salaris: het
bedrag waarop de leden van het openbaar ministerie in verband met het
vervullen van het ambt van procureur-generaal, advocaat-generaal,
hoofdofficier van justitie, officier van justitie of
substituut-officier van justitie, met inachtneming van het bij of
krachtens artikel 10 van deze algemene maatregel van rijksbestuur,
aanspraak
hebben.
2.
In deze
algemene maatregel van rijksbestuur en de daarop berustende bepalingen
wordt mede verstaan
onder:
Indien op grond van deze algemene maatregel van
rijksbestuur regels worden gesteld bij ministeriële rijksregeling,
dan komen deze regels in overeenstemming met de regeringen van de
landen tot stand.
Artikel 3
Hoofdstuk 2. De rechtspositie van leden van het openbaar ministerie
Paragraaf 1. Benoemingsvereisten
Artikel 4
Artikel 5
Paragraaf 2. Rechten en verplichtingen
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Paragraaf 3. Functionerings- en beoordelingsgesprekken
Artikel 26
Artikel 27
Paragraaf 4. Disciplinaire maatregelen en procedurele bepalingen inzake schorsing en ontslag
Artikel 28
Artikel 29
Artikel 30
Artikel 31
Paragraaf 5. Het ambtskostuum
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Hoofdstuk 3. Klachten
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37
Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Artikel 41
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46
Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 47
Artikel 48
Artikel 49
Artikel 50
Artikel 51
Bijlage bedoeld in de artikelen 8, derde lid , en 10, tweede lid , van het Rijksbesluit rechtspositie leden openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba