Home

Uitvoeringsregeling verklaring rijksbelastingdienst over huishoudinkomen voor een inkomensafhankelijke huurverhoging

Geldig vanaf 1 januari 2025
Geldig vanaf 1 januari 2025

Uitvoeringsregeling verklaring rijksbelastingdienst over huishoudinkomen voor een inkomensafhankelijke huurverhoging

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2025]

Aanhef

Artikel 1

1.

In deze regeling wordt verstaan onder inspecteur: de inspecteur, bedoeld in artikel 252a, tweede lid, onderdeel e, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

2.

De verhuurder, bedoeld in artikel 252a, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is degene, bedoeld in artikel 24, derde lid, onderdeel a, van de Wet waardering onroerende zaken, ter zake van de woonruimte, bedoeld in artikel 252a, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarop het verzoek om een verklaring betrekking heeft.

Artikel 2

1.

Het verzoek om een verklaring als bedoeld in artikel 252a, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt op de door de inspecteur aangegeven wijze langs elektronische weg gedaan.

2.

Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt niet gedaan dan nadat de verhuurder, bedoeld in artikel 1, op de door de inspecteur aangegeven wijze langs elektronische wijze een aanmeldprocedure heeft doorlopen.

3.

De inspecteur maakt bekend in welke periode of perioden in een kalenderjaar het verzoek, bedoeld in het eerste lid, kan worden gedaan en de aanmeldprocedure, bedoeld in het tweede lid, kan worden doorlopen.

Artikel 3

De verhuurder, bedoeld in artikel 1, geeft de plaats van de woonruimte, bedoeld in artikel 252a, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, aan met behulp van het identificerende objectnummer van het verblijfsobject, bedoeld in artikel 19, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6