Home

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG

Geldig van 14 september 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 14 september 2024 tot 1 januari 2025

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 14-09-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 mei 2012, kenmerk MC-U-3115170;

Gelet op artikelen 2 en 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 juni 2012, nummer W13.12.0155/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 augustus 2012, kenmerk MC-U-3122338;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. wet: Wet marktordening gezondheidszorg;

  3. zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

  4. beschikbaarheidbijdrage: bijdrage, bedoeld in artikel 56a van de wet.

Artikel 2

1.

De zorgautoriteit kan een zorgaanbieder een beschikbaarheidbijdrage toekennen voor het beschikbaar hebben van vormen van zorg omschreven in de bijlage behorend bij dit besluit.

2.

Een beschikbaarheidbijdrage die een opleiding betreft als bedoeld in onderdeel B, onder 1, van de bijlage behorende bij dit besluit wordt ten hoogste toegekend voor het in onderdeel D voor die opleiding in het kalenderjaar bij de genoemde zorgaanbieder vermelde aantal instromende fulltime-equivalenten of opleidingsplaatsen.

Artikel 3

De zorgautoriteit kan de beschikbaarheidbijdrage toekennen in de vorm van:

  1. compensatie voor diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen b en c, van Besluit nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 van de Commissie, betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, VWEU op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (PbEU 2012, L 7);

  2. compensatie voor niet-economische diensten van algemeen belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  3. de-minimissteun als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

  4. de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen als bedoeld in Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU 2012, L 114);

  5. individuele steun als bedoeld in Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, 2014, L 187) niet zijnde ad-hoc steun, of

  6. steun anders dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7 [Vervallen per 14-05-2014]

Artikel 8

Artikel 9

Bijlage behorende bij de artikelen 2 en 4 van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG