Home

Regeling medisch-specialistische zorg

Geldig van 23 mei 2017 tot 1 januari 2018
Geldig van 23 mei 2017 tot 1 januari 2018

Regeling medisch-specialistische zorg

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 23-05-2017 tot 01-01-2018]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2018]

Aanhef

Op grond van de artikelen 35, 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), alsmede de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg’, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vast.

Artikel 1. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op instellingen voor medisch-specialistische zorg (met uitzondering van sanatoria), audiologische centra, trombosediensten, instellingen voor erfelijkheidsadvisering en instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Deze regeling is voorts van toepassing op solisten als bedoeld in artikel 16 van de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg’ en op zorgaanbieders die mondzorg leveren zoals kaakchirurgen die bieden.

Deze regeling is niet van toepassing op abortuszorg geleverd door abortusklinieken en aanbieders van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz) en generalistische basis-ggz, als bedoeld in de beleidsregels ‘Prestaties en tarieven gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg’ en ‘Generalistische basis-ggz’, met uitzondering van de relevante ggz-prestaties die zijn opgenomen in de tarieventabel (te raadplegen via http://werkenmetdbcs.nza.nl).

Artikel 2. Doel van de regeling

In deze regeling legt de NZa regels vast die zorgaanbieders die op grond van artikel 1 onder de reikwijdte van deze regeling vallen in acht moeten nemen bij het leveren en registreren van prestaties en tarieven van medisch-specialistische zorg, audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering, geriatrische revalidatiezorg en mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden.

Artikel 3. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. a.

    Add-on:

    Een overig zorgproduct (ozp), dat uiteen valt in twee categorieën:

    1. zorg op de intensive care (ic), uitgedrukt in zorgactiviteiten en behorend bij een dbc-zorgproduct;

    2. een limitatief aantal geregistreerde geneesmiddelen, elk gekoppeld aan een ZI-nummer en behorend bij een zorgtraject.

  2. b.

    AGB-code:

    Een unieke code die aan de zorgaanbieder, zorgverlener, praktijk en/of instelling wordt toegekend en waarmee de zorgaanbieder, zorgverlener en de praktijk of instelling kan worden geïdentificeerd. De AGB-code is opgebouwd uit acht posities. De eerste twee posities geven de zorgverlenersoort weer (01 = huisartsen, 03 = medisch specialist et cetera). De overige zes posities zijn een volgnummer.

  3. c.

    Beslisboom:

    De beslisboom beschrijft de criteria op grond waarvan een subtraject in combinatie met zorgactiviteiten door een grouper wordt afgeleid tot een dbc-zorgproduct of uitvalproduct.

  4. d.

    Dbc-zorgproduct:

    Een declarabele prestatie die via de beslisboom is afgeleid uit een subtraject met zorgactiviteiten.

  5. e.

    Dbc-zorgproductcode:

    Het unieke nummer van een dbc-zorgproduct dat bestaat uit negen posities. De code is opgebouwd uit een dbc-zorgproductgroepcode (zes posities) en een code voor het specifieke dbc-zorgproduct binnen een dbc-zorgproductgroep (drie posities).

  6. f.

    Dbc-zorgproductgroep:

    Een verzameling van dbc-zorgproducten. Deze verzameling is geclusterd op basis van medische kenmerken zoals ICD-10-diagnose, Wbmv-indicatie of andere (zogenaamde pre-MDC) criteria. Elke dbc-zorgproductgroep heeft een eigen beslisboom.

  7. g.

    Dbc-zorgproductgroepcode:

    Een zescijferige code van de dbc-zorgproductgroep, waar een dbc-zorgproduct tot behoort.

  8. h.

    Declaratiedataset:

    De verzameling van gegevens die nodig is om de geleverde zorg af te leiden uit de grouper.

  9. i.

    (typerende) Diagnose:

    De diagnose die de geleverde zorg over de te declareren periode (het subtraject) het beste typeert. De typerende diagnose kan per subtraject verschillen.

  10. j.

    Diagnose-behandelcombinatie:

    Een diagnose-behandelcombinatie (dbc) is een declarabele prestatie, die het resultaat is van (een deel van) het totale zorgtraject van de diagnose die de zorgaanbieder stelt tot en met de (eventuele) behandeling die hieruit volgt.

  11. k.

