Home

ACM Werkwijze geheimhoudingsprivilege advocaat 2014

Geldig vanaf 12 februari 2014
Geldig vanaf 12 februari 2014

ACM Werkwijze geheimhoudingsprivilege advocaat 2014

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-08-2014]

Aanhef

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. ACM: de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  2. ACM-organisatie: de organisatie van het personeel als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  3. afronding van een onderzoek: de definitieve afronding van de besluitvorming volgend op een onderzoek of, indien van toepassing, de definitieve afronding van het onderzoek benodigd voor nacontroles aangekondigd op het moment van definitieve afronding van de besluitvorming volgend op een onderzoek;

  4. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  5. betrokkene: degene die de geadresseerde is bij de inzet van de bevoegdheid van artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht;

  6. gegevens: analoge of digitale gegevens;

  7. toezichthoudend ambtenaar: degene die als zodanig op grond van het Besluit aanwijzing toezichthouders ACM is aangewezen;

  8. veiligstellen: overzetten van gegevens door een toezichthoudend ambtenaar op een gegevensdrager van een toezichthoudend ambtenaar.

Artikel 2. Functionaris verschoningsrecht

1.

De ACM-organisatie heeft één of meer functionarissen verschoningsrecht die toezien op het recht op geprivilegieerde correspondentie met een advocaat.

2.

Een functionaris verschoningsrecht voert de hem in deze werkwijze toegekende taken onafhankelijk uit en legt over deze werkzaamheden, zonder in te gaan op inhoudelijke afwegingen, rechtstreeks verantwoording af aan ACM.

3.

Een functionaris verschoningsrecht is niet betrokken en zal niet betrokken worden bij een onderzoek in welk verband hij gegevens heeft beoordeeld, noch bij een ander onderzoek waarvoor (een deel van) de gegevens uit het eerstbedoelde onderzoek worden gebruikt.

Artikel 3. Gegevens waarbij de toezichthoudend ambtenaar aanleiding ziet tot directe inzage

1.

Betrokkene kan ten tijde van het vorderen van inzage in gegevens op grond van artikel 5:17, eerste lid, van de Awb kenbaar maken dat het (mede) geprivilegieerde correspondentie betreft.

2.

De toezichthoudend ambtenaar gaat in dat geval na of de door betrokkene als zodanig geclaimde gegevens geprivilegieerd zijn door deze gegevens vluchtig in te zien.

3.

Indien een toezichthoudend ambtenaar gegevens die vluchtig zijn ingezien als geprivilegieerd beoordeelt, legt hij deze gegevens terzijde. Indien de toezichthoudend ambtenaar niet overtuigd is van het geprivilegieerde karakter van als zodanig geclaimde gegevens en betrokkene volhardt in zijn claim, neemt de toezichthoudend ambtenaar de betreffende gegevens mee in een gesloten envelop.

4.

Indien betrokkene aannemelijk maakt dat het vluchtig inzien al het geprivilegieerde karakter van de als zodanig geclaimde gegevens kan schaden, neemt de toezichthoudend ambtenaar de betreffende gegevens, zonder deze in te zien, mee in een gesloten envelop.

5.

De toezichthoudend ambtenaar verstrekt de gesloten envelop, als bedoeld in het derde of vierde lid, aan de functionaris verschoningsrecht ter beoordeling van het geprivilegieerde karakter van de zich daarin bevindende gegevens.

6.

De functionaris verschoningsrecht stelt betrokkene in de gelegenheid schriftelijk en gemotiveerd aan te geven welke gegevens, die aan de functionaris verschoningsrecht zijn voorgelegd, geprivilegieerd zijn. Artikel 5 is vervolgens van toepassing.

Artikel 4. Gegevens waarbij de toezichthoudend ambtenaar geen aanleiding ziet tot directe inzage

Werkwijze van de functionaris verschoningsrecht

Artikel 5.1. Toetsing claim(s)

Artikel 5.2. Claim(s) betrokkene ingewilligd

Artikel 5.3. Claim(s) betrokkene (in eerste instantie) niet ingewilligd

Artikel 6. Het hergebruik, de externe verstrekking en het bewaren van correspondentie

Artikel 7. Ondersteuning functionaris verschoningsrecht

Artikel 8. Inwerkingtreding

Artikel 9. Citeertitel