In dit besluit wordt verstaan onder:
aangiftetijdvak: het tijdvak van vier weken dan wel een maand waarop de aangifte op basis waarvan de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen betrekking heeft;
college: college van burgemeester en wethouders;
loondoorbetaling: doorbetaling van loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, doorbetaling van bezoldiging op grond van artikel 76a van de Ziektewet of loondoorbetaling of bezoldiging die naar aard en strekking daarmee overeenkomt;
reguliere WW-uitkering: een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 18 of hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet;
stamrecht: recht op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon;
SVB: Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
uitkeringsgerechtigde: de persoon die recht heeft op een uitkering, toeslag of inkomensvoorziening op grond van een wet als bedoeld in de artikelen 2:1 en 3:1;
UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
verlof: een tussen werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen tijdvak, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht, met uitzondering van verlof als bedoeld in de artikelen 3:1 en 3:2 van de Wet arbeid en zorg;
werknemersverzekering: werknemersverzekering, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Wet financiering sociale verzekeringen.