    Diagnose-combinatietabel:

    Een niet-limitatieve opsomming van diagnosen waarvoor geen parallelle dbc-zorgproducten mogen worden gedeclareerd.

  12. l.

    Eigen patiënt:

    Een patiënt is een eigen patiënt van de zorgverlener, indien deze patiënt zich met een zorgvraag tot de betreffende zorgverlener heeft gewend én die zorgverlener verantwoordelijk is voor het afhandelen van die zorgvraag, al dan niet met andere mede behandelende zorgaanbieders.

  13. m.

    Eigen zorgverlener:

    Zorgverlener tot wie de patiënt zich met een zorgvraag heeft gewend en die verantwoordelijk is voor het afhandelen van die zorgvraag, al dan niet met andere mede behandelende zorgaanbieders.

  14. n.

    Gereguleerd segment:

    Het geheel van prestaties waarvoor de NZa maximumtarieven vaststelt.

  15. o.

    Grouper:

    Een applicatie in een beveiligde omgeving die op basis van een aangeleverde declaratiedataset dbc-zorgproducten en add-ons, met uitzondering van add-ongeneesmiddelen, afleidt conform de door de NZa vastgestelde prestatie- en tarieventabellen en beslisbomen.

  16. p.

    Hoofdbehandelaar:

    Zorgaanbieder die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij een patiënt de diagnose stelt en/of verantwoordelijk is voor de behandeling van die zorgvraag. Bij medische overdracht van een patiënt wordt ook het hoofdbehandelaarschap overgedragen.

  17. q.

    Hoofddiagnose ICD-10:

    De ziekte of aandoening die aan het einde van een subtraject hoofdzakelijk verantwoordelijk is voor de behoefte van de patiënt aan behandeling of onderzoek.

  18. r.

    ICD-10:

    De tiende editie van de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD-10). De ICD-10 is het internationaal gestandaardiseerde classificatiesysteem van diagnosen waarmee de zorgaanbieder alle ziektebeelden en diagnosen van patiënten eenduidig kan registreren.

  19. s.

    Instelling:

    Instelling als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder nummer:

    1. 1 (instelling voor medisch-specialistische zorg);

    2. 2 (audiologische centra);

    3. 3 (trombosediensten);

    4. 13 (instelling voor erfelijkheidsadvisering);

    5. 18 (instellingen voor verpleging), voor zover zij geriatrische revalidatiezorg leveren, van het Uitvoeringsbesluit WTZi.

  20. t.

    Integraal tarief:

    Tarief waarin alle vergoedingen zijn opgenomen voor kosten die een zorgverlener in rekening mag brengen in verband met het leveren van een prestatie.

  21. u.

    Kostendrager:

    Een eenheid waaraan kosten worden toegerekend.

  22. v.

    Macrokader medisch-specialistische zorg:

    Financieel kader vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). VWS stelt jaarlijks één integraal macrokader vast voor zorgverleners van medisch-specialistische zorg.

  23. w.

    Maximumtarief:

    Bedrag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wmg, dat ten hoogste als tarief voor een prestatie in rekening mag worden gebracht.

  24. x.

    Medisch-specialistische zorg:

    Medisch-specialistische zorg, met inbegrip van audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering en mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden en met uitzondering van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz) en generalistische basis-ggz.

  25. y.

    Onderlinge dienstverlening:

    Het leveren van zorg als (onderdeel van een) dbc-zorgproduct door één of meerdere instellingen of medisch specialisten (niet zijnde de hoofdbehandelaar) op verzoek van de hoofdbehandelaar.

  26. z.

    Ondersteunend specialist:

    Een specialist die niet als poortspecialist fungeert en die medisch-specialistische zorghandelingen uitvoert in het kader van een zorgtraject van een poortspecialist. Een ondersteunend specialist heeft dus geen eigen zorgtraject.

    Als ondersteunende specialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: radiologie (0362), nucleaire geneeskunde (0363), klinische chemie (0386), medische microbiologie (0387), pathologie (0388), anesthesiologie (0389) en klinische genetica (0390).

    In bepaalde gevallen kan een ondersteunend specialist wel fungeren als poortspecialist en is er sprake van een eigen zorgtraject. Dit geldt voor: een interventie-radioloog (0362), een anesthesist als pijnbestrijder (0389) en een klinischgeneticus (0390).

  27. aa.

