Indien de werknemer, anders dan op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en verenigingen van werknemers gemaakte afspraken, recht heeft op vergoedingen of voorzieningen als bedoeld in artikel XXII, zevende lid, van de Wet werk en zekerheid, is de transitievergoeding uitsluitend verschuldigd, indien de werknemer schriftelijk afstand doet van zijn recht op die vergoedingen en voorzieningen.
Besluit overgangsrecht transitievergoeding
Besluit overgangsrecht transitievergoeding
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 februari 2015, nr. 2015-0000017201;
Gelet op artikel XXII, zevende lid, van de Wet werk en zekerheid;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 maart 2015, No.12.15.0019/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 april 2015, nr. 2015-0000102230;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Begripsbepaling
In dit besluit wordt verstaan onder:
transitievergoeding: de transitievergoeding, bedoeld in de artikel 673 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
afspraken: afspraken aangegaan voor 1 juli 2015, waaraan op 1 juli 2015 rechten kunnen worden ontleend.
Artikel 2 [Vervallen per 01-07-2016]
Artikel 3. Keuze voor transitievergoeding of overige lopende afspraken
De werkgever informeert de werknemer, die recht heeft op vergoedingen of voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, schriftelijk over de voorwaarden, bedoeld in het eerste en derde lid, waaronder de transitievergoeding is verschuldigd, over de hoogte van de transitievergoeding en over de vergoedingen of voorzieningen als bedoeld in artikel XXII, zevende lid, van de Wet werk en zekerheid, waar de werknemer recht op heeft.