Deze regeling is van toepassing op kredietunies met zetel in Nederland die vergunningplichtig zijn op grond van artikel 2:54o van de Wet op het financieel toezicht.
Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017
Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017
Opschrift
Aanhef
De Nederlandsche Bank N.V.,
Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;
Gelet op de artikelen 2:54o tot en met 2:54q en 3:63 van de Wet op het financieel toezicht;
Gelet op hoofdstuk 11 (Liquiditeit) van het Besluit prudentiële regels Wft, in het bijzonder artikel 108, tweede en derde lid, en artikel 111, derde en zesde lid;
BESLUIT:
Artikel 1
In deze regeling en de Bijlage wordt verstaan onder:
Besluit: het Besluit prudentiële regels Wft;
DNB: De Nederlandsche Bank N.V..
Artikel 2
De liquiditeitsposten die de aanwezige liquiditeit van een kredietunie vormen, als bedoeld in artikel 111, derde lid, van het Besluit, alsmede de weging van die liquiditeitsposten, worden vastgesteld zoals opgenomen onder actiefposten in de onderstaande tabel. De liquiditeitsposten die de vereiste liquiditeit van een kredietunie vormen, als bedoeld in artikel 108, tweede lid, alsmede de weging van die liquiditeitsposten, worden vastgesteld zoals opgenomen onder passiefposten in de onderstaande tabel.
ACTIEFPOSTEN |
WEGING IN PROCENTEN |
1. Vlottende activa |
|
Saldi bij banken, direct opeisbaar |
100 |
Effecten met een doorlopende handel, toegelaten tot een gereglementeerde markt |
50 |
2. Uitstaande leningen |
0 |
3. Overige activa |
0 |
4. Te ontvangen bedragen binnen de maandperiode |
60 |
PASSIEFPOSTEN |
WEGING IN PROCENTEN |
1. Deposito´s |
|
(Termijn)deposito’s, opeisbaar binnen de maandperiode |
25 |
Termijndeposito’s, niet opeisbaar binnen de maandperiode |
0 |
2. Opgenomen leningen |
0 |
3. Kredietfaciliteiten |
|
Kredietfaciliteiten, te gebruiken binnen de maandperiode |
50 |
Kredietfaciliteiten, niet te gebruiken binnen de maandperiode |
0 |
4. Overige passiva |
100 |
5. Eigen middelen |
0 |
6. Te betalen bedragen binnen de maandperiode |
100 |
Artikel 3
In afwijking van artikel 2, tweede lid, kan DNB, indien zij de conform dat artikellid berekende liquiditeit niet passend acht voor een afzonderlijke kredietunie, voor deze kredietunie afwijkende posten of wegingen vaststellen.
Bij de toepassing van het eerste lid neemt DNB de volgende aspecten in aanmerking:
de diversificatie van de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid;
de mate waarin de actuele waarde van de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, binnen de tijdshorizon van een maand als constant kan worden verondersteld;
de mate waarin de liquiditeitsposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, een adequaat beeld geven van de liquiditeitspositie van de kredietunie op korte en lange termijn;
de mate waarin de looptijden van de activaposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid, passend zijn bij de looptijden van de passivaposten, bedoeld in de tabel bij artikel 2, tweede lid.