Home

Remigratiebesluit

Geldig van 13 januari 2023 tot 1 januari 2038
Geldig van 13 januari 2023 tot 1 januari 2038

Remigratiebesluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 13-01-2023 tot 01-01-2038]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 augustus 2013, nr. 2013-0000117426 en van 2 november 2012, nr. KO/B/2012/16341;

Gelet op de artikelen 6aa, zesde lid, 6b, zevende lid, 7, eerste lid, en 8, tweede lid, van de Remigratiewet, 14a, tiende lid, van de Toeslagenwet, 27a, tiende lid, van de Werkloosheidswet, 48, tiende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 21, tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 29a, tiende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2:69, tiende lid, en 3:40, tiende lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, 91, tiende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 45a, tiende lid, van de Ziektewet, 17a, negende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 39, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 17c, tiende lid, van de Algemene Ouderdomswet, 20a, negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 20a, negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 18a, negende lid, en 47g, negen de lid, van de Wet werk en bijstand, 14, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en 1.50, tweede lid, en 2.6, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 oktober 2013, no.W12.13.0302/III en van 13 december 2012, No. W12.12.0452/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 februari 2014, nr. 2013-000018730;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. remigratie-uitkering: de uitkering, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet;

  2. wet: Remigratiewet.

2.

Onder partner wordt in de artikelen 2, derde lid, 6, 7, vijfde, zesde en zevende lid, 8, eerste tot en met derde lid, en 10, tweede lid, mede verstaan de bij vertrek van de remigrant uit Nederland in het bestemmingsland verblijvende echtgenoot of geregistreerde partner.

3.

Onder kind wordt in de artikelen 2, derde lid, 8, derde lid, 9, eerste en tweede lid, en 10, tweede lid, mede verstaan het bij vertrek van de remigrant uit Nederland in het bestemmingsland verblijvende minderjarige eigen kind, stiefkind of pleegkind.

Hoofdstuk II. Hoogte van de remigratievoorzieningen

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Hoofdstuk III. Samenloop van de remigratie-uitkering met andere uitkeringen

Artikel 6

Hoofdstuk IV. Tijdstip waarop het recht op voorzieningen ingaat en vervalt

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Hoofdstuk V. Terugkeerregeling

Artikel 11

Hoofdstuk VI. Wijziging en intrekking besluiten

Artikel 12. Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000

Artikel 13. Wijziging van het Boetebesluit socialezekerheidswetten

Artikel 14. Wijziging van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten

Artikel 15. Wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen

Artikel 16 [Vervallen per 01-01-2019]

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19