    Overig zorgproduct (ozp):

    Een prestatie binnen de medisch-specialistische zorg, niet zijnde een dbc-zorgproduct. Overige zorgproducten zijnonderverdeeld in vier hoofdcategorieën: supplementaire producten, eerstelijnsdiagnostiek (ELD), paramedische behandeling en onderzoek, en overige verrichtingen.

  28. bb.

    Poortfunctie:

    Typering van een zorgaanbieder die een zorgtraject voor medisch-specialistische zorg kan starten. De poortfunctie kan uitgevoerd worden door de poortspecialist en de volgende ondersteunende specialisten: interventie-radioloog (0362), anesthesist als pijnbestrijder (0389) en klinisch geneticus (0390). Daarnaast kan de poortfunctie ook uitgevoerd worden door de volgende beroepsbeoefenaren, niet zijnde medisch specialisten: arts-assistent, klinisch fysicus audioloog (1900), specialist ouderengeneeskunde (8418), SEH-arts KNMG, verpleegkundig specialist en physician assistant.

Figuur 1 Overzicht beroepsbeoefenaren

Bron: NZa

  1. cc.

    Poortspecialist: De medisch specialist van het poortspecialisme waarnaar een patiënt wordt verwezen voor medisch-specialistische zorg. Als poortspecialismen worden de volgende specialismen onderscheiden: oogheelkunde (0301), KNO (0302), heelkunde/chirurgie (0303), plastische chirurgie (0304), orthopedie (0305), urologie (0306), gynaecologie (0307), neurochirurgie (0308), dermatologie (0310), inwendige geneeskunde (0313), kindergeneeskunde/neonatologie (0316), gastro-enterologie/mdl (0318), cardiologie (0320), longgeneeskunde (0322), reumatologie (0324), allergologie (0326), revalidatie (0327), cardio-pulmonale chirurgie (0328), consultatieve psychiatrie (0329), neurologie (0330), klinische geriatrie (0335), radiotherapie (0361) en sportgeneeskunde.

  2. dd.

    Prestatie: Prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wmg.

  3. ee.

    Solist: Solistisch werkende zorgaanbieder die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een andere zorgaanbieder, zelfstandig beroepsmatig medisch-specialistische zorg verleent.

  4. ff.

    Specialist ouderengeneeskunde: De zorgaanbieder die als specialist ouderengeneeskunde is geregistreerd door de ‘Huisarts en Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratiecommissie’ (HVRC).

  5. gg.

    Subtraject: Een afgebakende periode binnen het zorgtraject van de patiënt die op een vooraf bepaald moment wordt afgesloten.

  6. hh.

    Typeringslijst: Overzicht per medisch specialisme of type van zorg waarop de voor het betreffende specialisme (type van zorg) toegestane componenten binnen de dbc-registratie zijn weergegeven.

  7. ii.

    Uitvalproduct: Een combinatie van subtraject en zorgactiviteiten die niet leidt tot een declarabel dbc-zorgproduct.

  8. jj.

    Verpleeghuis: Organisatorisch verband dat op grond van artikel 5, eerste lid, WTZi is toegelaten als instelling voor verpleging als bedoeld in artikel 1.2 nummer 18, van het Uitvoeringsbesluit WTZi voor de functie verblijf in combinatie met behandeling.

  9. kk.

    Vrij segment: Het geheel van prestaties waarvoor de NZa geen tarieven vaststelt.

  10. ll.

    Vrij tarief: Tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de Wmg, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht.

  11. mm.

    Zorgaanbieder: Natuurlijk persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel c, van de Wmg.

  12. nn.

    Zorgactiviteit: De bouwstenen van het dbc-zorgproduct diegezamenlijk het profiel van een dbc-zorgproduct vormen. Zorgactiviteiten bepalen in combinatie met het geregistreerde subtraject welke prestatie is geleverd en welk dbc-zorgproduct kan worden gedeclareerd. Daarnaast vormt de onderverdeling in zorgactiviteiten de basis voor overige zorgproducten.

  13. oo.

    Zorgproduct: Een aanduiding van prestaties binnen de medisch-specialistische zorg. Zorgproducten zijn onderverdeeld in dbc-zorgproducten en overige zorgproducte.

  14. pp.

    Zorgprofiel: Alle geregistreerde zorgactiviteiten binnen een dbc-zorgproduct.

  15. qq.

