Home

Rijksbesluit rechtspositie leden openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Geldig vanaf 10 oktober 2010
Geldig vanaf 10 oktober 2010

Rijksbesluit rechtspositie leden openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 10-10-2010]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 13 juli 2010, nr. 5656891/10/6;

Gelet op de artikelen 18, eerste en tweede lid, 26 van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 12 augustus 2010, nr. W03.10.0357/II/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 september 2010, nr. 5666928/10/6;

De bepalingen van het Statuut van het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In deze algemene maatregel van rijksbestuur en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • volledige arbeidsduur: het aantal uren dat bij volledige vervulling van de functie per week gewerkt wordt;

  • rijkswet: Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • salaris: het bedrag waarop de leden van het openbaar ministerie in verband met het vervullen van het ambt van procureur-generaal, advocaat-generaal, hoofdofficier van justitie, officier van justitie of substituut-officier van justitie, met inachtneming van het bij of krachtens artikel 10 van deze algemene maatregel van rijksbestuur, aanspraak hebben.

2.

In deze algemene maatregel van rijksbestuur en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder:

Artikel 2

Indien op grond van deze algemene maatregel van rijksbestuur regels worden gesteld bij ministeriële rijksregeling, dan komen deze regels in overeenstemming met de regeringen van de landen tot stand.

Artikel 3

Hoofdstuk 2. De rechtspositie van leden van het openbaar ministerie

Paragraaf 1. Benoemingsvereisten

Artikel 4

Artikel 5

Paragraaf 2. Rechten en verplichtingen

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Paragraaf 3. Functionerings- en beoordelingsgesprekken

Artikel 26

Artikel 27

Paragraaf 4. Disciplinaire maatregelen en procedurele bepalingen inzake schorsing en ontslag

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Paragraaf 5. Het ambtskostuum

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Hoofdstuk 3. Klachten

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Bijlage bedoeld in de artikelen 8, derde lid , en 10, tweede lid , van het Rijksbesluit rechtspositie leden openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba