Home

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Geldig vanaf 1 januari 2017
Geldig vanaf 1 januari 2017

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2017]

Aanhef

De Nederlandsche Bank N.V.,

BESLUIT:

Artikel 1

In deze regeling en de Bijlage wordt verstaan onder:

  1. Besluit: het Besluit prudentiële regels Wft;

  2. DNB: De Nederlandsche Bank N.V..

Artikel 2

1.

Deze regeling is van toepassing op kredietunies met zetel in Nederland die vergunningplichtig zijn op grond van artikel 2:54o van de Wet op het financieel toezicht.

2.

De liquiditeitsposten die de aanwezige liquiditeit van een kredietunie vormen, als bedoeld in artikel 111, derde lid, van het Besluit, alsmede de weging van die liquiditeitsposten, worden vastgesteld zoals opgenomen onder actiefposten in de onderstaande tabel. De liquiditeitsposten die de vereiste liquiditeit van een kredietunie vormen, als bedoeld in artikel 108, tweede lid, alsmede de weging van die liquiditeitsposten, worden vastgesteld zoals opgenomen onder passiefposten in de onderstaande tabel.

Tabel bij artikel 2, tweede lid – Liquiditeitsposten en wegingen

ACTIEFPOSTEN

WEGING IN PROCENTEN

1. Vlottende activa

 

Saldi bij banken, direct opeisbaar

100

Effecten met een doorlopende handel, toegelaten tot een gereglementeerde markt

50

2. Uitstaande leningen

0

3. Overige activa

0

4. Te ontvangen bedragen binnen de maandperiode

60

PASSIEFPOSTEN

WEGING IN PROCENTEN

1. Deposito´s

 

(Termijn)deposito’s, opeisbaar binnen de maandperiode

25

Termijndeposito’s, niet opeisbaar binnen de maandperiode

0

2. Opgenomen leningen

0

3. Kredietfaciliteiten

 

Kredietfaciliteiten, te gebruiken binnen de maandperiode

50

Kredietfaciliteiten, niet te gebruiken binnen de maandperiode

0

4. Overige passiva

100

5. Eigen middelen

0

6. Te betalen bedragen binnen de maandperiode

100

Artikel 3

1.

In afwijking van artikel 2, tweede lid, kan DNB, indien zij de conform dat artikellid berekende liquiditeit niet passend acht voor een afzonderlijke kredietunie, voor deze kredietunie afwijkende posten of wegingen vaststellen.

2.

Bij de toepassing van het eerste lid neemt DNB de volgende aspecten in aanmerking:

  1. de diversificatie van de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid;

  2. de mate waarin de actuele waarde van de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, binnen de tijdshorizon van een maand als constant kan worden verondersteld;

  3. de mate waarin de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, een adequaat beeld geven van de liquiditeitspositie van de kredietunie op korte en lange termijn;

  4. de mate waarin de looptijden van de activaposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, passend zijn bij de looptijden van de passivaposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid.

Artikel 4

Artikel 5

Bijlage