    Zorgtraject: Het geheel van prestaties van een zorgverlener, voortvloeiend uit de zorgvraag waarvoor de patiënt de zorgverlener consulteert. Een zorgtraject is geen declarabele prestatie, maar bestaat uit één of meerdere declarabele subtrajecten.

  16. rr.

    Zorgverlener: Instelling of solist.

Hoofdstuk I. Zorgtrajecten

Artikel 4. Algemene registratiebepalingen

Artikel 5. Openen zorgtraject (met subtraject ZT11)

Artikel 5a. Openen parallel zorgtraject (met subtraject ZT11 of ZT21)

Artikel 5b. Openen zorgtraject bij multidisciplinaire behandeling (met subtraject ZT11)

Artikel 6. Sluiten zorgtraject (met subtraject ZT11 of ZT21)

Artikel 7. Openen zorgtraject bij intercollegiaal consult (icc) (met subtraject ZT13)

Artikel 8. Sluiten van een zorgtraject bij intercollegiaal consult (icc) (met subtraject ZT13)

Artikel 9. Openen overig zorgtraject (ZT41)

Artikel 10. Sluiten overig zorgtraject (met subtraject ZT41)

Artikel 11. Openen ic-zorgtraject (ZT51 of ZT52)

Artikel 12. Sluiten ic-zorgtraject (ZT51 of ZT52)

Artikel 13. Openen ondersteunend zorgtraject (ZT51)

Artikel 14. Sluiten ondersteunend zorgtraject (ZT51)

Hoofdstuk II. Subtrajecten

Artikel 15. Algemene registratiebepalingen

Artikel 16. Openen subtraject met ZT11 of ZT21

Artikel 17. Sluiten klinisch subtraject met ZT11 of ZT21

Artikel 18. Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21

Artikel 19. Uitzonderingen op opening- en afsluitregels subtraject met ZT11 of ZT21

Artikel 20. Sluiten van een icc-subtraject met ZT13

Artikel 21. Sluiten van subtraject met ZT41

Artikel 22. Sluiten van ic-subtraject met ZT51 en ZT52

Hoofdstuk III. Zorgactiviteiten

Artikel 23. Algemene registratiebepalingen

Artikel 24. Zorgactiviteitomschrijvingen

Hoofdstuk IV. Overige zorgproducten

Artikel 25. Algemene registratiebepalingen

Artikel 26. Overige zorgproducten uit de categorie supplementaire producten

Artikel 27. Overige zorgproducten uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek

Artikel 28. Overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek

Artikel 29. Overige zorgproducten uit de categorie overige verrichtingen

Hoofdstuk V. Afleiden

Artikel 30. Regels afleiden

Hoofdstuk VI. Declareren en betalen

Artikel 31. Algemene declaratiebepalingen

Artikel 32. Onderlinge dienstverlening

Artikel 33. Declaratiebepalingen voor dbc-zorgproducten

Artikel 34. Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten

Artikel 34a. Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie supplementaire producten

Artikel 34b. Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie eerstelijnsdiagnostiek

Artikel 34c. Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie paramedische behandeling en onderzoek

Artikel 34d. Declaratiebepalingen voor overige zorgproducten uit de categorie overige verrichtingen

Artikel 35. Terugvaloptie

Hoofdstuk VII. Hoofdstuk VII Informeren

Artikel 36. Informatieverplichting bij declaratie van dbc-zorgproducten

Artikel 37. Informatieverplichting bij declaratie van overige zorgproducten

Artikel 38. Standaardprijslijst

Artikel 39. Informatieverplichting solisten

Artikel 40. Overgangsbepaling

Artikel 41. Inwerkingtreding en citeertitel

Bijlage 1. Overzicht dbc-zorgproducten

Bijlage 2. Typeringslijsten per specialisme

Bijlage 3. Zorgactiviteitentabel

Bijlage 4. Overzicht overige zorgproducten

Bijlage 5. Afsluitregelstabel

Bijlage 6. Overzicht pathologie prestaties

Bijlage 7. Diagnose-combinatietabel

Bijlage 8. Overzicht zorgactiviteiten op nota

Bijlage 9. Privacyverklaring

Bijlage 10. Overzicht dbc-zorgproducten op nota

Bijlage 11. Sjabloon standaard prijslijst

Bijlage 12. Toelichting regels afleiding

Bijlage 13. Indeling kaakchirurgie prestaties naar productgroepen