Home

Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie

Geldig vanaf 1 april 2025
Geldig vanaf 1 april 2025

Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2025]

Aanhef

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. aandachtsgebied: het aandachtsgebied, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  2. aanvraag: de aanvraag, bedoeld in artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie;

  3. ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  4. bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  5. functie: een functie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  6. LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  7. specifieke functionaliteit: de specifieke functionaliteit, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  8. werkterrein: het werkterrein, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie.

  9. wezenlijk afwijken: het afwijken van de huidige functie, bedoeld in artikel 1a.

Artikel 1a

1.

De werkzaamheden van een ambtenaar wijken wezenlijk af van de huidige functie, indien die werkzaamheden:

  1. in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van een andere functie als omschreven in het onderdeel ‘kern van de functie’ van de betreffende functie, dan wel

  2. overeenkomen met de omschrijving van het werkterrein, het aandachtsgebied of de specifieke functionaliteit behorende bij de huidige functie, zoals opgenomen in bijlage 4 van de Regeling vaststelling LFNP.

2.

In het geval niet aan alle in de kern van de functie opgenomen niveaubepalende elementen wordt voldaan, vindt een weging plaats van de in totaliteit verrichte overige functiebestanddelen van de andere functie of het ontbreken van het niveaubepalende element. Daarbij wordt gekeken naar de verrichte werkzaamheden in de context van het werk in de betreffende organisatorische eenheid.

3.

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt, indien op grond van bedrijfsvoering argumenten een bepaald functiebestanddeel niet is opgedragen, dit niet in het nadeel van een ambtenaar uitgelegd bij de vaststelling of in overwegende mate aan de niveaubepalende elementen is voldaan. Voor een succesvolle aanvraag geldt de ondergrens dat de kern van de functie in overwegende mate tot uitdrukking is gekomen.

Artikel 2

1.

In de aanvraag maakt de ambtenaar aannemelijk dat hij tenminste een jaar voorafgaand aan de aanvraag, feitelijke werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van zijn huidige functie dan wel overeenkomen met een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit.

2.

Onder tenminste een jaar voorafgaand als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de werkzaamheden die ten minste tot zes weken voor de aanvraag worden verricht.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8 [Vervallen per 08-02-2023]

Artikel 9

Artikel 10