Home

Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Geldig vanaf 1 januari 2023
Geldig vanaf 1 januari 2023

Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot de financiële functie van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hun bevoegdheid tot het heffen van belastingen en hun financiële verhouding met het Rijk;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  1. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  2. Onze Ministers: Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën;

  3. openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  4. Rijksvertegenwoordiger: Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  5. College financieel toezicht: College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba, bedoeld in artikel 2;

  6. geconsolideerde schuld: de gezamenlijke schulden van de collectieve sector van een openbaar lichaam in de vorm van leningen en kredieten, met uitzondering van de onderlinge schulden binnen de desbetreffende collectieve sector;

  7. rentelast: de uitgaven aan rente toerekenbaar aan een begrotingsjaar over de geconsolideerde schuld van de collectieve sector van een openbaar lichaam;

  8. collectieve sector: gezamenlijkheid van de rechtspersonen die op basis van het System of National Accounts van de Verenigde Naties tot de sector overheid worden gerekend;

  9. rentelastnorm: de gemiddeld per begrotingsjaar toegestane rentelast voor de collectieve sector van een openbaar lichaam, als percentage van de gemiddelde gerealiseerde inkomsten van de collectieve sector van het openbaar lichaam over de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de begroting wordt ingediend.

2.

In deze wet wordt onder ambtenaar mede verstaan: degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is.

Hoofdstuk II. Het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Hoofdstuk III. Financiële functie

Afdeling 1. Besluiten met financiële gevolgen

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Afdeling 2. De begroting en de jaarrekening

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 13
Artikel 14

§ 2. De begroting

Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27

§ 3. De jaarrekening

Artikel 28
Artikel 29
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32

Afdeling 3. Het financieel beheer en de controle

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Hoofdstuk IV. De belastingen

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

§ 2. Bijzondere bepalingen omtrent de grondbelasting en de opcenten op de vastgoedbelasting

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 44a

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

§ 3. Bijzondere bepalingen omtrent enkele andere belastingen dan de grondbelasting

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 57a

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

§ 4. Heffing en invordering

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Hoofdstuk V. De financiële verhouding

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 87

§ 2. Het BES-fonds

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

§ 3. Bijzondere uitkeringen

Artikel 91

Artikel 92

Artikel 93

Artikel 94

§ 4. Overige bepalingen

Artikel 95

Artikel 96

Hoofdstuk VI. Wijziging van andere wetten

Artikel 97

Artikel 98

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 99

Artikel 100

Artikel 101

Artikel 101a

Artikel 101b

Artikel 101c

Artikel 101d

Artikel 101e

Artikel 101f

Artikel 101g

Artikel 102

Artikel 103

Artikel 104

Artikel 105