Besluit uitgifte drie vergunningen voor analoge commerciële radio-omroep (voor de kavels A7, B38 en C08) en drie vergunningen voor digitale radio-omroep
Besluit uitgifte drie vergunningen voor analoge commerciële radio-omroep (voor de kavels A7, B38 en C08) en drie vergunningen voor digitale radio-omroep
Besluit AT-EZ/6807463
- Versies van huidig besluit
Opschrift
Aanhef
De Minister van Economische Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
Gelet op artikel 3.10, derde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 17 van het Frequentiebesluit 2013;
Besluit:
§ 1. Inleiding
Met ingang van 11 maart 2009 is de vergunning voor landelijke commerciële FM-radio voor kavel A7 ingetrokken. De vergunning voor niet-landelijke commerciële FM-radio voor kavel B38 is op verzoek van de vergunninghouder op 10 augustus 2010 ingetrokken. De vergunning voor commerciële middengolfradio voor kavel C08 is per 9 maart 2010 ingetrokken. In lijn met het digitaliseringsbeleid (Kamerstukken II, 2008–2009, 24 095, nr. 241) zijn de kavels A7, B38 en C08 bestemd voor commerciële omroepen die een bijdrage willen leveren aan de omschakeling naar digitale radio. Vanuit het oogpunt van doelmatig ethergebruik is het daarom wenselijk om deze drie kavels nu uit te geven met een verplichting tot digitalisering. Hiertoe zijn vergunningen voor digitale radio-omroep beschikbaar in kavel 11C (de frequentieband 219,584 MHz– 221,120 MHz) en in allotment 7A, deel uitmakend van het zogenaamde bovenregionale kavel (de frequentieband 188,160 MHz–189,696 MHz). Deze vergunningen voor analoge en voor digitale radio-omroep worden gelijktijdig uitgegeven en hebben een looptijd tot en met 31 augustus 2017, zodat zij tegelijk met de andere commerciële landelijke en niet-landelijke vergunningen aflopen.
In dit besluit wordt ingegaan op de wijze van verdeling van de vergunningen voor analoge radio-omroep – voor de vergunningen voor digitale radio-omroep is ingevolge het Nationaal Frequentieplan 2005 een dergelijke keuze niet aan de orde. Verder wordt voor zover nodig de nadere bestemming bepaald van de frequentieruimte waarop de vergunningen betrekking hebben. Tenslotte wordt het tijdstip van aanvang van de verdeelprocedure vastgelegd. Voor wat betreft de voorschriften en beperkingen die aan de vergunningen voor de kavels A7, B38 en C08 en de vergunningen voor digitale radio-omroep zullen worden verbonden, wordt verwezen naar paragraaf 4 en de bijlagen.