het Bestuur, is geregeld;

Dat de regionaal directeur bedrijfsvoering specifieke taken en verantwoordelijkheden heeft ten aanzien van de bedrijfsvoering;

Dat er aanleiding is om de regionaal directeur bedrijfsvoering mandaat, volmacht en machtiging te verlenen om zijn bedrijfsvoering taken uit te kunnen oefenen;

Dat de regeling van mandaat, volmacht en machtiging ertoe dient om de (regionale) samenwerking te faciliteren en de voorzitter van het Bestuur en de regionaal directeur bedrijfsvoering – samen met de hoofdofficieren van justitie – de mogelijkheid te geven om aan die regionale samenwerking inhoud en vorm te geven;

Gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Mandaatregeling niet-beheersaangelegenheden openbaar ministerie en de Mandaatregeling beheer openbaar ministerie en het Mandaatbesluit openbaar ministerie (arrondissementsparketten) 2009;

Gezien het advies van de Medezeggenschapsraad Openbaar Ministerie van 26 maart 2009, kenmerk MROM 2009/006 en van de regionale ondernemingsraad van 19 mei 2010, kenmerk DOC2010/2527/216;

Besluit:

Paragraaf 1. Definities

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Ambtenaar: de rijksambtenaren aangesteld bij de arrondissementsparketten Assen, Groningen en Leeuwarden, die zijn belast met taken op het gebied van bedrijfsvoering;

  2. Bedrijfsvoering: de dienstverlening op het terrein van personeel, informatie, organisatie, formatie, administratie, aanschaffingen en huisvesting gericht op het realiseren van de taken en doelen van de organisatie, het signaleren en adviseren over de (interne) sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen en het faciliteren van de planning en controll cyclus;

  3. Bestuur: het Bestuur van de Regio bestaande uit de hoofdofficieren van justitie en de directeur bedrijfsvoering;

  4. College: het College van procureurs-generaal;

  5. Machtiging: de bevoegdheid om in naam van de minister handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  6. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van de minister besluiten te nemen die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  7. Minister: de minister van justitie;

  8. Regionaal directeur bedrijfsvoering: de directeur bedrijfsvoering van het arrondissementsparket te Groningen;

  9. (Regionaal) managementteam: het managementteam bestaande uit de hoofdofficieren van justitie, de directeur bedrijfsvoering en de regionale afdelingshoofden;

  10. Rijksambtenaren: de ambtenaren die werkzaam zijn bij dienstonderdelen van het openbaar ministerie krachtens een aanstelling op grond van het Algemeen rijksambtenarenreglement;

  11. Volmacht: de bevoegdheid om in naam van de minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten die betrekking hebben op het openbaar ministerie;

  12. Voorzitter Bestuur: de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket te Groningen.

Paragraaf 2. De bevoegdheden

Artikel 2. De bevoegdheden van de regionaal directeur bedrijfsvoering

Paragraaf 3. Voorwaarden verbonden aan het uitoefenen van de bevoegdheid

Artikel 3. Voorwaarden verbonden aan het uitoefenen van het mandaat, volmacht en machtiging

Paragraaf 4. Beslissingen op bezwaar en beroep

Artikel 4. Beslissingen op bezwaar en beroep

Paragraaf 5. Verlenen van ondermandaat

Artikel 5. Ondermandaat

Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6

Artikel 7