Home

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Geldig van 31 maart 2018 tot 1 januari 2024
Geldig van 31 maart 2018 tot 1 januari 2024

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 31-03-2018 tot 01-01-2024]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 april 2010, nr. BJZ2010011756, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 5.1, eerste lid, 5.2, eerste lid, 5.3, eerste en tweede lid, en 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 3.37 en 4.3, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 2010, nr. W08.10.0163/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juli 2010, nr. BJZ2010018755, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • beperkt kwetsbaar object:

    1. object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen of

    2. lintbebouwing voor zover deze loodrecht of nagenoeg loodrecht is gelegen op de contouren van het plaatsgebonden risico van een buisleiding;

  • bestemmingsplan: bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • buisleiding: leiding bestemd of gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, met de daarbij behorende voorzieningen;

  • exploitant: verantwoordelijke voor de aanleg, het beheer, het gebruik en het onderhoud van een buisleiding;

  • geprojecteerd kwetsbaar object: nog niet aanwezig kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is;

  • gevaarlijke stoffen: stoffen die ingevolge artikel 2, eerste lid, zijn aangewezen;

  • groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar per kilometer buisleiding dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een buisleiding en een ongewoon voorval met die buisleiding;

  • invloedsgebied: gebied waarin personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico van de buisleiding tot de grens waarop de letaliteit van die personen 1% is;

  • kwetsbaar object: object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

  • plaatsgebonden risico: risico op een plaats nabij een buisleiding, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die bepaalde plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met die buisleiding;

  • ramp: ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • wet: Wet milieubeheer.

2.

In dit besluit wordt onder een bestemmingsplan mede begrepen een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening, met dien verstande dat bij een inpassingsplan van een provincie onderscheidenlijk het Rijk voor «burgemeester en wethouders» wordt gelezen «gedeputeerde staten» onderscheidenlijk «Onze Minister».

Artikel 2

1.

Dit besluit is van toepassing op het vervoer door buisleidingen van stoffen die behoren tot een bij regeling van Onze Minister, na overleg met Onze Minister(s) wie het mede aangaat, aangewezen categorie.

2.

In de regeling, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat de aanwijzing slechts geldt voor stoffen die een daarbij aangegeven concentratie overschrijden of zich bevinden in een daarbij aangegeven toestand.

3.

Dit besluit is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen, voor zover die buisleidingen:

  1. deel uitmaken van een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  2. gelegen zijn op het continentaal plat, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Mijnbouwwet of in de territoriale zee van Nederland.

§ 2. Algemene regels voor de exploitant

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

§ 3. Vaststelling van bestemmingsplannen

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Bijlage bij artikel 4, derde en zesde lid , van het Besluit externe veiligheid buisleidingen